Uniformen voor penitentiair personeel: eindelijk een oplossing in zicht

Nieuws dinsdag 1 september 2020

 


Met de regelmaat van een klok brengen we in de Tribune verslag uit over de intussen jarenlange achterstand bij DG EPi in de levering van broeken, kostuums en jassen voor penitentiair beambten. Komt er nu eindelijk schot in de zaak?


Het gaat over een bestelling van twee miljoen euro en de ACOD heeft al vaak pogingen ondernomen om uit de impasse te geraken. Enkele weken terug vroegen we dringend bijeen te komen om een nieuw voorstel van ons te bespreken. De malaise duurt immers al veel te lang. Het is onaanvaardbaar dat het personeel uit pure noodzaak zelf voor zijn werkkledij moet zorgen en daar bovendien niet voor vergoed wordt. Blijven voortwerken zoals men al jaren bezig is, op basis van een aangepast ministerieel besluit (MB), is voor ons totaal onzinnig.


Het voorstel van de ACOD


De ACOD stelt voor om de kledijproblemen voor het penitentiair personeel op te lossen zoals dat gebeurt voor het personeel in de gesloten centra, zowel voor de aanschaf als voor de criteria en de vergoeding.

Een personeelslid dat voltijds werkt tijdens een volledig kalenderjaar krijgt een vergoeding uitbetaald om zelf zijn of haar uniform te kopen. Personeelsleden die deeltijds werken of die gedurende het kalenderjaar meer dan 30 dagen aaneensluitend afwezig zijn, krijgen een vergoeding die in verhouding staat tot hun prestaties tijdens het afgelopen jaar. Vakantie, recuperatieverlof, arbeidsongeval, beroepsziekte, ouderschaps- en moederschapsverlof vallen buiten de berekening van die 30 dagen. De betaling gebeurt in twee fasen: een eerste schijf van 50 procent in juni-juli (ideaal voor de solden) en een tweede schijf in januari-februari van het volgende kalenderjaar, waarin de verrekening van de (deeltijdse) prestaties zit.

De werkgever legt een duidelijk omschreven dresscode voor het uniform vast in een MB. De dresscode bepaalt normen waaraan de kledingstukken moeten voldoen om deel te mogen uitmaken van het uniform. Daarbij kan het gaan over een beschrijving van kleur, lengte, stof, zakken en dergelijke. De werkgever moet ook in logo’s voorzien om aan te brengen op de kledingstukken en bepalen waar en hoe die moeten aangebracht worden, bijv. gestikt of gestreken op okselhoogte en de borst. Ook de integratie van de identificatiebadge zou deel uitmaken van het uniform. Dit is een vraag van DG EPi, waarin de ACOD zich kan vinden omdat de badge deel uitmaakt van de wet op het penitentiair statuut dat in lopende zaken wordt uitgevoerd.


Goedkeuring langs werkgeverszijde


Tijdens het gevraagde hoger overlegcomité gaven de voorzitter en de directeur-generaal (DG) zeer snel te kennen tevreden te zijn over het constructieve voorstel van de ACOD en er de meerwaarde van in te zien. Ze erkenden dat het argument van de ACOD juist was, namelijk dat door de werkwijze te veranderen er een ongelooflijk groot logistiek titanenwerk wegvalt langs kant van de overheid. Verder zien ze in deze manier van werken ook de mogelijkheid om de budgettaire middelen beter en gemakkelijker goedgekeurd te krijgen door de inspecteur van Financiën. Uiteraard vinden zij ook het proportionaliteitsprincipe interessant omdat dit ook in hun eerdere versie van een nieuw MB vervat zat.

De ACOD wil vooral een verdere achterstand van levering vermijden door de verantwoordelijkheid voor de aankoop niet langer bij de overheid te leggen. Ook willen we de personeelsleden vergoed zien voor aankopen die zij zelf doen in functie van hun werkkledij. Een beter voorbeeld van een win-win situatie is de jongste tijd niet gezien bij DG EPi.


Welk budget?


Tijdens het hoger overlegcomité werd afgesproken om elkaar opnieuw te spreken in augustus, om de visie van DG EPi te kennen over de dresscode en af te spreken welk maximumbedrag er jaarlijks aan het personeel uitgekeerd zal worden. Op dit ogenblik budgetteert DG EPi jaarlijks 300 euro per personeelslid, een bedrag dat wat lager ligt dan het bedrag dat bij de gesloten centra gerekend wordt.

Uiteraard heeft dit te maken met aankopen in groot aantal en in Aziatische landen, iets waar de FOD Justitie begrip voor heeft. Men houdt er rekening mee dat een uitbreiding van de budgettaire middelen aan de orde is. Dat men op dit ogenblik door de huidige manier van werken met een achterstand zit van twee miljoen euro, ziet men als een argument om de minister van Begroting en de inspecteur van Financiën te overtuigen van de nieuwe aanpak. Ook het feit dat er logistieke rompslomp (en de daaraan gekoppelde kosten) wegvalt, is een troef volgens de FOD Justitie. Omdat de vergoeding een forfaitair bedrag is, hebben we laten verstaan dat om de zoveel jaren er over dat bedrag opnieuw moet kunnen onderhandeld worden, om het aan te passen aan de levensduurte. Ook daar had de FOD Justitie oren naar.


Wat met de lopende stock en bestellingen?


Er is natuurlijk nog een grote achterstand die weggewerkt moet geraken. Hiertoe hebben we voorgesteld om stuks die nog in stock zijn en die nog geleverd zullen worden door de huidige leveranciers, te verdelen onder personeelsleden in actieve dienst. De achterstallige stuks voor personeelsleden die niet langer in actieve dienst zijn, kunnen volgens ons beter financieel gecompenseerd worden, aangezien zij in hun actieve periode financieel hebben moeten instaan voor hun kledij en op dit ogenblik geen nut meer hebben van een uniform dat zij niet meer (mogen) dragen.


Nu snel gaan


We hopen het MB voor het personeel van de penitentiaire instellingen op 1 januari 2021 in voege te kunnen laten treden. We kunnen ook rekenen op de steun van de groene en blauwe vakbondscollega’s om ons voorstel goedgekeurd te krijgen.

De ACOD is ervan overtuigd dat met deze verandering er ook verbetering komt voor het personeel, dat de voorbije jaren bewezen heeft beter in staat te zijn zich van kledij te voorzien dan hun werkgever!



Robby De Kaey