De zesde staatshervorming zorgt weliswaar niet voor de volledige afschaffing van het provinciale bestuursniveau, maar de Vlaamse regering zet wel in op een flinke afslanking. In de praktijk zullen de zwaartepunten liggen bij een sterker lokaal bestuursniveau met meer bevoegdheden en beleidsvrijheid én bij een meer kaderstellende Vlaamse overheid.

De taken en bevoegdheden op het gebied van ‘persoonsgebonden’ aangelegenheden van de provincies zouden vanaf 1 januari 2017 overgaan naar de lokale besturen en/of de Vlaamse overheid. Dit betekent dat de provincies niet langer bevoegd zijn voor domeinen als jeugd, cultuur, sport, welzijn, gelijke kansen en cultureel erfgoed. Ook het financiële budget verschuift mee met de bevoegdheden van de provincies naar de lokale overheden of de Vlaamse overheid. Wat overblijft, zal als een dotatie doorgestort worden naar de provinciebesturen ter financiering van hun resterende bevoegdheden en taken.

Wat met het personeel?

Zowat 700 provinciale personeelsleden zullen de overstap naar de gemeenten en/of Vlaamse overheid moeten maken. Het voorontwerp van decreet bevat de nodige basis voor de overdracht van de personeelsleden, de roerende en onroerende goederen, en alle mogelijke rechten en plichten die verband houden met de overdracht van de bevoegdheden. Momenteel is men deze overdracht aan het voorbereiden en inventariseren.
Tegelijkertijd werden onderhandelingen gestart in sectorcomité C1 voor de lokale en regionale besturen rond de overdracht van de personeelsleden. Voorlopig liggen de volgende garanties op tafel voor het personeel:
- Behoud van de hoedanigheid.
- Behoud van de graad of het verkrijgen van een gelijkwaardige graad.
- Behoud van de administratieve en geldelijke anciënniteit.
- Behoud van het salaris op de datum van de overdracht of het verkrijgen van een gelijkwaardige salarisschaal.
- Behoud van de functionele loopbaan.
- Behoud van de toelagen en vergoedingen waarop het personeelslid op de datum van de overdracht op reglementaire basis recht heeft, als de voorwaarden van toekenning blijven bestaan en als aan die voorwaarden voldaan blijft worden.

Onze ACOD-collega’s van de sector LRB deden in de onderhandelingen van het sectorcomité C1 meer dan hun uiterste best om een goed resultaat te bereiken voor het personeel dat naar de lokale besturen zou komen. Zij voerden zelfs samen met de andere vakbonden actie aan de hoofdzetel van de Vlaamse regering om hun eisen kracht bij te zetten.
Uiteindelijk tekende ACOD LRB een protocol van niet-akkoord, omdat de regering niet tegemoet wilde komen aan de eisen voor het personeel. Meer hierover lees je op de pagina’s van de sector LRB in deze editie.

Onderhandeling in sectorcomité XVIII

ACOD Overheidsdiensten onderhandelde intussen in sectorcomité XVIII van de Vlaamse overheid. Ook wij probeerden alles uit de kast te halen om de Vlaamse regering te overtuigen om tegemoet te komen aan de eisen van het over te hevelen provinciepersoneel. De Vlaamse regering wilde echter alleen een aantal zaken aanpassen in de memorie van toelichting, maar niet in decreet zelf.
Voor ACOD Overheidsdiensten was dit onvoldoende dus tekenden ook wij een protocol van niet-akkoord. Er zijn onvoldoende garanties op het vlak van een aantal toelagen, vergoedingen en andere extralegale voordelen. We leerden immers uit de eerdere overstap van personeelsleden van de federale naar de Vlaamse overheid dat velen van hen uiteindelijk minder verdienen.
Wat betreft de overdracht van het contractueel personeel, hebben enkel en alleen de provinciebesturen de mogelijkheid om een einde te stellen aan hun lopende arbeidsovereenkomsten. De overgang naar de Vlaamse overheid kan dus enkel via een nieuwe arbeidsovereenkomst, waarbij er geen garantie is van het behoud van het statuut. Om het behoud van hun tweede pensioenpijler te garanderen, dient ook dat ingeschreven te worden in het decreet.
ACOD Overheidsdiensten laat de over te hevelen personeelsleden niet in de steek en zal hen blijven verdedigen bij de overstap naar de Vlaamse overheid.

Chris Moortgat