Vlaams Brede Heroverweging: niet onaantastbaar, maar ook geen schaamlapje

Nieuws woensdag 2 februari 2022

 


De Vlaamse regering liet afgelopen jaar door de administratie een ‘Vlaams Brede Heroverweging’ (VBH) doorvoeren om ‘een grondige doorlichting van alle uitgavenposten en kostendekkingsgraden binnen de Vlaamse begroting’ te bekijken. Het doel: de kwaliteit van de openbare financiën verbeteren op het vlak van (beheers)efficiëntie en (beleids)effectiviteit. Op zich nuttig. Maar…


Iedereen weet dat het zo nu en dan aangewezen is het eigen huishoudboekje tegen het licht te houden om te zien of elke uitgave nog wel verantwoord is. Moet er niet van elektriciteitsleverancier worden veranderd? Zijn we niet ‘oververzekerd’? Wat geldt voor een gezin, geldt ook voor een overheid. Er zijn echter voorwaarden waaraan een goede heroverweging moet voldoen. Daar knelt bij de VBH soms het schoentje. Hierbij onze aanbevelingen.


Een doorlichting is geen besparingsoefening


Een doorlichting moet efficiënter beleid opleveren. Dat kan tot besparingen leiden, maar evengoed tot extra uitgaven. Net op dit cruciale vlak heeft de Vlaamse regering de bal misgeslagen. Een van de belangrijkste vragen aan de administratie was immers: “Op welke manier(en) kan er een besparing aan uitgavenzijde van 5 procent respectievelijk 15 procent worden gerealiseerd?” Een te duidelijk besparingsperspectief staat een goede heroverweging in de weg: er wordt gefocust op besparingen in plaats van op verbeteringen. Een goede ambtelijke doorlichting moet gebeuren zonder politieke inmenging (en dat deed de Vlaamse regering goed), maar ook zonder het besparingszwaard van Damocles boven het hoofd (en dat ging minder goed).


Alle diensten gelijk


Opvallend is het grote verschil in aanpak bij de verschillende Vlaamse administraties. De ene dienst had duidelijk meer ervaring dan de andere met het doorlichten van zijn uitgaven, maar ook inhoudelijk verschilde de aanpak. Waar bij sommige diensten het gehele uitgavenpakket onder de loep lag, beperkte de andere dienst zich tot slechts delen ervan. Deze verschillen in aanpak zijn ongetwijfeld het gevolg van een gebrek aan ervaring met deze nieuwe vorm van doorlichting, maar worden best niet bestendigd om te voorkomen dat alle diensten zich beginnen richten op de weg van de minste weerstand. Een uniforme aanpak wordt liefst zo snel mogelijk ingevoerd.


Haast en spoed…


De snelheid waarmee deze eerste VBH tot stand kwam, was groot en dat had gevolgen voor de resultaten. In volle coronacrisis is het lastig heldere evaluaties en duidelijke keuzes voor de toekomst te maken. Willen we de VBH ernstig nemen, dan zullen de verschillende administraties meer tijd moeten krijgen en zal de heroverweging liefst ook in minder crisisgevoelige periodes gemaakt worden. Onder tijdsdruk worden slechts zelden de beste keuzes gemaakt.


Essentieel: heldere communicatie


Het staat een regering vrij om maatschappelijke keuzes te maken. Maar gebruik de ene keer niet de VBH om de keuzes te verantwoorden (zoals bij de afschaffing van de meeneembaarheid van de registratierechten) om enkele ogenblikken later precies het tegenovergestelde te doen (zoals bij de besparingen op het Groeipakket, wat door VBH was afgewezen). VBH is geen onaantastbaar document, maar mag ook geen schaamlapje zijn.


Maatschappelijk draagvlak


Wil men de VBH op een hoger niveau tillen, dan is een grotere inbreng van het Vlaams parlement nodig. Dat kan aan de hand van hoorzittingen met specialisten en het maatschappelijk middenveld door in een zo breed mogelijke consensus krijtlijnen uit te zetten waaraan de VBH moet voldoen. Op die manier vermijd je dat regeringen om de haverklap van aanpak veranderen en kan de VBH uitgroeien tot een instrument dat het beleid echt efficiënter maakt. We roepen het Vlaams parlement dan ook op om de regie op te eisen.

 

Bron: Echo ABVV