Over arbeidsreglementen en prikklokken

Nieuws maandag 2 april 2007




Sedert 1 juli 2003 moeten ook in de publieke sector arbeidsreglementen worden opgemaakt. In verschillende departementen en agentschappen van de Vlaamse overheid wordt daarover momenteel overlegd. Dat pas het afgelopen jaar algemeen werd gestart met de opmaak van een arbeidsreglement heeft uiteraard veel te maken met de herstructurering van de Vlaamse overheidsdiensten (BBB). Ook het veeleer lauwe enthousiasme van heel wat lijnmanagers en HR-verantwoordelijken speelt een rol.


Enkele vaststellingen

Een aantal departementen en agentschappen zijn innoverend, zonder het Vlaams Personeelsstatuut geweld aan te doen. Andere schudden een ontwerpreglement uit de mouw, waarvan sommige regelingen zonder meer in tegenspraak zijn met het personeelsstatuut. Dit kan uiteraard niet. In een drietal departementen en evenveel agentschappen werd voorgesteld om de prikplicht af te schaffen of de personeelsleden niet langer te verplichten de arbeidstijd te registreren.

In tegenstelling tot wat sommige lijnmanagers beweren, is ACOD op dit vlak helemaal niet 'conservatief'. Ook voor ons hoeft er niet per se geprikt te worden. De prikklok is tenslotte maar een instrument om de aanwezigheid op de werkplek te meten. Wat ons meer interesseert zijn de gevolgen voor de personeelsleden die niet langer hoeven te prikken. Wat is de impact hiervan op glij-, stam- en servicetijden? Wat zijn de mogelijkheden om het teveel aan gepresteerde uren te recupereren? Of kunnen personeelsleden die niet hoeven te prikken ook geen uren te veel presteren? Hoe de (eventuele) overuren gemeten worden, is voor ons een raadsel. Is het conservatief om een aantal pertinente vragen te stellen, waarop vakbonden en personeelsleden een duidelijk antwoord verwachten? Voor ons is het in ieder geval duidelijk: geen antwoorden = geen goedkeuring van het arbeidsreglement.


De wettelijke bepalingen

Volgens de wet moet in het entiteitsoverlegcomité een eenparig gemotiveerd advies worden uitgebracht over de bepalingen van het arbeidsreglement. Bij gebrek aan een eenparig advies wordt het geschil of de betwisting binnen de 15 kalenderdagen door de voorzitter van het overlegcomité meegedeeld aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, inspectie van de sociale wetten. Deze dienst tracht dan binnen een termijn van 30 kalenderdagen de uiteenlopende standpunten te verzoenen. Indien men daarin niet slaagt, wordt het geschil binnen de 15 kalenderdagen na het proces-verbaal van niet-verzoening door de voorzitter van het entiteitsoverlegcomité aanhangig gemaakt bij het bevoegde sectorcomité XVIII. Na onderhandeling en de afsluiting van het protocol van akkoord of niet-akkoord, stelt de overheid het arbeidsreglement vast of brengt de wijzigingen in het arbeidsreglement aan.


Ons besluit
Indien sommige lijnmanagers het ietsje te gortig maken, zijn onze vakbondsafgevaardigden allesbehalve weerloos. De af te werken (beroeps)procedure betekent niet alleen gezichtsverlies voor de lijnmanager, bij wie het blijkbaar aan de vereiste sociale vaardigheden ontbreekt, maar ze zadelt de Vlaamse overheid meteen op met een aantal procedureveldslagen. Aan onze vakbondsafgevaardigden werd de boodschap meegegeven: wees correct, maar assertief. Aan de lijnmanagers zouden wij de boodschap willen geven: wees correct en verzint eer ge begint.