
Voorwaarden voor inclusief onderwijs : meer handen in de klas zijn nodig
Nieuws woensdag 4 januari 2017
Wat zijn de gevolgen van het M-decreet vandaag in de klas en op school? ACOD Onderwijs hoorde de afgevaardigden en besturen, bracht de probleemvelden in kaart én deed een constructief voorstel aan de overheid.
Net voor het herfstverlof bracht de overheid een consultatienota uit: ‘Krijtlijnen voor de uitbouw van een ondersteuningsmodel voor het gewoon onderwijs, gebaseerd op samenwerking vanuit eigen sterktes van het gewoon onderwijs en het buitengewoon onderwijs als dienstverlening’. Aan de hand van deze discussietekst hebben we onze afgevaardigden en besturen in de provincies en de regio Brussel geconsulteerd over de implicaties van het M-decreet, over een mogelijk ondersteuningsmechanisme als tussenstap naar een meer inclusief onderwijs en over de rol van het buitengewoon onderwijs.
Onderwijs in evolutie
De huidige leerplichtonderwijsstructuur is een uitgebreid netwerk van scholen voor ‘gewoon’ onderwijs, en instellingen en scholen voor buitengewoon onderwijs. Het is in de tweede helft van vorige eeuw tot stand gekomen als antwoord op het toenmalig inclusief onderwijs. Zo slaagde de overheid er met zware (financiële) inspanningen in om kinderen en jongeren met functiebeperkingen en specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften onderwijs op maat te geven.
Ondertussen leggen we andere klemtonen in de benadering van het begrip ‘handicap’, van ‘wat een individu niet kan’ naar ‘de interactie tussen het individu met specifieke behoeften en de omgeving’. In deze nieuwe visie beschouwt men deze doelgroep nu als leerlingen met specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften.
In de laatste decennia staat ook een groep ouders en jongeren erop een plaats te krijgen in de gewone school. De verwachtingen tegenover specifieke leertrajecten en extra zorg in de gewone school groeien evenredig. De taakbelasting en de werkdruk voor het personeel zijn daarentegen exponentieel gegroeid: meer administratie, deadlines en overleg. Dit werd nog maar eens duidelijk bevestigd tijdens onze consultatieronde in de regio Brussel en de provincies.
De boodschap
De boodschap die de ACOD-afgevaardigden tijdens de consultatieronden gaven, is duidelijk: “Samen als het kan, apart als het moet!” Er zijn onvoldoende middelen om inclusief onderwijs te realiseren en om scholen van het gewoon onderwijs buitengewoon te maken. Dan is een apart ondersteuningsmodel niet aan de orde. Er is nood aan meer handen in de klas en in de school, kleinere klasgroepen, snelle en efficiënte reacties op de hulpvraag van de leerkracht of het schoolteam en vooral voldoende tijd voor professionalisering van iedere leerkracht.
De invoering van het M-decreet en het decreet Integrale Jeugdhulp treft ook de CLB-medewerker. Door de verruiming van het takenpakket en de verhoging van de administratieve verplichtingen komt hij minder op school. Nochtans rekent men op een nauwere samenwerking tussen de school en het CLB, wanneer het zorgbeleid van de school niet meer volstaat voor een kind.
Daarnaast stellen we vast dat het in deze maatschappelijke en budgettaire context niet mogelijk is om elk kind in iedere school te integreren. Sinds het M-decreet zijn er vooral in het buitengewoon basisonderwijs minder leerlingen en verliest het (buitengewoon) onderwijs tijdelijk statutaire personeelsleden met expertise. Maatregelen voor het personeel zijn vooral urgent in het basisonderwijs met het oog op volgend schooljaar. Voor het secundair onderwijs is aandacht vereist voor het vervolgtraject van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften wat betreft de arbeidsmarkt. Omdat de consultatienota vooral ontstaan is vanuit een kijk op basisonderwijs, heeft het secundair onderwijs nog tijd nodig om met de huidige waarborgregeling te experimenteren.
Voorstel van de ACOD
Rekening houdend met alle elementen uit de input van de consultatieronde, heeft ACOD Onderwijs – wat het basisonderwijs betreft – een duidelijk voorstel meegegeven aan de overheid:
■1. Versterk het zorgbeleid van de scholen met ‘meer handen in de klas of op school’. Beperk de klasgrootte, zodat het voor de leerkracht haalbaar blijft om elk kind de nodige aandacht te geven. Investeer de lestijden die vrijkomen in het buitengewoon onderwijs in het gewoon onderwijs en versterk zo het zorgbeleid van de school. Leerkrachten en gon-begeleiders uit het buitengewoon onderwijs kunnen in deze gekleurde bijkomende punten aangesteld worden. Zo blijft expertise structureel in het onderwijs.
■2. Investeer daarnaast de uren (paramedisch, medisch, sociaal, …) die vrijkomen in het buitengewoon onderwijs, in het CLB en creëer zo extra mogelijkheden voor het schoolteam, wanneer uitgebreide zorg noodzakelijk is. Op het moment dat het CLB betrokken wordt in het handelingsgericht traject van een leerling, kan het reeds de minimale ondersteuning (leerlinggericht en/of leerkrachtgericht) leveren zonder een diagnose af te wachten of een gemotiveerd verslag te moeten opmaken. Hierdoor wordt kort op de bal gespeeld.
■3. Ook zullen we tijdens het loopbaandebat ‘tijd voor overleg’ en ‘tijd voor én nood aan professionalisering’ verdedigen als meetbare elementen en een alternatief voorstel.
Het is voor ACOD Onderwijs uitermate belangrijk dat het welbevinden van zowel leerling als personeelslid centraal staat.
jeanluc.barbery@acod.be