Brandweer: wijziging verlof voorafgaand aan de pensionering

Nieuws maandag 3 september 2012

Recentelijk werd er tussen de minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet en de vakbonden een akkoord bereikt over een ontwerp tot wijziging van het KB van 3 juni 1999 over de organisatie van een verlof voorafgaand aan het pensioen. Dit ontwerpbesluit kadert binnen de hervorming van de pensioenen, waaronder de overheidspensioenen in het algemeen en dus ook de pensioenen van de brandweerlui vallen.

Wat verandert niet

- Het verlof blijft facultatief. De lokale overheden, die het financieren, kunnen het dus al dan niet voorzien en blijven de kostprijs betalen voor de vervanging van de brandweermensen in verlof.
- De voorwaarde van 25 jaar toelaatbare diensten voor het overheidspensioen waaraan de kandidaat voor het verlof moet beantwoorden (onder voorbehoud van de hierna toegelichte bijkomende voorwaarden).
- De geldelijke voorwaarden blijven onveranderd, evenals de regels om het pensioen te cumuleren met een toegestane activiteit.
- De werkgevers kunnen het altijd toepasbaar maken op alle graden of op bepaalde categorieën of graden.

Wat verandert wel

- De leeftijd waarop het verlof kan beginnen, wordt geleidelijk opgetrokken van 56 jaar in 2012 naar 58 jaar in 2016 in de volgende stappen 2013: 56,5 jaar, 2014: 57 jaar, 2015: 57,5 jaar, 2016: 58 jaar.
- Op het einde van de verlofperiode moet de brandweerman of -vrouw beantwoorden aan de nieuwe voorwaarden om met pensioen te gaan, voorzien in de wet van 28 december 2011 (pensioenhervorming). Deze bepaling voorziet twee essentiële elementen: de vroegtijdige pensioenleeftijd wordt opgetrokken van 60 naar 62 jaar (hoewel het mogelijk zal blijven om onder bepaalde voorwaarden op 60 jaar te vertrekken) en een loopbaaneis van 42 jaar (alle diensten samen, privé/openbaar, werkloosheid, ziekte, zelfs bepaalde studies).
- De maximumduur van het verlof, beslist door de werkgever, kan 2, 3 of maximum 4 jaar zijn, al naargelang de leeftijd tussen 58 en 62 jaar.
- Hoe dan ook zal een brandweerman of -vrouw altijd met pensioen moeten gaan zodra hij of zij beantwoordt aan de voorwaarden om met vervroegd pensioen te gaan.
- De aanvraag moet maximum 1 jaar en minimum 3 maanden voor de aanvang van het verlof worden ingediend.
- Het nieuwe besluit heeft geen vervaldatum. Toch kan de overheid maar voor maximum 5 jaar beslissen een systeem van voorafgaand verlof te voorzien. Daarna moet ze eventueel een nieuwe beslissing nemen via de gemeenteraad.

Overgangsstelsel

Tussen 60 en 62 jaar wordt een progressief overgangsstelsel voorzien. Momenteel buigt de regering zich over een bijzonder overgangsstelsel voor het personeel van wie het pensioen in 50'sten wordt berekend, wat dus het geval is voor de brandweermensen. Voor zover we weten zouden de jaren bij de brandweer worden opgewaardeerd voor de berekening van de loopbaanvoorwaarde (1 jaar is gelijk aan 1,2 jaar). In deze context zou ook rekening worden gehouden met de dienstjaren als vrijwillige brandweerman of -vrouw.

Overgangsbepalingen

Hoe zit het met de verloven die reeds bezig zijn, de ingediende aanvragen en de reglementen die nu nog van kracht zijn? Het nieuwe KB voorziet hier ook overgangsbepalingen voor de personeelsleden die hun verlof hebben aangevraagd voor 28 november 2011, en die het aanvatten in het jaar, dat volgt op de aanvraag. Zij behouden het recht maar ook de verplichting om op de leeftijd van 60 jaar vervroegd met pensioen te gaan. De personeelsleden die hun aanvraag na deze datum hebben ingediend, moeten aan de nieuwe bepalingen inzake loopbaananciënniteit voldoen.

De minister heeft de werkgevers een omzendbrief gestuurd om de toekenning van het verlof voorafgaand aan de pensionering volgens de oude regels te onderbreken, aangezien deze regels vanaf 2013 in strijd zijn met de vereisten van de wet van 28 december 2011. Deze omzendbrief kan verkregen worden op het regiosecretariaat: tel. 02/508.58.25 of mail lrb@acod.be.

Mil Luyten