
Vakantiegeld 2018: besparing zonder koopkrachtverlies
Nieuws woensdag 2 mei 2018
Hoe wordt het vakantiegeld voor 2018 berekend in het onderwijs? Een besparingsmaatregel maakt het wat ingewikkelder, maar er is geen koopkrachtverlies aan verbonden.
Bij de begrotingsopmaak 2013 besliste de Vlaamse Regering dat de onderwijssector 82 miljoen euro moest besparen. Een raamakkoord tussen de Vlaamse Regering en de vakbonden zorgde ervoor dat deze besparing voor 2014 en 2015 gerealiseerd werd zonder koopkrachtverlies voor de personeelsleden door het vakantiegeld voor vastbenoemd en tot de proeftijd toegelaten personeel te verminderen en tegelijkertijd de eindejaarstoelage met eenzelfde bedrag te verhogen.
Deze maatregel zal tot en met de uitbetaling van het vakantiegeld in 2020 blijven bestaan. Vanaf 2021 wordt het vakantiegeld opnieuw op 92 procent gebracht voor iedereen, de aanpassing van de eindejaarstoelage valt dan ook weg.
Berekening voor tijdelijken
Net als in de voorbije jaren, zal de berekeningsbasis voor je vakantiegeld afhankelijk zijn van je statutaire toestand. Als je in 2017 diensten hebt gepresteerd als tijdelijke, dan bedraagt je vakantiegeld dit jaar 92 procent van je brutosalaris van maart 2018.
Berekening voor vastbenoemden
Heb je in 2017 uitsluitend diensten gepresteerd als vastbenoemd of tot de proeftijd toegelaten personeelslid, dan bedraagt je vakantiegeld dit jaar 70,26 procent van je brutosalaris van maart 2018. Bij de eindejaarstoelage 2018 ontvang je dan het verschil tussen 92 procent en 70,26 procent, nog vermenigvuldigd met de coëfficiënt 1,0368 ter compensatie van de verschuldigde werkgeversbijdrage voor de verzekering geneeskundige zorgen (VGZ).
Enkele voorbeelden
► Een tijdelijk kleuteronderwijzer met een geldelijke anciënniteit van 5 jaar en 3 maanden op 1 maart 2018 heeft gedurende het hele referentiejaar 2017 voltijds gewerkt. Berekening van het vakantiegeld 2018:
■ Geïndexeerd maandsalaris van maart 2018: 2786,13 euro.
■ 92 procent van dit maandsalaris bedraagt: 2563,24 euro.
■ Het bruto vakantiegeld bedraagt: 2563,24 euro.
► Een vastbenoemd kleuteronderwijzer met een geldelijke anciënniteit van 5 jaar en 3 maanden op 1 maart 2018 heeft gedurende het hele referentiejaar 2017 voltijds gewerkt. Berekening van het vakantiegeld 2018:
■ Geïndexeerd maandsalaris van maart 2018: 2786,13 euro.
■ 70,26 procent van dit maandsalaris bedraagt: 1957,53 euro.
■ Het bruto vakantiegeld bedraagt: 1957,53 euro.
Voor dit personeelslid zal het verschil tussen 92 procent en 70,26 procent (2563,24 – 1957,53 = 605,71), vermenigvuldigd worden met 1,0368 (605,71 x 1,0368 = 628,00) en vervolgens toegevoegd worden aan de eindejaarstoelage 2018.
raf.deweerdt@acod.be