Rechtspositieregeling lokale en provinciale besturen: “De gemeentebesturen worden verder gepolitiseerd”

Nieuws vrijdag 31 maart 2023

 


Na voorgaande acties in Brussel, Antwerpen en Oostende, trok het gemeenschappelijk vakbondsfront van de openbare diensten op 13 maart naar Gent. Daar opende minister Somers het congres Lokale en Provinciale Politiek. De vakbonden verwelkomden de deelnemers met een pamflet waarin ze hun verzet tonen tegen de nieuwe rechtspositieregeling voor de lokale en provinciale besturen. Willy Van Den Berge, algemeen secretaris ACOD LRB, geeft tekst en uitleg.


Waarom deze zoveelste actie tegen een besluit van de Vlaamse Regering dat al definitief werd goedgekeurd?

Willy Van Den Berge: “Met deze actie willen we vooral onder de aandacht brengen dat minister Bart Somers het kaderbesluit Rechtspositieregeling heeft kunnen doordrukken door zich te bedienen van leugens en verzinsels, zowel ten aanzien van zijn eigen coalitiepartners als tegenover de oppositie in het Vlaams parlement. Zo vertelde hij meermaals dat bij de aanwerving van nieuwe personeelsleden het schriftelijk examen uit drie delen moet bestaan en dat dit dus onwerkbaar is. Het feit is dat dit nergens, maar dan ook nergens, zo bepaald is. Elk lokaal bestuur kon dit zelf invullen.
Daarnaast herhaalt hij telkens dat Vlaanderen de regels dicht gebetonneerd heeft en dat een stad met een half miljoen inwoners onder hetzelfde statuut moet werken als een stad met 5.000 inwoners. Beide stellingen zijn onwaar. Vlaanderen heeft nooit een eenvormig statuut opgelegd aan alle besturen, daartegen zouden de vakbonden zich ook verzet hebben. Elk lokaal bestuur had voldoende vrijheden om een eigen plaatselijk statuut te ontwerpen dat volledig verschillend kon zijn van het statuut van de buurgemeente. Vele steden en gemeenten hebben dat ook gedaan.
Ook het feit dat wij vakbonden, als vertegenwoordigers van de personeelsleden, totaal genegeerd werden tijdens de gesprekken over dit nieuwe besluit, zorgt ervoor dat wij deze zoveelste actie voeren. Minister Somers legt het overlegmodel tussen werkgevers en werknemers zomaar naast zich neer. Hij zal dat logisch vinden, want de manier waarop de coalitiepartners in de Vlaamse regering zelf in het stikstofdossier met elkaar omgaan, bewijst dat sommigen lak hebben aan een democratisch overlegmodel. Eerst moesten de vakbonden en het middenveld eraan geloven nu ook zelfs de eigen coalitiepartners…”


Minister Somers zegt net dat er nu nog meer autonomie en vrijheidsgraden worden gegeven aan de lokale besturen, daar kunnen jullie toch niet tegen zijn?


Willy Van Den Berge: “De vrijheidsgraden en mogelijkheden die er nu gegeven worden, zorgen ervoor dat elke vorm van objectiviteit teniet wordt gedaan. Drie zaken ter verduidelijking: de afschaffing van de diplomavoorwaarde, de afschaffing van externe deskundigen in de examencommissies en de verloning die kan gegeven worden ‘à la tête du client’.”


Is de afschaffing van de diplomavoorwaarde geen goede maatregel nu er een krapte op de arbeidsmarkt is? Iets waarop dit congres toch toespitst?


Willy Van Den Berge: “Dat zou een goede maatregel kunnen zijn indien er nog enige vorm van objectieve meting overblijft. Maar nu kan men met het nieuwe besluit afwijken van de diplomavereiste en ‘ervaring’ als gelijkwaardig beschouwen aan een diploma. Wat ik nu zeg staat letterlijk in de nota aan de Vlaamse regering: mensen die ervaring hebben opgedaan als vrijwilliger of in het kader van een stage, kunnen zo in aanmerking komen. Dit wil dus zeggen dat zonen en dochters van de burgemeester of een schepen enkele weken als vrijwilliger in het bestuur aan de slag gaan om vervolgens te kunnen solliciteren voor een functie op universitair niveau zonder het diploma te hebben. Waarom zou men nog naar school gaan? Dit zorgt niet enkel voor de waardevermindering van een diploma, maar is ook zeer ongelukkig voor de personeelsleden die wel via objectieve regels zijn binnengekomen.”


Zal het afschaffen van de externe deskundigen in de examencommissies ook voor een grotere subjectiviteit zorgen?


Willy Van Den Berge: “Natuurlijk. Sinds 1993 met de krachtlijnen Kelchtermans moest een examencommissie bestaan uit minstens de helft externe deskundigen, later in 2007 werd dit gereduceerd naar een derde en nu blijft daar niets meer van over. Men heeft dat er in het verleden niet zomaar ingeschreven, dit was om een zekere objectiviteit te garanderen bij de aanwerving van lokale ambtenaren en er zo voor te zorgen dat er aan objectieve dienstverlening werd gedaan. Nu komt dit allemaal op de helling te staan en zal de invloed van de politiek volgens ons groter worden bij de aanwerving van lokale ambtenaren.”


Wat met de verloning?


Willy Van Den Berge: “De besturen zullen nu zelf een stelsel van salarisschalen en functionele loopbanen kunnen opstellen waardoor ze dus veel gemakkelijker voor de ene functie enorm hoge lonen zullen kunnen uitbetalen en voor andere enorm lage. Als je dat combineert met het feit dat de diplomavereiste afgeschaft is en de objectiviteit van de examencommissies in twijfel kan getrokken worden, moeten we er geen tekening meer bij maken waarheen dit kan leiden.
Ook de werkgeversorganisatie VVSG was initieel tegen het loslaten van de salarisschalen gekant omdat ook zij beseft dat dit concurrentie zal teweegbrengen tussen de verschillende gemeenten. Maar nog los daarvan zal ook het personeel dat nu reeds aan de slag is bij de lokale besturen daarvan de dupe zijn. Beeld je eens in dat je al 20 jaar op de dienst ruimtelijke ordening werkt en plots komt daar iemand naast je zitten zonder diploma, maar die wel meer zal verdienen. Is dit het modern HR-beleid dat minister Somers heeft beloofd?”


Welke gevolgen vrees je?


Willy Van Den Berge: “De gevaren doen zich voor op verschillende niveaus. Eerst en vooral is er geen gemeenschappelijk personeelsbeleid meer mogelijk binnen de sector van de lokale besturen. De sector wordt afgeschaft. Toekomstige sectorale akkoorden worden op die manier onmogelijk.
Voorts vrezen wij dat de politieke willekeur een grote comeback zal maken. Dit ondermijnt rechtstreeks de zo belangrijke onafhankelijkheid van de lokale dienstverlening.
Ook staat de concurrentie tussen de besturen, zoals die nu georganiseerd wordt, haaks op het algemeen belang. Je lost de krapte op de arbeidsmarkt niet op door personeelsleden af te snoepen van kleinere besturen met minder middelen.
Ten slotte lopen we het risico dat bij wissel van de coalitie de besturen een ‘politieke reorganisatie’ onder het personeel zullen doorvoeren.
Als je ziet welke gevolgen dat allemaal met zich meebrengt, vragen wij ons af of het deontologisch eigenlijk wel te verantwoorden is dat een titelvoerend burgemeester in zijn tijdelijke rol als minister van Binnenlands Bestuur zwaar ingrijpt op de regels, de controle en het toezicht op de lokale besturen, terwijl hij waarschijnlijk straks doodleuk zijn ‘terugvalpositie’ als burgemeester weer opneemt.”


Wat hopen de vakbonden met deze acties te bereiken?


Willy Van Den Berge: “Wij willen dat de publieke opinie en de media door onze acties gewekt worden, want de eerste stap naar een meer gepolitiseerde dienstverlening is al gezet. Minister Somers wil echter nog veel verder gaan. Recent, toen de ministers van de Vlaamse regering nog even door een deur konden, diende zij een ontwerp van ontslagdecreet in bij het Vlaams parlement. Met dit decreet zal het mogelijk worden statutaire personeelsleden veel gemakkelijker te ontslaan en zullen ze enkel nog een ontslagvergoeding krijgen als ze onterecht, bijvoorbeeld, omwille van politieke redenen werden ontslagen. Ook voor de contractuele personeelsleden zal dit een invloed hebben want de top van de ambtenarij, die nog meestal statutair is, zal nu volledig naar de pijpen moeten dansen van de burgemeesters en schepenen. Hierdoor zal er geen enkele afscherming meer zijn tussen de politiek en de ambtenarij. We kennen intussen al voldoende voorbeelden van waartoe dat kan leiden.”