De eindejaarstoelage in het onderwijs: hoeveel bedraagt ze?

Nieuws vrijdag 22 november 2019

 


Ieder jaar in de tweede helft van de maand december krijgen de onderwijspersoneelsleden een eindejaarstoelage. Dit jaar gebeurt dat op 19 december 2019.


De eindejaarstoelage is samengesteld uit een forfaitair gedeelte van 626,55 euro en een veranderlijk gedeelte. Dat veranderlijk gedeelte is gelijk aan 2,5 procent van de geïndexeerde jaarlijkse bruto-bezoldiging (referentie: salaris oktober 2019). Wie vast benoemd is, krijgt bovendien een compensatie voor het bedrag dat op het vakantiegeld werd ingeleverd.


Compensatie voor de vast benoemden


Het zogenaamde Raamakkoord (2013) dat de begroting in evenwicht moest brengen, voorzag voor de onderwijssector in een besparing van 82 miljoen euro. Dankzij ACOD Onderwijs is dat gebeurd zonder dat de personeelsleden koopkrachtverlies hebben geleden. Dit werd mogelijk gemaakt door een boekhoudkundige ingreep. De berekeningsbasis van het vakantiegeld (lopend begrotingsjaar) van de vast benoemde personeelsleden wordt verminderd van 92 procent van het brutosalaris tot 70,26 procent. De vast benoemde personeelsleden ontvangen het verschil tussen die 92 en 70,26 procent evenwel telkens bij de uitbetaling van de eindejaarstoelage (volgend begrotingsjaar) later op het jaar. Dit verschil wordt vermenigvuldigd met 1,0368. Op het vakantiegeld wordt immers geen sociale bijdrage betaald, op de eindejaarstoelage wel. Deze laatste bewerking moet dit verlies goedmaken.


Referteperiode


De referteperiode voor de berekening van de eindejaarstoelage van tijdelijke personeelsleden is het schooljaar 2018-2019. Voor de vast benoemde personeelsleden loopt de referteperiode van 1 januari 2019 tot 30 september 2019. Wie gedurende de gehele referteperiode een volledige opdracht uitoefende, heeft recht op een volledige eindejaarstoelage. Wie slechts gedurende een deel van de referteperiode volledige prestaties verrichtte of gedurende de volledige referteperiode onvolledige prestaties verrichtten, ontvangt een eindejaarstoelage in verhouding tot die prestaties.

Ziekteverlof of bevallingsverlof tijdens de referteperiode hebben geen invloed op het bedrag. Wie geniet van een terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen, heeft ook recht op een eindejaarstoelage. In dat geval is het veranderlijk gedeelte gelijk aan 2,5 procent van het geïndexeerde jaarlijks wachtgeld dat men in oktober 2019 ontving.


Inhoudingen


Op de bruto-eindejaarstoelage van tijdelijke personeelsleden wordt 13,07 procent RSZ ingehouden. Voor de vast benoemde personeelsleden wordt de bruto-eindejaarstoelage verminderd met een inhouding VGZ. Daarnaast wordt bij alle personeelsleden ook de bedrijfsvoorheffing voor exceptionele vergoedingen toegepast.


Enkele voorbeelden


Een leraar (professionele bachelor - salarisschaal 301 met drie jaar geldelijke anciënniteit) was gedurende het schooljaar 2018-2019 voor 16/22 lesuren aangesteld. Zijn eindejaarstoelage wordt als volgt berekend.

Vast gedeelte

 

640,31

Variabel gedeelte

2,5% x 19.106,25 (jaarsalaris) x 1,7069 (index)

815,31

Brutobedrag (100%)

 

1455,62

Brutobedrag (16/22)

 

1058,63

RSZ (-13,07%)

 

-138,36

Bedrijfsvoorheffing

 

-371,61

Nettobedrag

 

548,67

 

Een vast benoemd kleuteronderwijzer (salarisschaal 141 met 27 jaar geldelijke anciënniteit) is titularis van een volledige betrekking. Zijn eindejaarstoelage wordt als volgt berekend.

 

Vast gedeelte

 

640,31

Variabel gedeelte

2,5% x 30.302,97 (jaarsalaris) x 1,7069 (index)

1293,10

Compensatie vakantiegeld

 

934,27

Brutobedrag

 

2867,68

VGZ (-11,05%)

 

-316,88

Bedrijfsvoorheffing

 

-1364,68

Nettobedrag

 

1186,12

 

Gepensioneerde personeelsleden


Gepensioneerden hebben geen recht op een eindejaarstoelage. Als je recent gepensioneerd bent en prestaties geleverd hebt in de referteperiode, dan krijg je wel een eindejaarstoelage. Gepensioneerden die in 2019 nog vakantiegeld hebben ontvangen en dus ook getroffen zijn door de besparingsmaatregel van het Raamakkoord (92 procent minus 70,26 procent), krijgen een compensatie analoog aan die van de vast benoemden.


Nancy Libert


Dit artikel verscheen in Tribune 75.11