
Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening
Nieuws zondag 13 november 2005
Pensioenen in de verdrukking?
Een eigen pensioenkas
Het statutair, en dus vastbenoemd, personeel van de VMW behoort tot de Vlaamse publieke sector. De maatschappij is als parastatale van het type B opgenomen in bijlage I van de wet van 16 maart 1954 betreffende de administratieve en budgettaire controle. Het statutair personeel geniet van een eigen rechtspositieregeling en pensioenstatuut. Door de maatschappij werd een eigen pensioenkas opgericht, die wordt beheerd door Ethias. Alhoewel de pensioenreserves in 1988 meer dan 57 miljoen euro bedroegen (bijna 2,3 miljard Belgische frank), wordt er door de Consultatieve Pensioencommissie waarin ook de vakbonden zijn vertegenwoordigd, nauwlettend over gewaakt dat de beschikbare financiële middelen de aangegane verbintenissen rond pensioenen dekken.Het verleden
Reeds tijdens de onderhandelingen over het sociaal akkoord 2003-2006 werd duidelijk dat de werkgeversbijdragen (26%) en de werknemersbijdragen (7,5%) niet voldoende zijn om op langere termijn de wettelijk vereiste dekkingsgraad te waarborgen. Meer zelfs, wil men op termijn garanderen dat er geen 'intering' komt, dan zal de totale pensioenbijdrage in 2025 maar liefst 45% van de totale loonmassa moeten bedragen. In het sociaal akkoord 2003-2006 werd dan ook een verhoging van de patronale pensioenbijdragen ingeschreven met telkens 1% in 2003 en 2005, zodat de werkgeversbijdrage nu 28% bedraagt. De kostprijs van deze verhoging bedraagt in totaal ± 736.000 euro.De toekomst
Door de Consultatieve Pensioencommissie werd vastgesteld dat de situatie vrij ernstig blijft en er dringend maatregelen moeten worden genomen. Zo ligt de huidige bijdragevoet (28% van de loonmassa) fors onder de huidige pensioenlast (43,3% van de loonmassa). De prognose is dat in 2026 de pensioenlasten oplopen tot 58% van de loonmassa. Simulaties tonen aan dat bij een ongewijzigd beleid de pensioenreserves reeds vanaf 2008 moeten worden aangesproken en het fonds in 2025 volledig zou zijn uitgeput. Het pensioendecreet van de VMW bepaalt dat de bijdragevoet moet worden aangepast zodra binnen een tijdshorizon van 20 jaar er een intering dreigt op de pensioenreserves. In een eerste fase moet minstens het niveau worden gehaald dat van toepassing is bij de pool van de parastatalen (32,5% i.p.v. 28% nu). De kostprijs hiervan wordt geraamd op 1,7 miljoen euro per jaar. Om de leefbaarheid van het fonds te waarborgen, is het aangewezen om vanaf 2007 de bijdragevoet jaarlijks met 1% te laten stijgen. De kostprijs hiervan wordt geraamd op ongeveer 392.000 euro per jaar.Ons standpunt
De Raad van Bestuur besliste om deze maatregelen te bespreken met de vakbonden en deze te kaderen in de toekomstige sociale akkoorden. Voor ACOD is dit alvast een heikel punt. Enerzijds wentelt de werkgever zijn wettelijke verplichtingen af op de actieve personeelsleden en legt zo een hypotheek op de nog te onderhandelen toekomstige sociale akkoorden. Anderzijds zou de werkgever zonder meer zijn wettelijke verplichtingen kunnen nakomen, maar de beschikbare budgettaire enveloppe voor het afsluiten van een sociaal akkoord met een gelijkwaardig bedrag verminderen. Voor ACOD is het moeilijk verteerbaar dat een overheidswerkgever zijn wettelijke verplichtingen afwentelt op het personeel. Het is eveneens verontrustend dat een Vlaamse overheidsdienst al jaren een kleinere bijdrage stort in het pensioenfonds (28 i.p.v. 32,5%) dan deze die door de andere Vlaamse overheidsdiensten wordt betaald aan de pool van de parastatalen. De gemakzuchtige voorstellen van de Raad van Bestuur kunnen dan ook helemaal niet op ons begrip rekenen.