Vlaamse regering voert een oorlog tegen de ambtenaar

 


In deze tijd worden we overspoeld door oorlogstaal. De coronacrisis confronteerde ons al met begrippen als frontlinies, veldhospitalen, chemische oorlogsvoering en hamstergedrag. Angst regeerde, de bewegingsvrijheid werd beperkt en er was geen duidelijke missie. De oorlog in Oekraïne deed ons vervolgens belanden in een energiecrisis. Hier kwamen woorden boven als oorlogseconomie en onstabiliteit. Mensen worden in de kou geplaatst of worden simpelweg op straat gezet.


“In de oorlog kent men zijn vrienden”, luidt het. Jammer genoeg blijken die niet in de Vlaamse regering te zitten. Terwijl de bevolking schreeuwt om hulp, spreekt zij vrolijk over een ‘begroting in evenwicht’. Halfslachtige maatregelen moeten de eerste noden lenigen, vooral dan die van de bedrijven. De gewone mens wordt opnieuw vergeten. Met wat geluk ontvangt die de volle 8 euro per maand om de rode cijfers te lijf te gaan.

Voor de opvang van deze ellende wordt graag gekeken naar de lokale besturen. Tijdens de coronacrisis werden de lokale administraties terecht bestempeld als essentiële diensten die noodzakelijk zijn voor de vitale belangen van het land en de behoeften van de bevolking. Dankzij onder meer de weerbaarheid en de onverzettelijkheid van de ambtenaren uit de lokale besturen kon de crisis afgewend worden en bleef de situatie beheersbaar. Iedereen toonde zijn dankbaarheid voor de flexibiliteit die de ambtenaren toonden ten aanzien van de dienstverlening aan de bevolking. Hier en daar klonk terecht applaus.

In de schaduw van deze grote crisissen tracht de Vlaamse regering enkele dossiers door te duwen die een einde maken aan het applaus. Zij wil namelijk af van onafhankelijke ambtenaren en een sterke lokale overheid. De onafhankelijkheid van de ambtenaar is haar al lang een doorn in het oog. De ambtenaar werkt immers in de eerste plaats voor het algemeen belang, niet in het belang van de grillen van de politiek.

Ondanks de waardering die de lokale ambtenarij ontving tijdens de crisissen maakt de Vlaamse regering er een halszaak van de bescherming van de ambtenaar tegen politieke willekeur ongedaan te maken. Twee dossiers vormen de speerpunt: het ontslagdecreet en het nieuwe besluit over de rechtspositieregeling.


Ontslagdecreet: lokale ambtenaren op de wip


Het ontslagdecreet wordt aangekondigd als een antwoord op het regeerakkoord. Hierin werd inderdaad bepaald dat men statutairen en contractuelen wou gelijkschakelen, onder meer voor het ontslag. De teksten spreken inderdaad over een gelijkschakeling, maar houden geen rekening met de belangrijke beginselen die aan de grondslag liggen van de lokale dienstverlening, namelijk openbaar belang en onafhankelijkheid.

Kort gesteld wil de Vlaamse regering de arbeidsovereenkomstenwet ook van toepassing maken op de statutairen. Een ontslag van statutairen zou op basis van deze teksten gebeuren op basis van dezelfde gronden en modaliteiten als bepaald in de arbeidsovereenkomstenwet (dus ook op basis van ‘niet geschikt profiel’ of ‘organisatorische redenen’). Bovendien zou men ook voor geschillen met betrekking tot een ontslag van statutairen de arbeidsrechtbanken en arbeidshoven bevoegd maken. Dit raakt rechtstreeks aan de gevolgen van een ontslag. Want eenmaal ontslagen, zelfs als dit onredelijk zou blijken, blijft men ontslagen. Terwijl een statutair ambtenaar na een kennelijk onredelijk ontslag opnieuw in dienst moet worden genomen.

Het verzet van ACOD LRB steunt in grote trekken op de volgende elementen.

  • We menen dat er sprake is van een bevoegdheidsoverschrijding. Een decreet kan niet zomaar de bevoegdheid van de Raad van State doorschuiven naar de arbeidshoven en -rechtbanken.
  • De rechtspositieregeling van statutairen en contractuelen verschilt sowieso. Men kan deze niet gelijkschakelen op deze manier. De finaliteit is anders. Voor statutaire personeelsleden geldt dat ze terug in dienst komen bij een kennelijk onredelijk ontslag.
  • Bovendien ontstaat er een vorm van interne discriminatie. Soms is de beroepscommissie bevoegd, soms niet.
  • De redenen die worden aangehaald, ondermijnen de bescherming tegen politieke willekeur.

 

Ons verzet wordt trouwens versterkt door de juridische adviezen die minister Somers zelf heeft opgevraagd bij toonaangevende juridische kantoren. Ook zij waren heel vernietigend over de tekst van het ontslagdecreet. ACOD LRB zal niet twijfelen om verdere juridische stappen te ondernemen als de Vlaamse regering haar plannen niet wijzigt. Maar als we toch nog mogen hopen op een vriend: de Raad van State moet hierover ook nog een advies uitbrengen.

De hele historie wordt nog een stuk cynischer want na een opvraging van de relevante stukken in het kader van de openbaarheid van bestuursdocumenten, bleek dat de Vlaamse regering weigerde alle stukken te bezorgen. De analyse van de (onafhankelijke) administratie mochten we niet ontvangen. Hiertegen werd eveneens klacht ingediend. We wachten geduldig op het antwoord van de openbaarheidscommissie.


Rechtspositieregeling: lokale besturen mogen hun gang gaan


Waar het ontslagdecreet de onafhankelijkheid van de ambtenaar aanvalt op het einde van de loopbaan, doet het besluit over de rechtspositieregeling hetzelfde bij de instroom (begin van de loopbaan) en de doorstroom (tijdens de loopbaan). Overal worden de grendels weggenomen die garant staan voor objectivering, transparantie en onafhankelijkheid.

Het statuut wordt nagenoeg volledig afgebouwd en de rechten van de personeelsleden worden geminimaliseerd. Garanties voor een neutrale, onafhankelijke en objectieve dienstverlening zijn er niet meer. Op termijn zal enkel nog een ja-knikkend ambtenarendom overblijven. Bij elk protest tegen ongeoorloofde politieke tussenkomsten hangt het ontslag wegens ‘niet geschikt profiel’ boven het hoofd. Bovendien wordt het syndicaal overleg op minder dan een waakvlam gezet en bestaat er ook geen systematisch administratief toezicht meer op de beslissingen van de lokale besturen.

Een dergelijke tekst luidt het einde van de sector lokale besturen in. Elk bestuur kan een eigen invulling geven aan de rechtspositieregeling. Onder het mom van lokale autonomie wordt de objectivering van instroom en doorstroom weggeschreven, worden de salarissen en de loopbanen losgelaten, wordt de procedure van evaluatie volledig aan het bestuur overgelaten, kunnen verloven en afwezigheden gedifferentieerd worden en kunnen toelagen en vergoedingen zelf ingevuld worden.

Dit leidt ongetwijfeld tot een concurrentiestrijd tussen de lokale besturen, waarin de rijkere besturen simpelweg de krapte op de arbeidsmarkt wegkopen van de kleinere, armere besturen. Sommige personeelsleden zullen er beter van worden, maar dit zal wel gepaard gaan met het wegvallen van algemeen belang en onafhankelijkheid.

 

Onderhandelingen zijn maat voor niets

 

De onderhandelingen over de rechtspositieregeling zijn/waren een lachertje. De regeringsonderhandelaars haalden hun mosterd bij figuren als Caligula. Ze misbruiken hun bevoegdheden om de ambtenaren naar de slachtbank te leiden en de verwezenlijkingen van de lokale besturen binnen te rijven. Onvoorstelbaar hoe arrogant deze Vlaamse Regering te werk gaat. De zo verfoeide en gehate politieke willekeur van weleer doet opnieuw haar intrede.

We proberen samen met de werkgeversorganisaties alvast een compromisvoorstel uit te werken. Hopelijk zal de Vlaamse regering hiervoor ook niet doof blijven, en stom.

 

Willy Van Den Berge, Gert Vlasselaer