
Interview Peter De Keyzer
Nieuws donderdag 27 juni 2013
“Het personeelskader moet in alle mogelijke betekenissen diversifiëren”
Op 1 september 2013 neemt de ACOD afscheid van Peter De Keyzer. Gedurende decennia – bijna 40 jaar syndicaal engagement voor de ACOD – kon het administratief en technisch personeel van de UGent en het UZ Gent rekenen op zijn niet-aflatende steun en inzet. Tijd voor een terugblik.
Hoe kwam je in de openbare sector terecht?
Peter De Keyzer: “Ik werd in 1968 aangeworven als interim aan de Gentse universiteit, om dan enkele maanden later – na een in die tijd nog courant statutair examen – vast aan de slag te gaan op de dienst Studieadvies. Dat lag me wel; gezien mijn jonge leeftijd kwam ik goed overeen met de studenten. Later werkte ik nog op andere diensten, zelfs op ‘musicologie’!”
Wat bracht je ertoe syndicaal actief te worden?
Peter De Keyzer: “Daar ben ik vrij geleidelijk ‘ingerold’. Syndicaal werk is een reflex die je moet bezitten. Volgens mij kan je er mensen niet echt voor opleiden. Bij mij begon dat halverwege jaren zeventig. Aan de faculteit Letteren brak toen een staking uit omdat bij het administratief-technisch personeel (ATP) loon werd afgehouden. Voor het onderwijzend personeel – de proffen – was dat niet het geval, maar ze waren wel solidair met onze acties. Ze legden zelfs een deel van het loon dat we verloren door de staking bovenop ons stakinggeld. Ook ik deed dapper mee met de staking, hoewel ik toen nog niet gesyndiceerd was – en dus geen stakingvergoeding kreeg. In die zin viel ik wel op. Daarna werd ik langzaamaan actief bij de ACOD – al moet ik toegeven dat ik in het begin nog erg kritisch was.”
Vanwaar je terughoudendheid?
Peter De Keyzer: “De vakbondswerking stond me niet geweldig aan. De vakbond was trouwens ook niet erg populair bij het personeel in die tijd. Hij stond niet echt dicht bij de mensen, het was eerder een ‘bureau-aangelegenheid’ van enkele militanten. Toegegeven, het is niet eenvoudig om personeel in zo’n grote, diverse en complexe organisatie te bereiken. Ook nu nog blijft dat een uitdaging.”
Wat zijn je huidige activiteiten voor de ACOD bij de UGent?
Peter De Keyzer: “Sinds 26 jaar zit ik onafgebroken – om de twee jaar en later om de vier jaar telkens weer door het personeel verkozen – als personeelvertegenwoordiger in de raad van bestuur, ettelijke commissies en bestuurscolleges. Voor de splitsing van de universiteit en het UZ Gent in 1987 zetelde ik ook 11 jaar in de Raad van Bestuur van het UZ. Eigenaardig genoeg zetel ik niet namens de ACOD in die organen. De functie verplicht dat je er ‘neutraal’ zetelt. Toch kent iedereen mijn ‘stamboom’. Ik ben voorzitter van ACOD UGent, gewestelijk ACOD-secretaris en ook mijn engagement is duidelijk ‘rood’. Gelukkig kan ik ook rekenen op de ACOD-delegees bij de UGent, die mijn band met de werkvloer versterken en me op de hoogte houden van eventuele problemen. Aan hen heb ik veel te danken!”
Je houdt je dus enkel bezig met materies die het administratief-technisch personeel aanbelangen?
Peter De Keyzer: “Dat klopt, het academisch en dus onderwijzend personeel valt niet onder ACOD Overheidsdiensten, maar wel onder ACOD Onderwijs. Ik vind wel dat het ATP, hoewel kleiner in aantal, de meest militante personeelsgroep aan de UGent is.”
Was volgens jou de splitsing van de Universiteit en het UZ Gent een goede zaak?
Peter De Keyzer: “De UGent telt zo’n 8000 personeelsleden, het UZ Gent zo’n 6000. Dat zijn grote aantallen. Bovendien werken ze beide in toch wel vrij verschillende domeinen. Voor het personeel was de splitsing wellicht een goede zaak, omdat de vakbondsvertegenwoordigers zo dichter bij het personeel kunnen staan en zich meer kunnen toeleggen op de specifieke problemen van elke organisatie.”
Op welke realisaties tijdens je carrière ben je heel trots?
Peter De Keyzer: “Ik heb heel wat veranderingen meegemaakt, dus het is moeilijk kiezen. Wat gezien de actualiteit wel opmerkelijk is, is dat we halverwege jaren zeventig al een einde maakten aan het onderscheid tussen arbeiders en bedienden aan de universiteit. Uiteraard hing daar een prijskaartje aan, maar het was draaglijk en een onderscheid maken leek ons volstrekt onzinnig. Later volgde het hoger onderwijs in gans Vlaanderen ons daarin, met op kop de hogescholen. Nu is het nog wachten op de privé (lacht). Een vakbond kan maar leven wanneer hij resultaten behaalt. Die hier allemaal vermelden is onbegonnen werk.”
Hoe zit het met de problematiek van contractuelen versus statutairen aan de UGent?
Peter De Keyzer: “Sinds 1975 streven we de gelijkwaardigheid van beide personeelsgroepen na. Positief daar is dat we contractuelen die werkten in contracten van onbepaalde duur een pensioen gegeven hebben dat gelijk is aan dat van het statutair personeel. Syndicaal was dat geen eenvoudige discussie. Sommigen vreesden immers dat we daarmee statutaire werkgelegenheid helemaal zouden opgeven en de UGent nog meer ‘goedkope’ contractuelen zou aanwerven. De ironie is dat nu blijkt dat statutairen voor de instelling een derde goedkoper uitvallen, omdat contractuelen ook recht hebben op een aanvullend pensioen.”
Wat is de verhouding tussen beide?
Peter De Keyzer: “Bij het ATP zien we nu een verhouding van 60-40 statutair-contractueel. Er gebeuren nog steeds statutaire aanwervingen voor structurele jobs als er plaatsen vrijkomen of gecreëerd worden. Contractuele aanwervingen zijn er enkel nog voor kortlopende contracten. Probleem is wel dat die vaak hernieuwd worden en het dus eigenlijk om interimarbeid gaat. In de praktijk werken ze in onbepaalde duur, hoewel hun contract het anders bepaalt. Dat is niet correct en daar proberen we een einde aan te maken. Ze hebben recht op een contract van onbepaalde duur en de overeenstemmende voordelen. Zo ijveren we ook voor de ‘slachtoffers van het systeem’. Ik bedoel daarmee het personeel dat bijvoorbeeld mensen in loopbaanonderbreking vervangt. Dergelijke contracten van bepaalde duur geven geen uitzicht op financiële stabiliteit of kans om te lenen voor het kopen van een huis. Die mensen verdienen meer zekerheid en integratie in het personeelskader. Ze moeten gelijke kansen krijgen. Voor hen moeten we nog vele bereiken.”
Je staat ook bekend als een groot voorvechter van veiligheid op het werk. Welke overwinningen heb je daar geboekt?
Peter De Keyzer: “Zoals bij vele bedrijven hebben we een zware strijd gevoerd tegen asbest op de werkvloer. Uiteraard was en is die kankerverwekkende stof veel aanwezig in de oude universiteitsgebouwen. Toen we dat aanvankelijk aankaartten, waren daar nog geen wettelijke regels rond. Ondanks waarschuwingen vanuit de wetenschap bestond er geen bescherming. Toen het besef eindelijk begon te groeien, merkte men ook dat de verwijdering enorm duur zou uitvallen. Dus schoof men het probleem eerst nog aan de kant en verkoos men de middelen liever aan andere zaken uit te geven. We hebben die struisvogelmentaliteit uiteindelijk kunnen wijzigen door als personeelsvertegenwoordigers steevast afstand te nemen van de beslissingen van de werkgever. Dat protest en een uitgebreide campagne wierp uiteindelijk vruchten af. Sindsdien wordt asbest ingekapseld indien gevonden en oordeelkundig verwijderd bij afbraak of renovaties. Ook nu blijft veiligheid een prioriteit.”
Op welk vlak zag je de grootste evolutie bij de UGent?
Peter De Keyzer: “Zonder twijfel bij de professionalisering van de managementstructuren. Er bestaat nu ook een echt personeelsdepartement dat klaar staat voor vragen van het personeel. Personeel is niet langer de ‘vijand’. We kunnen terugvallen op een uitgebreid netwerk van instanties die kunnen antwoorden op tal van vragen rond personeelswetgeving. In die zin werd ook een deel van de taken van de vakbond overgenomen. Dat is een goede zaak volgens mij, want zo kunnen we ons als vakbond meer bezighouden met algemeen personeelsbeleid, ondersteuning van personeel in geval van problemen en nieuwe ontwikkelingen, zoals functieclassificatie. Wat dat laatste betreft, zou ik graag zien dat de werkgever de vakbonden nauwer betrekt bij de dynamische invulling ervan.
Ook positief vind ik dat de laatste jaren zowel langs vakbonds- als werkgeverszijde bij de UGent het besef is gegroeid dat overleg meer opbrengt dan staken. Dat besef bevordert de goede werking en samenwerking, en komt ook ten goede van het personeel. Daarvoor heb je wel onderling vertrouwen nodig.”
Wat is volgens jou hét aandachtspunt voor de vakbond tijdens de komende jaren?
Peter De Keyzer: “Diversiteit bij de aanwervingen! Dat geldt trouwens voor de volledige openbare sector. Het personeelskader moet in alle mogelijke betekenissen diversifiëren. Om een voorbeeld te geven: het is triest te zien dat mensen geweigerd worden bij aanwervingen voor administratief-technische functies op basis van het feit dat ze geen perfecte talenkennis hebben. Voor veel functies is dat overbodig en niets belet om hen bij te scholen nadat ze aan de slag zijn gegaan.”