Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

Nieuws dinsdag 6 januari 2009

Van 70 naar 216 statutaire personeelsleden

Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) bestaat uit twee entiteiten: het agentschap en het Eigen Vermogen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (EV INBO). De bevoegdheden, personeelsleden, goederen, rechten en verplichtingen die samenhangen met de eigen vermogens van het Instituut voor Natuurbehoud en het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer werden toegewezen aan de rechtspersoon INBO.

Op het entiteitsoverlegcomité van 23 oktober 2008 stond de goedkeuring van het personeelsplan op de agenda, en dit voor het eerst sedert de oprichting van INBO. Deze goedkeuring is essentieel om te kunnen werven en bevorderen. Omdat er op het Eigen Vermogen enkel contractueel personeel kan worden geworven, was dit geen gemakkelijke oefening. De bereidheid van de directie en van administrateur-generaal Jurgen Tack om tot een degelijk en positief resultaat te komen, was groot.

Statutaire tewerkstelling

Het INBO heeft een historische achterstand in het aantal statutaire personeelsleden. Bij het start-personeelsplan in 2006 was slechts 17,5 procent van de personeelsleden statutair benoemd. Sindsdien is er een inhaaloperatie ingezet en momenteel is reeds 34 procent vastbenoemd. Het doel is om dit cijfer verder omhoog te brengen. Voor dit personeelsplan, dat een doorkijk heeft tot 2015, wordt voor alle C- en D-functies en specifiek voor de MOD-functies, een streefcijfer van 70 procent vastbenoemden voorgesteld. Voor de wetenschappelijke afdelingen, de wetenschapsondersteunende diensten en de advisering en rapportering wordt een streefcijfer van 50 procent vooropgesteld op niveau A en B.
Overeenkomstig het Koninklijk Besluit Algemene Principes worden een aantal onderzoeksfuncties ook in de toekomst beschouwd als tijdelijke en uitzonderlijke opdrachten. Zij worden dan ook niet statutair ingevuld. Dit is vooral het geval voor projectmatig onderzoek. Dit is logisch vermits het hier om tijdelijke onderzoeksopdrachten gaat die, naargelang de beleidsbehoeften, kunnen wijzigen.

Nieuwe loopbaanmogelijkheden

Het creëren van voldoende doorgroeimogelijkheden is voor ACOD zeker een aandachtspunt. Op dit vlak had het INBO immers een aanzienlijke achterstand. Naast de aparte wetenschappelijke loopbaan die in de Wetenschappelijke Instellingen is voorzien, biedt de invoering van N-2 functies meer loopbaanmogelijkheden en creëert dit meer billijkheid voor een aantal celhoofden. Daarnaast is er ook nagegaan in welke mate er nood is aan leidinggevende loopbanen binnen niveau B, C en D.
Op A-niveau worden vijftien A2-functies voorzien voor de leiding van de tien onderzoeksgroepen, de vier diensten in de afdeling Overkoepelende Diensten en de stafdienst. Binnen de stafdienst en de afdeling Overkoepelende Diensten worden vijf functies niveau B2 voorzien. Het gaat hier om de functie van Interne Controle en om functies die de aansturing van een team medewerkers impliceren. Binnen de wetenschappelijke afdelingen worden ook een aantal bevorderingsfuncties voorzien. Dit zijn in totaal zeven functies B2, vier functies C2 en twee functies D2. Behalve om de D2-functies, waar het handelt om ploegbazen, gaat het hier voornamelijk om expertenfuncties die nodig zijn om het gespecialiseerde (veld)werk in de onderzoeksgroepen op een kwalitatief hoogwaardige manier te ondersteunen.

Budgetneutraal

Deze operatie moest budgetneutraal zijn en werd dit ook. Het budget volgens de begrotingsopmaak voor 2008 bedraagt 10.070.880 euro; de raming van de kostprijs personeel INBO op jaarbasis bedraagt 9.371.905 euro. Er rest dus een saldo van 698.805 euro voor de invulling van dit personeelsplan. Het grootste deel van het saldo moest dus aangewend worden voor de realisatie van dit plan.
In het personeelsplan worden vijftien A2-functies voorzien en nog eens achttien leidinggevende en inhoudelijke loopbanen op niveau B, C en D. Bij de raming van de kostprijs wordt uitgegaan van een gemiddelde kostprijs van 10.000 euro, dus een totaal van 330.000 euro. Rekening houdend met de respectievelijke meerkost, voor de extra functies van 298.000 euro, is de totale meerkost dus 628.000 euro en blijft men binnen het voorzien budget.

Personeelsplan 'as is' en 'to be'

Deze resultaten zijn opmerkelijk en ACOD gaf een gunstig advies voor dit personeelsplan, met de bindende belofte van de uitbreiding van statutarisering van 70 voltijdsequivalenten (as is) naar 216 voltijdsequivalenten (to be). Bovendien is er de belofte dat de getallen in gunstige zin worden aangepast naargelang het aantal geslaagden in de generieke testen en andere examens. Met beperkte budgettaire mogelijkheden maar met gebruik van gezond verstand kan een resultaat op zich dus toch nog bevredigend zijn.