Enquête: waarvan liggen de mensen in het onderwijs wakker?
Nieuws maandag 22 september 2025
Een enquête waarop meer dan 2.000 personeelsleden uit het onderwijs antwoordden, leerde ons wat leeft, waarvan mensen in het onderwijs wakker liggen. De ene keer bevestigde het wat we al lang wisten, maar soms viel er een verrassing. Een korte synthese.
Eind augustus lanceerden wij een enquête. We wilden de ervaringen, zorgen en verwachtingen van het onderwijspersoneel verzamelen. Het was een eerste stap naar een breder intern debat en een gesprek met alle leden over de toekomst van ons onderwijs.
Bovendien legden wij de antwoorden op onze enquête naast TALIS 2024 gelegd. TALIS, Teaching and Learning International Survey, is een grootschalig onderzoek naar de werk- en leeromstandigheden van leraren en schoolleiders.
Niet zo aantrekkelijk
We kregen 2.191 antwoorden, waaronder ongeveer 170 van niet-leden. De respondenten vormden een vrij goed representatief staal van het onderwijspersoneel, op het vlak van gender, leeftijd en onderwijsniveau.
Zij schatten de aantrekkelijkheid van hun beroep niet hoog in: op een schaal van 1 tot 5 geven ze 2,95. Ze verklaren dit in het algemeen door de planlast en administratieve druk, het gebrek aan waardering van het beroep en de grootte van de klasgroepen. Voor mannen blijken verloning en arbeidsvoorwaarden iets belangrijker te zijn dan voor vrouwen. Twintigers vinden dat het gebrek aan ondersteuning het beroep onaantrekkelijk maakt.
TALIS bevestigt dit beeld. Leerkrachten vinden dat de maatschappelijke waardering voor hun job laag is. Waar in 2013 nog bijna de helft van de Vlaamse leraren vond dat hun beroep maatschappelijk gewaardeerd werd, is dat aandeel nu gedaald tot een op vier in het lager en een op vijf in het secundair onderwijs. Bovendien is het aantal leerkrachten voor wie het onderwijs de eerste beroepskeuze is sinds 2018 gedaald met 10,7 procentpunten in het lager onderwijs en 16 procentpunten in het lager secundair onderwijs.
Planlast en neventaken lijken net wel (of net niet?) onder controle. De score is 2,57 op 5. Leerkrachten blijven dus verzuipen in administratie en andere taken die er volgens hen niet toe doen. De verschillen inzake leeftijd, gender en onderwijsniveau zijn te verwaarlozen.
De afbakening van het takenpakket vormt een groter probleem. Een score van 1,73 op 5 maakt duidelijk dat er nood is aan een kerntakendebat voor elke job in het onderwijs.
Eindeloopbaan en infrastructuur
De nood aan verlofstelsels om het einde van de loopbaan draaglijk te maken stijgt met de leeftijd. Jongere leerkrachten kennen ze niet of hebben er geen nood aan, maar oudere leerkrachten vinden dat ze onvoldoende toegankelijk zijn.
De infrastructuur op de werkplek voldoet niet voor veiligheid en gezondheid: 1,98 op 5. Enkel in het buitengewoon onderwijs komen we in de buurt van de 50 procent. Natuurlijk zijn er in Vlaanderen en Brussel scholen die voldoen aan moderne standaarden, maar het blijft een kleine groep. Er is nood aan een forse inhaalbeweging en dat vraagt serieuze investeringen van de overheid.
Grote klasgroepen
Grote klasgroepen maken het beroep onaantrekkelijk, zoals we hebben gezien. Wat is dan de ideale klasgrootte? De meeste personeelsleden willen een splitsingsnorm van 20 leerlingen. In het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs is dat 15 leerlingen.
Volgens TALIS zijn de klasgroepen in het Nederlandstalig onderwijs kleiner dan in de zestien EU-landen en de vijf beste PISA-landen die in de vergelijking betrokken zijn, maar is de personeelsondersteuning lager.
Met dit laatste zijn we het eens. De bewering dat de klasgroepen kleiner zijn dan in de andere landen uit de vergelijking, gaat voorbij aan de dagelijkse realiteit. Veel leerkrachten presteren hun diensten immers buiten de klas in BPT-uren, in het team van de directeur of bij het schoolbestuur. Hierdoor krijgen we een vertekend beeld van het gemiddelde aantal leerlingen per klasgroep.
Waarvoor opkomen?
Waarvoor moet ACOD Onderwijs volgens de respondenten strijden? In de eerste plaats voor de pensioenen, dan tegen planlast en voor afgebakende kerntaken en ten slotte voor het behoud en de uitbreiding van eindeloopbaanregelingen. De jongeren willen ook aandacht voor kleinere klasgroepen. Opmerkelijk is dat ook voor de twintigers het pensioen een belangrijk strijdpunt is. Ook zij zien in dat onze pensioenen een onderdeel van onze verloning vormen. De andere items liggen in het verlengde van de pijnpunten waarop we elders in de enquête de vinger leggen.
TALIS stelt dat planlast voor leerkrachten een belangrijke bron van stress is, niet zozeer omwille van de tijd die eraan besteed wordt, als wel door de aard van die taken.
In 2022 lanceerde ACOD Onderwijs haar negenpuntenplan (zie: www.acodonderwijs.be/lerarentekort) om het lerarentekort aan te pakken. De respondenten vonden vier van deze punten bij uitstek belangrijk: het evenwicht werk-privé, (andermaal!) een werkbare klasgrootte, minder planlast en een waarderende loopbaan.
Legitiem
Ten slotte vroegen we wat het meest stoort aan het beleid van de Vlaamse en de federale regering. Het antwoord bij uitstek was de afbraak van de pensioenen, gevolgd door de structurele besparingen op onderwijs en zorg en het gebrek aan een langetermijnvisie op onderwijs.
Deze enquête illustreert dat ACOD Onderwijs al lang hamert op wat leeft op de werkvloer. Zij legitimeert de eisen waarmee we naar de minister van Onderwijs en naar die van Pensioenen blijven stappen.
Wij danken de leden en de niet-leden die aan de enquête hebben deelgenomen.
Je kan de resultaten van de enquête bekijken op onze website (www.acodonderwijs.be/ wakker-2).
nancy.libert@acod.be