
Aanval op de Raad van Beroep?
Nieuws maandag 3 september 2012
De Raad van Beroep is een administratief orgaan waar ambtenaren beroep kunnen aantekenen tegen een negatieve evaluatie of tegen een tuchtstraf. De Raad bestaat uit een voorzitter (beroepsmagistraat), drie assessoren komende uit de overheid en drie assessoren aangeduid door de drie representatieve vakorganisaties. Deze vormen samen een jury. Het personeelslid kan zich laten bijstaan door een raadgever (meestal een verdediger vanuit een vakorganisatie). De administratie is als aanklager vertegenwoordigd en verduidelijkt de aanklacht.
Op het einde van de hoorzitting beraadslaagt de jury van de Raad van Beroep en brengt een advies uit. Indien dit advies unaniem (7 stemmen tegen 0) in het voordeel is van het aangeklaagde personeelslid, dan is het bindend. Dit wil zeggen: als de jury unaniem beslist dat de klacht ongegrond is, of ze vindt dat de strafmaat niet in proportie staat tot de door de administratie voorgestelde straf en bijgevolg een lichtere uitspreekt, is dit advies bindend en dient de leidend ambtenaar deze loyaal uit te voeren. Indien de beslissing niet unaniem is en de jury – zelfs met 6 voor- en 1 tegenstem – oordeelt dat de straf ongegrond is, kan de leidend ambtenaar de straf toch handhaven en uitvoeren.
Bij een tuchtzaak betreffende een opvoeder van het agentschap Jongerenwelzijn kwam de jury tot een unaniem advies in het voordeel van de betrokkene. De leidend ambtenaar Van Mulders voerde deze beslissing 'loyaal' uit, maar kon het niet nalaten om alle juryleden, magistraat incluis, via de griffier aan te schrijven met de boodschap dat hun beslissing deontologisch niet correct was.
ACOD vindt dit ongehoord en meent dat deze actie van de leidend ambtenaar deontologisch minder correct is dan deze van de jury. Alle assessoren moeten in eer en geweten – en vooral zelfstandig – kunnen oordelen over een zaak. Beïnvloeding van hun onpartijdigheid is onaanvaardbaar. We hebben deze zaak besproken met leidend ambtenaar Van Mulders. Hij vindt dat er een onrechtvaardigheid bestaat in het feit dat de ambtenaar na een negatieve beslissing nog steeds naar de Raad van State kan als laatste beroepsmogelijkheid, maar dat de overheid dit niet kan. Niet geheel correct meester Van Mulders: dit kan de ambtenaar enkel als hij kan aantonen dat de regels door de overheid niet werden gerespecteerd. Slechts in dat geval zal de ambtenaar mogelijks gelijk krijgen bij de Raad van State. Met andere woorden, ook als aanklagende overheid dient men grondig, doordacht en zorgvuldig tewerk te gaan.
Jan Van Wesemael