De staatssecretaris stelde voor om het recht op een dag dienstvrijstelling in te trekken en te vervangen door een beperkte dienstvrijstelling. Deze is gelijk aan de tijd die nodig is voor de 'aderlating', verhoogd met een forfait van 2 uur voor de verplaatsing. De regeling zal gelden voor het geven van bloed, plasma en plaatjes. De vrijstelling moet vooraf aangevraagd worden en als ze niet mogelijk is om dienstredenen (permanentie of minimale bezetting) zal ze geweigerd worden.

De staatssecretaris baseert zich op een standpunt van het Rode Kruis, dat liet weten dat zij gekant zijn tegen verlof. Het vooruitzicht van een dag verlof zou voor sommige kandidaat-donoren een voldoende reden zijn om de vragenlijst bewust foutief in te vullen. Dit kan leiden tot besmetting met onder andere hepatitis B en C en Hiv-virus.

Het is ongehoord dat het Rode Kruis zich op een dergelijke denigrerende wijze uitlaat over de ambtenaren van het federaal openbaar ambt die bloeddonor zijn. Dit draagt bij tot een negatieve beeldvorming over werknemers in de openbare sector . Het populistisch en kwetsend verhaal over luie ambtenaren die meer ziek zijn dan normaal, blijft op deze wijze geheel onterecht verder voortwoekeren.

ACOD is ook van mening dat een werkgever zich niet moet verbergen achter het standpunt van dergelijke buitenstaanders om een verlofstelsel af te bouwen. Het is bovendien onduidelijk in welke mate het verminderen van het aantal uren dienstvrijstelling voor het Rode Kruis een sluitende garantie is op 'zuiver' bloed.

ACOD is uiterst gevoelig voor het bewaken van de volksgezondheid. We weten ook dat er geen sluitende medische grond is voor een gezond persoon om een ganse dag te recupereren na een eenvoudige gift. Maar lompweg stellen dat sommige donoren bewust besmet bloed zouden geven om verlof te krijgen, is een zware belediging voor de duizenden donoren en de vele werknemers die jaarlijks het Rode Kruis steunen.

Alle vakbonden hebben een protocol van niet-akkoord getekend; de ministerraad moet nu de knoop doorhakken.