Naar aanleiding van de staking van de loodsen verspreiden bepaalde politici, werkgevers en opiniemakers maar wat graag onvolledige of bewust misleidende informatie over deze beroepsgroep. Zo helpen ze het sociaal overleg – dat overigens flink mank loopt – beslist niet verder. De ACOD zet de puntjes op de ‘i’.

De karikatuur van de loodsen

In De Tijd, De Standaard en de Gazet van Antwerpen gingen vandaag (3 maart 2016) volledig in de mist bij de beschrijving van de loon- en arbeidsvoorwaarden van de loodsen. Hoe zit de vork juist aan de steel?

- Loodsen werken slechts 25 uur per week? Dit is niet correct. De 25 uur verwijst hoogstens naar de tijd dat de loods zijn activiteiten verricht op het te loodsen schip. Daarbovenop komen echter nog verplaatsingstijd naar zijn standplaats, tijd in stand by op zijn standplaats en vervoer naar het te loodsen schip. Ook dit is allemaal werktijd. Bovendien mag niet vergeten worden dat loodsen doorgaans 6 dagen per week van huis zijn.
- Loodsen dragen nauwelijks verantwoordelijkheid? In tegenstelling tot de berichtgeving zijn zowel kapitein als loods verantwoordelijk voor het schip wanneer er iets fout loopt. Ze zijn beiden rechtelijk aansprakelijk.
- Loodsen verdienen gemiddeld 7000 euro netto per maand en meer? Dit is een bedrag dat enkel geldt voor enkele loodsen in de allerhoogste weddeschaal. Ze hebben dan bovendien flink wat jaren ervaring. Een loods moet al minstens 50 jaar oud zijn voor hij aan zo’n bedrag komt. Overigens moeten loodsen voordien gedurende 12 jaar ervaring opdoen als kapitein ter lange omvaart en 4 jaar een specifieke loodsopleiding volgen. Ze worden dus pas loods vanaf hun 34ste.

Wat is de echte reden van de acties?

Minister van Mobiliteit Ben Weyts trekt de pensioenleeftijd van de loodsen op naar 63 jaar en verhoogt tegelijk de werkdruk met 15%. Dat is de echte reden waarom de loodsen staken, en niet een premie voor het beloodsen van superschepen.

De ACOD gaf recent in de werkgroep ‘Zware beroepen’ van het Nationaal Pensioencomité aan waarom loodsen (en ook het varend personeel en het personeel van de scheepvaartbegeleiding) een zwaar beroep heeft en dus op 60 jaar met vervroegd pensioen zou moeten kunnen gaan. Het is dan ook grof dat terwijl deze discussie nog gaande is, minister Weyts de werkdruk met 15% wil verhogen door het met 15% minder personeel te doen. Bovendien koppelt hij daar geen begeleidende eindeloopbaanmaatregelen aan voor de oudste werknemers.

De ACOD vraagt écht sociaal overleg

Voor de ACOD zijn al deze maatregelen onaanvaardbaar. Bovendien zijn we ook allerminst tevreden over de houding van de Vlaamse regering, die enkel corporatischtische loodsenorganisaties uitnodigt aan tafel. Volgens de ACOD heeft het varend personeel en het personeel van de scheepvaartbegeleiding net zo goed een plaats in dat overleg. Zolang minister Weyts geen open dialoog wil voeren met alle personeelscategorieën over de volledig problematiek van langer werken met minder personeel, zal de ACOD haar acties voortzetten.

Perscontact: Michel Defer – ACOD Loodswezen