M-decreet: eindelijk hoognodige bijsturing

Nieuws vrijdag 1 juni 2018


Nadat de Vlaamse Regering begin maart een beslissing heeft genomen over een wijzigingsdecreet van het M-decreet, pakt ze nu uit met een conceptnota ‘Bijsturing van het M-decreet’. Wijst dit op een gebrek aan visie of op voortschrijdend inzicht? ACOD Onderwijs denkt beide.

Ondersteuning voor kinderen met gedragsstoornissen of -problemen

Volgens de conceptnota moet er een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen kinderen met een gedragsstoornis en kinderen met gedragsproblemen. Er moet echter een oplossing ten gronde gevonden worden voor de ondersteuning van leerlingen met gedrag- of emotionele stoornissen. De uitwerking hiervan vraagt een fundamentele discussie. Eén van de centrale vragen hierbij is hoe de specialisten (psychiaters) of specialistische centra bij vaststellingen van stoornissen in de klas sneller de nodige diagnostiek in functie van een doorverwijzing naar een aanbod type 3 kunnen stellen.
In afwachting hiervan zal men met scholen en CLB nagaan hoe een doorverwijzing tussen gewoon en buitengewoon onderwijs in dergelijke situaties sneller kan, eventueel als tijdelijke maatregel. Decretaal zal mogelijk gemaakt worden dat het CLB een ‘vermoeden van gedragsstoornis’ kan uitspreken.
Daarnaast wil men een vorm van interventie aanbieden. De leerkracht moet een signaal kunnen geven voor bijkomende ondersteuning, waarbij een gerichte interventie binnen de 24 tot 48 uur voorzien wordt door een ‘FAST-team’. De leerkracht zou dit bij het CLB kunnen aanvragen. Het CLB, de ondersteuningsnetwerken, de pedagogische begeleidingsdienst en de scholen type 3 moeten samen een regionaal aanbod uitwerken. Dit aanbod moet ondersteuning bieden in de klas om via leerlinggerichte interventie het leerkrachtenteam te versterken.
Het CLB bekijkt desgevallend samen met de school of de leerlinggebonden problematiek van dien aard is, dat het kind al dan niet betere ondersteuning kan krijgen in de school met type 3-aanbod.
Deze aanpak zal met projectmiddelen gefinancierd worden. Hoeveel deze middelen bedragen is op dit moment van schrijven niet gekend.

Bemiddeling en klachtenbehandeling

Ouders moeten op een laagdrempelige manier bemiddeling kunnen inschakelen. De conceptnota voorziet hiervoor twee niveaus. Het betrokken CLB moet voor de ouders het eerste aanspreekpunt zijn om te praten over eventuele bijsturingen van de redelijke aanpassingen voor hun kind. Het nieuwe netoverschrijdende CLB-samenwerkingsverband neemt de taak op zich om een bemiddelende rol op te nemen wanneer er een meningsverschil ontstaat tussen school, ouders of CLB.
Daarnaast worden de reeds bestaande kanalen (Vlaamse bemiddelingscommissie, Unia,…) voor beroep of klachten nog bekender gemaakt.

Wegwerken administratieve belasting door leerlingenpaspoort

Om kinderen door te verwijzen naar het buitengewoon onderwijs, moet de school aantonen welke stappen reeds ondernomen zijn tijdens de schoolloopbaan van de leerling. Die informatie wordt meerdere keren verzameld. De overheid is samen met het CLB bezig om een databank te ontwikkelen: een leerlingenpaspoort dat met de leerling meereist.
Een vlotte toegang voor alle betrokkenen tot informatie over de ondersteuningsnoden van een leerling kan veel planlast voorkomen. Jammer genoeg is het proces tot operationalisering nog lopende en zal het leerlingenpaspoort met bepaling wie welke toegangsrechten krijgt in het kader van ‘respect voor de privacy’ en het efficiënt verzamelen nog niet voor morgen zijn.

Coördinatie ondersteuningsnetwerken

Op dit moment zijn er geen middelen voor het coördineren van de ondersteuningsnetwerken. De overheid wil voor ieder netwerk de mogelijkheid aanbieden om een voltijdse coördinator aan te stellen. Die zorgt ervoor dat ondersteuners hun tijd maximaal op de klasvloer kunnen inzetten.
De overheid wil die middelen halen uit het contingent van de competentiebegeleiders. ACOD Onderwijs vindt het noodzakelijk dat bijkomende middelen voor coördinatie worden voorzien. Het contingent van de competentiebegeleiders dient echter voor de professionalisering en ondersteuning van de leraar. Dit nu gedeeltelijk voor coördinatie inzetten, is niet aanvaardbaar.

Schrappen IQ-grens 60 met gevolg voor berekening van omkadering

De groep leerlingen met een IQ tussen 60 en 70 is een kwetsbare groep. Het is dan ook een goede zaak dat de IQ-grens 60 in het M-decreet geschrapt zal worden. Te veel leerlingen uit deze groep vielen voor de juiste ondersteuning uit de boot.
De maatregel heeft een impact op de omkadering van de ondersteuningsnetwerken. Enerzijds is het aantal kinderen met een verslag type 2 in het gewoon onderwijs beperkt gestegen, anderzijds komen er nu potentieel meer leerlingen in aanmerking om in het gewoon onderwijs school te lopen met een verslag type 2. In het ondersteuningsmodel zullen dus in de voorafname meer middelen (omkadering) worden ingezet voor deze types, waardoor de omkadering in de ondersteuningsnetwerken zal verlagen. Als er opnieuw meer leerlingen ingeschreven worden in het buitengewoon onderwijs, zal dit eveneens een rechtstreeks effect (een daling) op de omkadering van de ondersteuningsnetwerken hebben.
Om dit te vermijden, zal de overheid de enveloppe voor de ‘kleine’ types loskoppelen van de ondersteuningsnetwerken. Daarnaast wordt voorgesteld dat voor de volgende 5 jaar de ondergrens voor de omkadering van de ondersteuningsnetwerken bepaald zal worden op basis van de telling van 1 februari 2018. Hierbij wordt de garantie ingebouwd dat de scholen die de leerlingen begeleiden, ook effectief de middelen krijgen. Indien de leerlingenaantallen verder blijven dalen in het buitengewoon onderwijs, kan de omkadering nog stijgen voor de ondersteuningsnetwerken.

Verfijnen van de doelgroepen

Het voortschrijdend inzicht zet zich voort bij de verfijning van de doelgroepen. De overheid had tegen beter weten in beslist om kinderen met ernstige taal- en spraakstoornissen onder te brengen in de ondersteuningsnetwerken. Maar de expertise hiervoor leunt zeer dicht aan bij de expertise die vanuit scholen type 7 voor kinderen met een auditieve beperking wordt aangeboden. De doelgroepen zouden opnieuw bijeengebracht worden.
Daarnaast stelt de overheid in de conceptnota dat bij de ondersteuning van kinderen met dyspraxie zich een omgekeerde situatie voordoet, waarbij zij beter begeleid zouden worden vanuit ondersteuningsnetwerken omdat hun problematiek een meer algemene benadering vraagt.

□ □ □

De overheid voert al deze maatregelen uit met het oog op het nieuwe schooljaar. Het is voor ACOD Onderwijs duidelijk dat de conceptnota enkele positieve zaken in het vooruitzicht stelt, maar het toont ook aan dat de overheid niets leert en dat verwarring in het veld zal heersen ten koste van de kinderen en het personeel.

jeanluc.barbery@acod.be