
NIeuwe Post-cao voor 2011
Nieuws donderdag 4 november 2010
De onderhandelingen bij De Post hebben geleid tot de ondertekening van een nieuwe cao voor 2011 met goedkeuring door ACOD. We geven een overzicht van de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de vorige cao. De volledige tekst is vind je in de pdf in bijlage.
Recurrente elementen
In het kader van de koopkracht zijn er de verlengde maatregelen van de vorige cao: verplaatsing voor woon-werkverkeer met een persoonlijk voertuig en reiskosten aan 0,3169 euro per kilometer, maaltijdcheques en ARAB-vergoeding.
Niet-recurrente bonussen verbonden aan winst
Bovenop het wettelijk systeem van deelname in de winst zal De Post aan de personeelsleden een niet-recurrente bonus toekennen met de volgende voorwaarden:
- de bonus is het voorwerp van een afzonderlijk akkoord dat ten laatste wordt afgesloten op 30 september 2010, evenals van de procedure voorzien door de wet van 24 juli 2008 en van het Koninklijk Besluit van 8 december 2008 met betrekking tot het systeem van niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen voor de overheidsbedrijven.
- de totale kost van de bonus voor het bedrijf zal 18,6 procent van de nettowinst gerealiseerd door NV De Post uitmaken en dit over de lopende periode van 1 september 2010 tot 31 december 2010, voor zover de nettowinst over de referentieperiode 9 procent van het omzetcijfer bereikt. De totale kost van de bonus mag niet meer dan 16 miljoen euro overschrijden. Om te vermijden dat de bonus zelf het te verdelen bedrag vermindert, wordt het bedrag van de niet-recurrente bonus niet inbegrepen in het bedrag van de nettowinst van de onderneming dat dient als referentie voor de berekening van de bonus.
- het budget voorziet dat de nettowinst van NV De Post voor de lopende periode van 1 september 2010 tot 31 december 2010 72,4 miljoen euro bedraagt. We geven op basis daarvan een hypothetisch en louter exemplatief voorbeeld: indien de onderneming haar budget realiseert, zal het totale bedrag van de niet-recurrente bonus 13,5 miljoen euro (72,4 miljoen x 18,6 procent) bedragen. Dit geeft dan in dit voorbeeld een nettobedrag per persoon van bij benadering 372 euro. Indien de onderneming 110 procent van haar budget realiseert, bedraagt het nettobedrag per persoon bij benadering 409 euro.
De verschuldigde bonus wordt toegekend op het ogenblik van de eventuele betaling van de deelname in de winst, hetzij in april of mei 2011 ten laatste. De bonus wordt netto uitbetaald zonder sociale en fiscale lasten voor de personeelsleden, overeenkomstig de regelgeving. De bonus wordt berekend pro rato het aantal aanwezige dagen in het bedrijf gedurende het kalenderjaar 2010.
De hulppostmannen komen ook in aanmerking voor de bonus, maar de studenten niet. De bonus wordt eveneens toegekend aan de personeelsleden die het bedrijf in de loop van de referentieperiode verlaten, rekening houdend met hun dagen aanwezigheid, behalve in geval van afzetting, ontslag op vraag van de betrokkene en ontslag om dringende reden.
De Post beoogt bij mogelijke toekomstige cao's het systeem van niet-recurrente bonus te hernieuwen volgens met de vakbonden te bepalen voorwaarden.
Niet-recurrente bonus vermindering absenteïsme
Bovenop het wettelijk systeem van deelname in de winst, en de niet-recurrente bonus hierboven omschreven, keert De Post aan de personeelsleden een niet-recurrente bonus uit met de volgende voorwaarden:
- de bonus is het voorwerp van een afzonderlijk akkoord dat ten laatste wordt afgesloten op 30 september 2010, evenals van de procedure voorzien door de wet van 24 juli 2008 en van het Koninklijk Besluit van 8 december 2008 met betrekking tot het systeem van niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen voor de overheidsbedrijven.
- de bonus wordt onderworpen aan een doelstelling van vermindering van het absenteïsme volgens deze regels:
Indien het bereikte absenteïsme gelijk is aan dan wordt het budget
7,80 - 7,99 procent: 0,5 miljoen euro
7,60 - 7,79 procent: 1 miljoen euro
7,20 - 7,59 procent: 1,5 miljoen euro
7,00 - 7,19 procent: 2 miljoen euro
< 7 procent: 2,64 miljoen euro
- het budget van deze bonus vertegenwoordigt 20 procent van de besparing die wordt gerealiseerd dankzij de vermindering van absenteïsme. Indien de doelstelling van de vermindering van het absenteïsme bereikt wordt en een bonus verschuldigd is, wordt deze in 2011 uiterlijk einde juni toegekend.
De bonus wordt netto uitbetaald zonder sociale en fiscale lasten voor de personeelsleden. De hulppostmannen komen in aanmerking voor de bonus, de studenten niet. De Post beoogt bij mogelijke toekomstige cao's het systeem van niet-recurrente bonus te hernieuwen volgens met de vakbondsbonden te bepalen voorwaarden.
Mogelijkheid uitoefening functie hulppostman
In de context van de regeling eindeloopbaan en van de loopbaanonderbreking zoals hieronder in een volgend punt beschreven, krijgen bepaalde personeelsleden van 57 jaar en ouder op 1 januari 2011, die reeds tewerkgesteld worden door De Post onder statuut of met een arbeidscontract van onbepaalde duur, de mogelijkheid om enkel gedurende de geldigheidsduur van deze cao in de functie van hulppostman te stappen, volgens de inschrijvings- en verkiesbaarheidsmodaliteiten bepaald door De Post.
Deze mogelijkheid:
- wordt beperkt tot de functies D3, D2 en E1 van het netwerk Collect & Distributie en een quota van 600 personeelsleden die deze functies uitoefenen.
- wordt onderworpen aan de voorwaarde dat de betrokken personeelsleden zich ertoe verbinden om hun professionele activiteiten binnen De Post stop te zetten op de leeftijd van 60 jaar, waarbij de begunstigden van de preferentiële tantièmes deze begunstiging moeten kunnen behouden voor de berekening van het rustpensioen.
- gaat gepaard met het behoud van een salarisniveau en een vooruitgang van het salaris dat gelijk is aan dat van de functie die werd uitgeoefend alvorens de functie van hulppostman aan te vatten, dit in verhouding met de halftijdse arbeid.
- gaat gepaard met de voordelen die voorbehouden zijn aan de personeelsleden van 50 jaar of ouder in deeltijdse loopbaanonderbreking, geviseerd in het volgende punt hieronder.
Deze maatregel laat toe dat de oudere personeelsleden die hun prestaties beperken met het oog op een progressieve overgang naar het einde van hun loopbaan, een minder veeleisende activiteit kunnen uitoefenen alvorens hun professionele loopbaan definitief te beëindigen.
Loopbaanonderbreking personeelsleden min. 50 jaar
De personeelsleden van ten minste 50 jaar oud die van een specifieke halftijdse loopbaanonderbreking genieten, ontvangen een maandelijks forfaitair vervangingsinkomen ten laste van de RVA met het volgende bedrag:
- 451,43 euro als maandelijks forfaitair brutobedrag of 293,90 als maandelijks forfaitair nettobedrag ten laste van de RVA voor een gewone halftijdse loopbaanonderbreking
- 374,01 euro netto als alleenstaande of samenwonend met een of meerdere kinderen waarvan minstens een ten laste is.
Dit door de RVA toegekende maandelijkse forfaitaire vervangingsinkomen is wat momenteel van toepassing is. De Post kan zich niet verbinden ten opzichte van een eventuele wijziging van de wetgeving wat betreft hoogte van het bedrag of fiscaliteit.
Aanzuivering quotadagen ziekte
Dit punt is ook van toepassing op de mandatarissen.
In het kader van het beheer van het absenteïsme worden de quotadagen ziekte gecompenseerd voor de statutaire personeelsleden die op 31 december 2011 een aantal jaren bedrijfsanciënniteit hebben bereikt, als volgt:
- 35 jaar bedrijfsanciënniteit voor de uitreikers (+ uitreikers AD)
- 38 jaar bedrijfsanciënniteit voor de andere statutaire personeelsleden.
De quotadagen ziekte worden ook gecompenseerd voor de statutaire personeelsleden:
- die op 31 december 2011 de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt zonder de hierboven vermelde anciënniteitscriteria te vervullen
- die van een gecibleerd verlof voorafgaand aan de pensionering hebben genoten in de loop van het jaar 2011.
De quotadagen ziekte worden gecompenseerd hetzij door de betaling van een bruto toelage van 14 euro per quotadag ziekte, hetzij door het toestaan van een disponibiliteitsverzekering, waarvan de modaliteiten door een dienstorder worden gedefinieerd (zie verder).
Vanaf 2011 zal de onderneming bij het begin van het jaar 21 quotadagen ziekte blijven toekennen aan de betrokken statutaire personeelsleden, maar deze dagen kunnen niet meer worden overgedragen. De quotadagen ziekte die op het einde van het jaar overblijven, worden omgezet in dagen verlofpensioensparen of worden uitbetaald naar rato van 7 voor 1.
Disponibiliteitsverzekering
De disponibiliteitsverzekering wordt aangewend als een statutair personeelslid in disponibiliteit wordt geplaatst wegens ziekte en geeft, in voorkomend geval, recht op een vervangingsinkomen dat gelijk is aan 100 procent van de activiteitswedde gedurende een aantal dagen gelijk aan de kleinste van de twee volgende aantallen: 126 werkdagen of het aantal quotadagen ziekte zoals gedefinieerd door de vernoemde dienstorder.
De verzekering neemt een aanvang op de datum voorzien door de vernoemde dienstorder, dit wil zeggen dat de betaling van 100 procent verzekerd wordt voor alle dagen in disponibiliteit wegens ziekte vanaf die datum, waarvan het aantal wordt bepaald zoals hierboven gepreciseerd.
Het niet gebruikte saldo aan dagen van disponibiliteitsverzekering mag in geen geval het recht creëren op de betaling van een toelage of eender welk ander voordeel.
De betrokken statutaire personeelsleden die in disponibiliteit vallen, ontvangen een brief waarin hun wordt voorgesteld om hun oproeping voor de Pensioencommissie uit te stellen.
Vereenvoudiging reglementering verplaatsingskosten
Dit punt is ook van toepassing op de mandatarissen.
De maatregelen voorzien in dit punt blijven van kracht na de looptijd van deze cao.
Met de bedoeling om uiterlijk op 31 december 2010 tot definitieve teksten te komen, zullen de partijen een vereenvoudigde reglementering van de verplaatsingskosten uitwerken die berust op een berekeningswijze van de tussenkomst van De Post die uitgaat van drie mogelijkheden:
- het personeelslid werkt in zijn benuttigingskantoor - toekenning van een dagelijkse tussenkomst voor het woon-werkverkeer (code 68).
- het personeelslid is op zending en gaat daar rechtstreeks vanuit zijn verblijfplaats naartoe - toekenning van verplaatsingskosten (code 14) voor de heen- en terugafstand tussen zijn verblijfplaats en zijn plaats van zending.
- het personeelslid is op zending en gaat naar de plaats van zending via zijn benuttigingskantoor - toekenning van de dagelijkse tussenkomst voor het woon-werkverkeer (code 68), en daarenboven van de verplaatsingskosten (code 715) voor de heen- en terugafstand tussen zijn benuttigingskantoor en zijn plaats van zending.
Een zending betekent een prestatie buiten het benuttigingskantoor om dienstredenen.
Na 40 opeenvolgende kalenderdagen in dezelfde plaats van zending wordt deze plaats beschouwd als een benuttigingskantoor en wordt ze de arbeidsplaats. Het recht op een vergoeding voor verplaatsingskosten vervalt en de dagelijkse tussenkomst voor vervoer tussen woon- en werkplaats wordt opnieuw berekend. De afstand is de kortste afstand tussen twee plaatsen zoals die wordt berekend door de routeplanner ViaMichelin.
Vereenvoudiging reglementering treinvorderingen
Dit punt is ook van toepassing op de mandatarissen.
Deze maatregelen treden in werking vanaf 1 januari 2012 voor onbepaalde duur. Met als doelstelling te komen tot definitieve teksten op uiterlijk 31 december 2010 wordt een vereenvoudigde reglementering over de treinvorderingen uitgewerkt op basis van de volgende principes:
- de administratieve toestand van de personeelsleden op 1 oktober van het voorgaande jaar wordt gebruikt voor zowel de openstelling van het recht op vorderingen, als voor het bepalen van het aantal toegekende vorderingen, en wordt niet meer aangepast in de loop van het jaar.
- het recht van de wettelijk samenwonende partner wordt afgestemd op dat van de gehuwde partner en het begrip rechthebbend kind wordt afgestemd op het fiscale begrip kind ten laste (rechthebbend op kinderbijslag en gedomicilieerd op het adres van het personeelslid).
- het begrip rechthebbende partner wordt geactualiseerd met betrekking tot de burgerlijke stand en de beroepssituatie.
- het aantal toegekende vorderingen wordt vereenvoudigd door de afschaffing van het begrip anciënniteit en door een verbetering van de toestand voor eenoudergezinnen.
Tussenkomst kosten openbaar vervoer
Dit punt is ook van toepassing op de mandatarissen.
De maatregelen voorzien in dit punt blijven van kracht na de looptijd van deze cao.
Met als doelstelling te komen tot definitieve teksten op uiterlijk 31 december 2010 wordt een vereenvoudigde reglementering uitgewerkt over de tussenkomst van het bedrijf in de kosten voor openbaar vervoer verblijfplaats-werkplaats. Het bedrijf streeft ernaar om alle personeelsleden gelijk te behandelen en voert bijgevolg een tussenkomst ten belope van 100 procent in de kosten voor openbaar vervoer in voor het woon-werkverkeer, ongeacht de gebruikte vervoersmaatschappij (TEC, De Lijn, MIVB, NMBS).
Jef De Doncker