Vlaams regeerakkoord: witte rook voor de lokale besturen?
Het voorbije decennium werden de lokale besturen niet bepaald verwend door de Vlaamse regering. De opeenvolgende centrumrechtse regeringen voerden sinds 2014 een forse besparingspolitiek zonder rekening te houden met het sociaal overleg. De werkgevers kregen de macht in de schoot geworpen en maakten er arrogant gebruik van. Wordt het nu beter?
Als vakbond moesten we zwaar in het verzet. Dankzij hevige strijd konden we de Vlaamse regeringen dwingen om toch rekening te houden met het algemeen belang. Zo konden we toch nog enkele successen op ons palmares schrijven. Het tegenhouden van het privatiseringsdecreet voor de zorg is hiervan de belangrijkste overwinning.
Toch drukte de Vlaamse regering enkele zaken door die de toekomst van de lokale besturen kunnen hypothekeren. Het besluit over de rechtspositieregeling geeft onevenredig veel autonomie aan elk bestuur, zodat een sectorale aanpak nagenoeg onmogelijk wordt. Hier trad de Vlaamse regering zelfs op tegen het akkoord van werkgevers en werknemers in. Het ontslagdecreet zorgt dan weer voor een enorme boost voor eventuele politieke willekeur en afrekeningen allerhande. Klokkenluiders en sleutelfiguren werden van de ene dag op de andere op straat gezet en dienen als voorbeeld voor alle personeelsleden om zich te schikken naar de grillen van de toevallige burgemeester of schepen.
Een nieuwe wind?
ACOD LRB is verheugd dat Vooruit opnieuw deel uitmaakt van de Vlaamse regering. Het is duidelijk dat de Vooruit-onderhandelaars zwaar gewogen hebben op de onderhandelingen. De tekst van het Vlaams regeerakkoord is uiteraard vaag en wollig en ook de cijfers corresponderen niet altijd met de beschreven doelen, maar er klinkt wel een sociale bekommernis door. Met sleutelposities voor Melissa Depraetere (viceminister-president en Vlaams minister van Wonen, Energie en Klimaat, Toerisme en Jeugd) en Caroline Gennez (Vlaams minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen) mogen we toch wat hopen op een adempauze.
Het Vlaams regeerakkoord bevat zeer positieve elementen. Maar op vele plaatsen is ook waakzaamheid geboden en op andere domeinen zal syndicale strijd noodzakelijk zijn. We halen er enkele aandachtspunten uit.
Laten we starten met een algemene opmerking: het is niet duidelijk hoe men het personeelstekort (zoals bijvoorbeeld in de zorg) concreet zal oplossen. Hiervoor zijn maatregelen noodzakelijk die de aantrekkelijkheid van het beroep verhogen.
Zorg en Welzijn
Zorg lijkt toch wat het uithangbord te worden van deze Vlaamse regering. Met een investering van ongeveer 1 miljard en nauwelijks compenserende besparingen, mogen we voorzichtig positief zijn. De nadruk ligt op het wegwerken van tekorten aan kinderopvangplaatsen (10.000 extra plaatsen) en van de wachtlijsten voor mensen met een handicap. Bovendien wordt ingezet op de kwaliteit van de jobs en spreekt men over middelen voor een VIA 7. In het regeerakkoord wordt alleszins niet de intentie uitgesproken van een nieuw privatiseringsdecreet. Wel wordt het verbod op winst in de zorg vooropgesteld. Jammer genoeg blijft het gevaar op commercialisering bestaan. Er worden geen drempels opgeworpen tegen de inbreng van privaat kapitaal in de ouderenzorg en het is duidelijk dat men bijvoorbeeld voor de kinderopvang wenst in te zetten op bedrijfscrèches. Tot slot behoudt men de voorrangsregels voor werkende ouders in de kinderopvang.
Verplichte gemeenschapsdienst en activering werkzoekenden
De afschaffing van de verplichte gemeenschapsdienst is goed nieuws. Aan verplichte gemeenschapsdienst hangt altijd een negatief kantje. Het lijkt alsof je werkzoekenden voor een lager loon hetzelfde werk wil laten uitvoeren als werkenden. Waarom geven we hen dan geen jobs met dezelfde contractuele bescherming? Het gaat dus over een strijd tussen ‘gratis werken als straf’ en ‘een garantie op een betaalde job’.
Jammer genoeg komt de garantie op een betaalde job er niet en wordt heil gezocht in een nieuwe term, namelijk de ‘samenlevingsjobs’. Ten aanzien van de verplichte gemeenschapsdienst wordt het uurloon van de samenlevingsjobs opgetrokken van 1,3 euro naar 4,5 euro, maar dat verandert niets aan de stelling hierboven. De modaliteiten met betrekking tot de samenlevingsjobs worden verder niet uitgewerkt.
De ACOD LRB pleit ervoor om er geen verplichting van te maken, en de samenlevingsjobs enkel als tijdelijke oplossing voor een opstap naar de reguliere arbeidsmarkt te beschouwen.
We blijven hoe dan ook voorstander van duurzame tewerkstelling. De beste oplossing zou zijn een dergelijke tewerkstelling (tegen een aanvaardbaar loon plus bescherming) te organiseren voor bijvoorbeeld 30 uren en hieraan een aantal uren opleiding te koppelen (bijvoorbeeld 8 uren). Dit zou een echte meerwaarde bieden voor de langdurige werklozen. En misschien kan er eveneens een koppeling gemaakt worden met de noodzakelijke arbeidsduurvermindering.
Bovendien moet er grondig geïnvesteerd worden in activeringsmaatregelen die een directe impact hebben op de tewerkstellingskansen van de betrokkenen, zoals opleiding, kinderopvang, mobiliteit…
Uitzendarbeid
Het regeerakkoord bevat een mooie passage in verband met uitzendarbeid: “We bestrijden het fenomeen waarbij zorgkundigen en verpleegkundigen zichzelf via een zelfstandig of interimcontract opnieuw aanbieden bij hun werkgever.” Fijn dat de Vlaamse regering deze absurditeit heeft opgemerkt en wil aanpakken. In dit verband is het uiteraard zo dat uitzendarbeid in de zorg voor een ondermijning van de reguliere tewerkstelling zorgt.
Uitzendarbeid heeft ook voor andere werknemers in de lokale besturen veel negatieve gevolgen. Het vereist een verregaande flexibilisering en houdt nauwelijks rekening met objectieve aanwervingsprocedures of veiligheid en bescherming van werknemers. Bovendien vallen uitzendkrachten niet onder de deontologische code van de ambtenaren. Ten slotte is het duurder en duwt het een groot aantal werknemers in precaire situaties. ACOD LRB pleit daarom voor een globaler verbod op uitzendarbeid in de lokale besturen.
Werking lokale besturen
We zijn tevreden over de grote aandacht voor de lokale besturen in het regeerakkoord. In het verleden hebben de lokale besturen steeds bewezen dat zij tot de essentiële diensten van onze maatschappij behoren. Dit wordt nu bekrachtigd in het Vlaams regeerakkoord. Vele essentiële taken worden toegewezen aan de lokale besturen. Jammer genoeg wordt nergens beschreven of hiervoor ook voldoende middelen ter beschikking zullen worden gesteld van de besturen.
Om hieraan tegemoet te komen, stelt het Vlaams regeerakkoord dat men de ambtelijke capaciteit wenst te verhogen en dat er voldoende en goed opgeleid personeel ter beschikking moet staan. Hiervoor moeten uiteraard de huidige arbeidsvoorwaarden van de personeelsleden verbeterd worden. We kunnen alvast enkele aanbevelingen formuleren: een bindend loonhuis voor de gehele sector, een recht op vorming, de herinvoering van eindeloopbaanonderbreking en de loopbaanonderbreking zonder motief, de uitbreiding van het geboorteverlof, de bescherming tegen onterecht ontslag en ga zo maar door.
Trouwens, wat die bescherming tegen onterecht ontslag aangaat, verwijst het regeerakkoord naar integere lokale besturen en de bestrijding van elke vorm van belangenvermenging. Moeten we dan het lelijke ontslagdecreet ook niet in de prullenmand gooien? Hierover hadden we graag iets gelezen in het regeerakkoord, maar dat heeft men jammerlijk over het hoofd gezien. We kunnen enkel hopen dat het Grondwettelijk Hof dit ontslagdecreet vernietigd, en dat deze regering geen nieuwe stappen onderneemt om de onafhankelijkheid van onze lokale personeelsleden te grabbel te gooien.
Trendbreuk, maat…
Uiteraard is dit slechts een beperkte lezing van het Vlaams regeerakkoord. Er is een duidelijke trendbreuk vast te stellen met de twee vorige Vlaamse regeringen. Maar toch blijven er nog veel strijdpunten over, zeker inzake het arbeidsmarktbeleid in het algemeen en over de concrete maatregelen die men zal nemen. Wij merken op dat men het sociaal overleg nieuw leven wenst in te blazen en dat is absoluut noodzakelijk. In dat sociaal overleg zullen we onze stem hard laten horen om de maatregelen in de juiste richting te duwen. We zijn klaar voor de onderhandelingen en zullen onze standpunten sterk verdedigen.
Gert Vlasselaer