
Werkverwijdering zwangere vrouwen
Nieuws woensdag 5 mei 2010
Zwangere vrouwen die als gevolg van artikel 41 of 42 §1 van de arbeidswet van 16 maart 1971 van het werk worden verwijderd, worden voortaan enkel nog vergoed door het ziekenfonds en niet langer door het Fonds voor Beroepsziekten.
Deze nieuwe regeling treedt in werking op 1 januari 2010 en is enkel geldig voor de personeelsleden op wie de arbeidswet van 1971 van toepassing is. Het gaat dus over werkneemsters tewerkgesteld in een instelling die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen of instellingen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen.
Zwangere werkneemsters die vanaf 1 januari 2010 volledig van het werk worden verwijderd, kunnen voortaan aanspraak maken op een dagelijkse moederschapsuitkering die gelijk is aan 78,237 procent van het gemiddelde dagloon (begrensd tot het ZIV-loonplafond).
Deze uitkering wordt toegekend tot de zesde week, voorafgaand aan de vermoedelijke bevallingsdatum of tot de achtste week in geval van een meerling.
De zwangere werkneemsters die aanvaarden om een aangepast werk met loonverlies uit te oefenen, krijgen een uitkering waarvan het bedrag overeenstemt met het verschil tussen het dagbedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering (60 procent van het gemiddelde dagloon) en het brutobedrag van het in werkdagen gewaardeerde beroepsinkomen.
Bron: wet van 30 december 2010, artikel 40 -41.