
Einde loopbaanonderbreking: onbetaald verlof als doekje voor het bloeden
Nieuws maandag 3 oktober 2016
In de vergadering van 2 september 2016 heeft de Vlaamse regering de besluiten die de rechtspositieregeling van het personeel van de gemeenten en OCMW’s regelen (BVRRPR van 7 december 2007 en BVRRPR-O van 12 november 2010), gewijzigd op het vlak van de verloven en afwezigheden.
Wat voorafging: het Vlaams zorgkrediet
De keuze van de Vlaamse regering voor de invoering van het zorgkrediet was duidelijk een keuze voor minder krediet en voor minder zorg. De Vlaamse regering schrapt vanaf 2 september 2016 de loopbaanonderbreking algemeen stelsel (zonder motief) en de loopbaanonderbreking in het kader van het eindeloopbaanstelsel. In de plaats daarvan komt een Vlaams zorgkrediet, dat vooral de zorg voor het eigen welzijn en de zorg voor een optimale combinatie werk-privé laat vallen.
Onbetaald verlof als verlengstuk van het zorgkrediet
Onder druk van de vakbonden beloofde de overheid een gelijktijdige invoering van een recht op onbetaald verlof. Toch moeten we vaststellen dat het een ernstige achteruitgang is ten opzichte van de vroegere systemen van loopbaanonderbreking. Werkbaar werk zal in de toekomst bovendien enkel mogelijk zijn voor de personeelsleden die zich financieel geen zorgen hoeven te maken. Heel wat werknemers zullen dus uit de boot vallen. Werkbaar werk is niet eenzijdig te realiseren op kosten van de werknemer. Bovendien is het duidelijk dat het opnemen van onbetaald verlof een negatief effect zal hebben bij de berekening van het pensioen.
Dankzij de vakbonden wordt evenwel opgenomen dat de raad een gunstigere verlofregeling kan vaststellen, waaronder ook een financiële bonusregeling.
Onbetaald verlof: de regeling nader bekeken
Er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen onbetaald verlof als recht en onbetaald verlof als gunst.
Onbetaald verlof als recht
Voltijds:
- 1 jaar voltijds tijdens de loopbaan in periodes van minstens een maand.
- Vanaf 55 jaar een bijkomend recht voor 1 jaar voltijds in periodes van minstens een maand.
Deeltijds:
- 5 jaar prestatievermindering tot 80 procent, of tot 50 procent in periodes van drie maanden.
- Vanaf 55 jaar heeft het personeelslid altijd recht op prestatievermindering tot 80 procent of 50 procent.
Mandaat:
- Ambtshalve onbetaald verlof voor maximaal de duur van het mandaat, de tijdelijke aanstelling of de proeftijd.
Dit verlof wordt gelijkgesteld met de dienstactiviteit. Het personeelslid kan ook het verlof opzeggen voor de toegestane verlofperiode is verstreken.
Aan de andere kant ben je de feestdag, die op een dag onbetaald verlof valt, kwijt. En ook het verlof wegens arbeidsongeschiktheid maakt geen einde aan het onbetaald verlof (behalve bij arbeidsongeval of beroepsziekte).
Het is de raad die de nadere regels moet vaststellen, en ook moet bepalen welke personeelscategorieën uitgesloten worden van het onbetaald verlof. “Goede werking van de dienst” is het toverwoord. Opletten is de boodschap, want “goede werking” kan met slechte wil het recht uithollen.
Tot slot nog meegeven dat de raad ook een gunstigere regeling mag uitwerken, waaronder ook een financiële bonusregeling.
Onbetaald verlof als gunst
- Minimaal 20 dagen per kalenderjaar, in volle of halve dagen.
- Minimaal 2 jaar tijdens de loopbaan, in periodes van minstens een maand.
Dit verlof wordt enkel gelijkgesteld met de dienstactiviteit als het om minder dan een maand onbetaald verlof gaat, of als het deeltijds verlof betreft. Het personeelslid kan tevens het verlof opzeggen voor de toegestane verlofperiode is verstreken.
De feestdag tijdens een periode van onbetaald verlof, ben je kwijt. En het verlof wegens arbeidsongeschiktheid maakt geen einde aan het onbetaald verlof (behalve bij arbeidsongeval of beroepsziekte).
Het is de raad die de nadere regels moet vaststellen, en ook moet bepalen welke personeelscategorieën uitgesloten worden van het onbetaald verlof. Ook hier wordt gewerkt met de “goede werking van de dienst”.
De raad kan een gunstigere regeling uitwerken, waaronder bijvoorbeeld een aanpassing van het aantal dagen per kalenderjaar of het aantal maanden gedurende de loopbaan.
Besluit: beter een half ei dan een lege dop
De onderhandelingen met deze Vlaamse regering verlopen steeds stroef. En we zijn natuurlijk ook niet tevreden met dit Vlaamse zorgkrediet. Maar we zijn er toch in geslaagd om een volledige aanslag op ons welzijn te verzachten in de uitvoering: de koppeling aan het onbetaald verlof, de mogelijkheid tot het uitwerken van een gunstigere regeling, de financiële bonus, … geven heel wat personeelsleden nog wat ademruimte. Maar we zijn ook niet blind voor de vele negatieve gevolgen van deze aanpassingen.
De secretarissen in de gewesten, de vaste afgevaardigden en de militanten zullen met andere woorden voldoende creativiteit aan de dag moeten leggen tijdens de onderhandelingen met de lokale besturen, zodat de gunstmaatregelen een kans op slagen krijgen en het recht niet wordt uitgehold. Ter ondersteuning zorgen we nog voor een brochure met een opsomming van de mogelijke verloven na de invoering van het Vlaamse zorgkrediet: de thematische verloven (federaal), het zorgkrediet en de onbetaalde verloven.
Willy Van Den Berge, Gert Vlasselaer