Omdat het aartsmoeilijk is om een nieuwe federale regering te vormen, moet de regering van lopende zaken nog maar eens overuren draaien. Helaas betekent stilstaan achteruitgaan, zeker voor ons krimpend defensieapparaat. Net voor de grote vakantie zijn er nog enkele interessante dossiers opgestart die we jullie zeker niet willen onthouden.

Aanpassing werkregime

De Defensiestaf is naarstig op zoek naar de nodige aanpassingen en middelen, om de attractiviteit van het militaire beroep te verhogen. Op 7 juni stelde DGHR een agenda voor, met acties op vier terreinen.

1. Afwezigheden

Een eerste luik waaraan gewerkt wordt is de mogelijkheid om krediet op te bouwen naar aanleiding van een uithuizigheid. Per 24 uur ononderbroken afwezigheid heeft men recht op twee uur. Deze afwezigheid kan ontstaan door operationele inzet, militaire bijstand, hulpverlening, intensieve dienst of tijdelijke zendingen (zoals cursussen). Om deze maatregel toe te passen, moet het reglement worden aangepast. In principe kan dit vrij snel worden gebeuren. De uiterste datum van inwerkingtreding is 1 januari 2020.

Een tweede luik is het tijdsparen. In afwachting van de invoering van een nieuw pensioenstelsel voor de militairen en van het ‘loopbaansparen’, wordt nu al een eerste stap gezet. Men wil een systeem ontwikkelen dat de militair in deze tussenperiode in staat stelt bepaalde bestaande ‘periodes van afwezigheid’, die niet gebruikt zijn binnen de momenteel geldende termijnen, toch te kunnen sparen. Dit tussentijds nieuw systeem zal ‘tijdsparen’ worden genoemd en moet worden uitgewerkt met het oog op een nog te ontwikkelen nieuw en permanent systeem van ‘loopbaansparen’.

De invoering van dit tussentijds nieuw systeem mag geen wijziging van wetgeving noodzakelijk maken. Het moet dus worden verwezenlijkt door hooguit de reglementen aan te passen. Alle bestaande systemen blijven (TGU, compensatie, variabele compensatie, dienstontheffingen), maar eenmaal per jaar is er een overdracht mogelijk naar de spaarpot ‘tijdsparen’. Een deel zal automatisch naar de spaarpot gaan, een ander deel zal op aanvraag worden overgedragen (zie schema).

De grootte van de spaarpot is onbeperkt. Daartegenover staat het voorstel van DGHR om het saldo van opname te beperken tot tien dagen per jaar. Hiermee gaan wij niet akkoord. Met het oog op werkbaar werk, wil men het aantal dagen wel verhogen op basis van de leeftijd. Op het einde van elk jaar heb je de keuze om verder te sparen of om het gehele of gedeeltelijk krediet te laten uitbetalen. Op het einde van de loopbaan heb je ook de keuze om het saldo in tijd op te nemen, het te laten uitbetalen of een combinatie van beide. De uiterlijke streefdatum voor het invoeren van deze regeling is 1 januari 2020.

2. Verlof officieren

Men wil opnieuw met ons van gedachte wisselen en kijken in hoeverre men het verlofsysteem van de officieren anders kan organiseren. Eerdere pogingen leidden niet tot een vergelijk met de Defensiestaf. We wachten af welke voorstellen er zullen komen.

3. Woon-werkverkeer

Men wil de vergoeding voor mutatie in het raam van de hervorming van Defensie uitbreiden naar alle mutaties. In 2018 hebben ongeveer een 4250 militairen een mutatie gehad. De vergoeding ervoor cumuleert met de verwijderingsvergoeding die ook nog op de plank ligt.

Op basis van de impact op het individu (een nieuwe werkomgeving = een investering van de betrokkene) wil men in een klein forfait (bij een mutatie naar een andere eenheid binnen het kwartier van herkomst) of een groot forfait (mutatie naar een ander kwartier) voorzien. Men wil niet meer werken op basis van afstand, omdat hiervoor een verwijderingsvergoeding wordt ingesteld. Deze laatste zal gelinkt worden aan het woon-werkverkeer en de sociale last die hiermee gepaard gaat. Het kleine of grote forfait voor mutatie zal in één keer worden betaald.

Om alles te kunnen uitvoeren moet er een Koninklijk Besluit worden geschreven. Dit heeft tijd nodig.

4. Werkregimes

Vooraleer de werkregimes kunnen worden aangepast, zullen we afspraken moeten maken over de maximale prestaties. De wet van 14 december 2000 regelt sommige aspecten qua organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector, zoals arbeids- en rusttijden en nachtarbeid, maar deze zijn niet van toepassing op het militair personeel. We hebben hiervoor een aparte regelgeving nodig.

Vervolgens wil men een maximale ‘Picking List’, na goedkeuring door de lokale overheid, instellen. Hierin zitten sowieso de glijtijden en enkele nieuwe werkregimes zoals:
- vier-vijfde gespreid over vijf dagen (minder arbeidstijd per dag)
- 38 uur gespreid over vier werkdagen in plaats van vijf
- een langere spreiding van de 38-urenweek.

Uiteraard is er voor een dergelijke flexibiliteit - waarbij de aanwezigheden en de afwezigheden zeer verschillend zullen zijn gezien het ruime aanbod - een goed tijdsregistratiesysteem nodig.

Eco mobiliteit

Momenteel zijn er zestien verschillende pendeldiensten tussen een militair kwartier en het station. Er deden de jongste tijd geruchten de ronde dat men deze zou willen afschaffen. Dat is niet het geval. De problemen die men heeft vastgesteld om de verschillende pendeldiensten open te houden, zijn het verouderd materiaal en een tekort aan personeel met het rijbewijs ‘bus’ (als gevolg van de komende pensioengolf).

Als oplossing voor dit probleem wil men de pendeldiensten nu uitbesteden. Er werd gekozen om niet alle pendeldiensten te laten uitvoeren door een civiel bedrijf, maar enkel de drukst bezette lijnen. De overige blijven bestaan met militair transport. Het dossier zal worden afrond voor het einde van dit jaar.

Uitbesteding - overzichtstabel

Hans Le Jeune

Dit artikel verscheen in Tribune 75.08