De begrafenisvergoeding: voor wie, welk bedrag en hoe aanvragen?

Nieuws maandag 2 februari 2015


Ieder van ons wordt wel eens geconfronteerd met een overlijden in zijn naaste familie. Het verdriet om het heengaan van de dierbare gaat vaak gepaard met een hele reeks administratieve en juridische beslommeringen. Soms leidt het ook tot een ernstige financiële aderlating. Als een personeelslid van het onderwijs – in actieve dienst of met pensioen – overlijdt, hebben de nabestaanden recht op een begrafenisvergoeding. Deze tegemoetkoming kan de financiële pijn een beetje verzachten.

 

Naargelang van de situatie wordt deze vergoeding uitgekeerd door het ministerie van Onderwijs of door de Pensioendienst van de Overheidssector.

Wie heeft recht op de begrafenisvergoeding?

De vergoeding wordt in deze volgorde toegekend aan:

1. De langstlevende echtgenoot/echtgenote (behalve bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed).
2. De erfgenamen in rechte lijn (ouders, kinderen of kleinkinderen).
3. Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die aantoont dat hij de begrafeniskosten heeft gedragen.

Hoeveel bedraagt de vergoeding?

Er zijn vier scenario’s mogelijk, afhankelijk van de professionele situatie van de overledene en van zijn band met de persoon die de vergoeding aanvraagt.

1. Overledene is een vastbenoemde in actieve dienst. De aanvrager is de weduwe(naar) van de overledene of een verwante in rechte lijn. De begrafenisvergoeding komt overeen met het brutomaandbedrag van het laatste salaris. Deze bezoldiging omvat eventueel ook de bijwedden, vergoedingen en toelagen die bij het salaris horen. Dit alles wordt evenwel beperkt tot 3410,60 euro.
2. Overledene is een vastbenoemde in actieve dienst. De aanvrager is niet de weduwe(naar) van de overledene of een verwante in rechte lijn, maar kan wel bewijzen dat hij de begrafeniskosten heeft gedragen. De vergoeding is gelijk aan de werkelijk gedane kosten, maar wordt eveneens beperkt tot 3410,60 euro.
3. Overledene genoot een pensioen als ambtenaar. De aanvrager is de weduwe(naar) van de overledene of een verwante in rechte lijn. De begrafenisvergoeding komt overeen met het brutomaandbedrag van het laatste pensioen, inclusief eventuele maandelijkse vergoedingen, maar wordt beperkt tot 2557,95 euro.
4. Overledene genoot een pensioen als ambtenaar. De aanvrager is niet de weduwe(naar) van de overledene of een verwante in rechte lijn, maar kan wel bewijzen dat hij de begrafeniskosten heeft gedragen. De vergoeding is gelijk aan de werkelijk gedane kosten, maar wordt beperkt tot 2557,95 euro, zonder dat ze het brutomaandbedrag van het laatste pensioen mag overschrijden.

Hoe verloopt de aanvraag?

Indien de overledene in actieve dienst was, wordt de aanvraag ingediend bij het werkstation (ministerie van Onderwijs). De volgende bewijsstukken worden toegevoegd:

- Een uittreksel uit de overlijdensakte.
- Voor de weduwe of weduwnaar: een verklaring dat de echtgenoten niet gescheiden waren op de datum van het overlijden (uit de echt of van tafel en bed).
- Voor de erfgenamen in rechte lijn: een verklaring met de namen van de erfgenamen in rechte lijn. Indien er diverse erfgenamen zijn, mag er één gemandateerd worden.
- Voor natuurlijke of rechtspersonen, indien zij de begrafeniskosten op zich hebben genomen: een verklaring dat de overledene geen erfgenamen in rechte lijn heeft en fotokopieën van de facturen van alle begrafeniskosten (uitgezonderd kosten voor decoratie en maaltijden).

Bij het overlijden van een gepensioneerde staat de Pensioendienst van de Overheidssector in voor de uitbetaling van de begrafenisvergoeding. De relatie tussen de rechthebbende en de overledene bepaalt op welke wijze de aanvraag verloopt.
De weduwe of weduwnaar (niet uit de echt of van tafel en bed gescheiden) moet zelf geen stappen ondernemen. De vergoeding wordt ambtshalve toegekend.
Erfgenamen in rechte lijn doen een aanvraag door middel van het formulier ‘aanvraag begrafenisvergoeding’ (www.pdos.fgov.be > formulieren > formulieren overlevingspensioen). Het aanvraagformulier vermeldt in 4.2 welke bewijsstukken moeten worden toegevoegd.
Andere personen die aanspraak maken op de vergoeding, gebruiken hetzelfde aanvraagformulier. Ook zij voegen de bewijsstukken toe die op het formulier in 4.3 vermeld worden. Let op: zij moeten bovendien de facturen van de begrafeniskosten toevoegen. Deze facturen vermelden de naam van de persoon of de instelling die de aanvraag indient en zijn door de leveranciers ondertekend ‘voor voldaan’.

georges.achten@acod.be