Fusies van gemeenten: zijn nieuwe gemeentefusies een illusie?

Nieuws maandag 1 februari 2016


De vakbonden kregen een voorontwerp van decreet voorgelegd over de vrijwillige fusie van gemeenten. ACOD LRB is hier geen vragende partij voor. Onze sector heeft niet noodzakelijk iets tegen schaalvergroting op lokaal vlak, maar dat hoeft niet te gebeuren door de fusie van gemeenten.

Enkele weken geleden werden we uitgenodigd op een comité C1, waar Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans een aantal artikelen uit het voorontwerp van decreet over de vrijwillige fusie van gemeenten ter onderhandeling voorlegde. Het gaat om een voorafname op een nog te realiseren nieuw decreet ‘lokaal bestuur’ (realisatiedatum: 1 januari 2019), waarmee eveneens de integratie van de OCMW’s in de gemeenten geregeld moet worden. Eerder werd ook al als voorafname het gemeente-, OCMW- en provinciedecreet met betrekking tot het personeelsbeleid in de lokale en provinciale besturen gewijzigd (zie eerdere edities van Tribune).
Via het geven van een aantal financiële stimuli (500 euro per inwoner) wil men gemeenten aansporen om te fuseren. De Vlaamse Regering gaat er immers vanuit dat bestuurskracht samengaat met schaalgrootte.

Welke lessen halen we uit de fusies van 1976?

ACOD LRB vindt dat de regering wel erg optimistisch is. Als we immers iets uit de gemeentefusies van 1976 geleerd hebben, is het juist dat schaalvergroting niet altijd leidt tot een betere dienstverlening. Zelfs vandaag meent een deel van de bevolking nog altijd dat het voor 1976 beter ging in hun gemeente, zeker op het vlak van inspraak.
Het argument dat kleine besturen (minder dan 15.000 inwoners) niet in de mogelijkheid zijn om te investeren in steeds nieuwe en complexere uitdagingen als gevolg van de maatschappelijke evolutie, klopt volgens ACOD LRB niet. Het decreet op de intergemeentelijke samenwerking werd nu eenmaal ontwikkeld om gemeenten in collectief verband initiatieven te kunnen laten nemen. De bestaande samenwerkingsverbanden zijn het bewijs dat dit een oplossing kan zijn om aan een zekere behoefte van complexe en kapitaalsintensieve aard tegemoet te komen.
We weten wel dat er bijsturingen nodig zijn op het bestuurlijke niveau van de samenwerkingsverbanden (de vroegere intercommunales). Daarom hoeft men nog niet het kind met het badwater weg te gooien en de schijn te geven dat alleen schaalvergroting door fusie zaligmakend is.
De fusies van 1976 hebben eveneens aangetoond dat de schuld per inwoner in de kleine gemeenten is toegenomen ten voordele van de grotere steden. In het verlengde van de brandweerhervorming stellen we hetzelfde vast. Zijn er vandaag al geen lokale besturen die klagen dat de fusie van brandweerkorpsen leidt tot hogere kosten ten voordele van de grote steden, maar dat de kwaliteit van de dienstverlening niet recht evenredig is toegenomen?

Wat met de provinciebesturen?

De houding die de Vlaamse Regering inneemt over de behoefte aan schaalvergroting via fusie van gemeenten staat eveneens haaks op het besluit om de provinciebesturen de facto af te schaffen. In tal van provinciebesturen wordt er vandaag een kwalitatieve ondersteuning gegeven aan de gemeenten tegen een betaalbare prijs.

Welke artikelen liggen voor ter onderhandeling?

Alleen de artikelen die betrekking hebben op het personeel worden ter onderhandeling voorgelegd. Op het moment van het schrijven van dit artikel blijven er nog steeds heel wat vragen onbeantwoord. De essentie is dat er vanaf de princiepsbeslissing tot fusering, zowel op het niveau van de gemeente als op het niveau van het OCMW, een gemeentelijke OCWM-secretaris-coördinator wordt aangewezen. Binnen de zes maanden na de samenvoegingsdatum stelt de gemeentelijke OCMW-raad van de nieuwe gemeente een nieuwe secretaris aan. De in dienst zijnde secretarissen kunnen zich hiervoor kandidaat stellen. De gemeenteraad van de nieuwe gemeente kan hiervoor de voorwaarden vastleggen. Welke dat zijn, is voorlopig onbekend.
Bij ontstentenis van kandidaten kan de gemeenteraad het ambt van secretaris in de nieuwe gemeente invullen door aanwerving of bevordering. Tot op heden is het ons niet zo duidelijk waar het in de wet op het syndicaal statuut voorziene overleg zal plaatsvinden.
Het andere personeel wordt op het moment van de samenvoeging, ongeacht de aard van het dienstverband, van rechtswege overgedragen aan de nieuwe gemeente. We stellen ons vragen bij de situatie van de contractuelen. Krijgen zij een nieuwe overeenkomst? Gebeurt dat via een addendum bij het bestaande contract?
Ook op het vlak van de rechtspositieregeling van het personeel stellen we ons heel wat vragen. Het voorontwerp stelt dat de personeelsleden onderworpen blijven aan de bestaande RPR. Binnen het jaar na de samenvoeging stelt de gemeenteraad van de nieuwe gemeente een nieuwe rechtspositieregeling vast. Overgangsregelingen worden tot op heden niet bepaald.

Wie gaat achter de wortel aan?

Het is op dit ogenblik koffiedik kijken of gemeenten zullen ingaan op dit fusieaanbod, temeer omdat de financiële bonus – de 500 euro schuldovername per inwoner – decretaal nog niet verankerd is. Er is alleen de princiepsbeslissing van de Vlaamse Regering. Tot de definitieve regeling via decreet houdt deze rechtse regering enkel een wortel voor aan de gemeenten. Of ze die daadwerkelijk krijgen, is een ander gegeven…

Mil Luyten