
Deeltijds personeel: voorrang voor voltijdse betrekking
Nieuws maandag 19 maart 2018
De sociaaleconomische barometer van 2017 gaf al duidelijke cijfers: het aantal deeltijdse werknemers neemt sterk toe. Met deeltijds werk kan je echter niet altijd ontsnappen aan de armoede. Een voorrangsregeling voor deeltijdse werknemers bij het vacant komen van een voltijdse job kan misschien helpen.
De tewerkstelling met deeltijdse contracten steeg van 17 procent in 2000 naar 24 procent in 2016. Vooral vrouwen werken deeltijds (42 procent), mannen veel minder (toch ook 10,8 procent). Onze regeringen proberen deze cijfers te verdoezelen door te spreken over ‘eigen keuze’ en ‘de mogelijkheid om een goede balans te vinden tussen werk en privé’. Dat is echter slechts een klein deel van de verklaring. De deeltijdse tewerkstelling is vooral ingegeven door de door de werkgevers gewenste flexibiliteit. Het mirakel van de flexi-jobs betekent immers vaak dat personeelsleden in onzekerheid worden geduwd. Werknemers zijn verplicht om een deeltijdse job aan te nemen, wegens gebrek aan volwaardige reguliere jobs.
‘Working poor’
Bovendien zijn er steeds meer mensen die werken en toch arm zijn. Hiervoor kan gekeken worden naar de cijfers van de dienst Maatschappelijke Integratie. Het aantal mensen dat werkt en tegelijk een leefloon nodig heeft om rond te komen, is de afgelopen tien jaar verdubbeld. Ook hier gaat het voornamelijk over vrouwen en jongeren. Kwetsbare groepen zijn blijkbaar niet belangrijk voor onze regeringen.
Om de werkloosheidsval te vermijden, werd een systeem van inkomensgarantie geïnstalleerd. De inkomensgarantie-uitkering dient om de drempel van werkloosheid naar werk te verlagen. Werklozen die een deeltijdse job aanvaarden, kunnen onder bepaalde voorwaarden bovenop hun loon een uitkering ontvangen van de RVA. Dit moet je in staat stellen om toch een volwaardig loon te krijgen. Ook deze regeling werd onder onze regering nog verstrengd.
Valt er nog te lachen?
Nee, te lachen valt er absoluut niet meer. Maar met wat goede wil vinden we in de Programmawet van 25 december 2017 misschien een maatregel die voor sommigen een lichtpuntje kan betekenen. Voor alle duidelijkheid: een Programmawet is een allegaartje van bepalingen die samen met de begroting wordt ingediend in het parlement. De wijzigingen zijn nodig om de begroting te doen kloppen.
Naast bepalingen met betrekking tot de uitbreiding van de flexi-jobs, de winstpremies, de loonbonus, e-commerce, de activeringsbijdrage, de Wyninckx-bijdrage en de verhoging van de beurstaks, wordt er een artikel (artikel 68) gewijd aan de voorrangsregeling voor deeltijdse werknemers. Het Belgische arbeidsrecht verplicht de werkgevers om voorrang te geven aan deeltijdse werknemers indien er vacatures zijn met meer uren in eenzelfde functie. Tot nog toe werden werkgevers echter niet gesanctioneerd als ze zich niet hielden aan deze verplichting. De Programmawet voert nu wel een sanctie in, namelijk een responsabiliseringsbijdrage van 25 euro per maand per deeltijdse werknemer.
Wat betekent voorrangsregeling voor deeltijdsen concreet?
Een deeltijds (contractueel) personeelslid met behoud van rechten (en aangeworven sinds 1 januari 2018), dat een inkomensgarantie-uitkering geniet, kan deze voorrangsregeling inroepen ten aanzien van zijn werkgever. Het volstaat hiervoor om een schriftelijke vraag te richten aan het bestuur met de vermelding dat men voltijds wenst te werken of meer uren wenst te werken.
Op dat ogenblik is de werkgever verplicht om alle vacante voltijdse of deeltijdse betrekkingen mee te delen. Als de nieuwe functie overeenstemt met je huidige functie, krijg je vervolgens voorrang tot die functie.
Als je onder de voorwaarden van deze maatregel valt en je bent geïnteresseerd in meer uren of in een voltijdse betrekking, schrijf dan alvast je bestuur aan. Indien gewenst, kan je gerust contact opnemen met je gewestelijke secretaris, die je hierbij kan helpen.
Willy Van Den Berge, Gert Vlasselaer