
Staking maritieme verkeersleiders Zeebrugge
Nieuws woensdag 1 juni 2011
De leden van de ACOD Overheidsdiensten die werken als maritiem verkeersleider op de Radarcentrale te Zeebrugge hebben van vrijdag 29 april tot de ochtend van woensdag 4 mei het werk neergelegd. Deze werknemers staan in voor de begeleiding van het scheepvaartverkeer op de maritieme toegangswegen van en naar de Vlaamse en Zeeuwse havens. Zij volgen via de radar de schepen en hebben contact via VHF-kanalen.
De ploegen – die in een continusysteem dienst lopen en de verkeerstoren 24 uur op 24 bemannen – bestaan in principe uit zes personeelsleden. Er is tussen de leiding en de vakbond een verschil van mening over het aantal werkposten voor verkeersleiders. Volgens de overheid zijn dit er vijf; ACOD Overheidsdiensten houdt het op zes.
Het conflict draait niet om financiële eisen, wel rond het verplicht 'thuis' zetten van personeelsleden terwijl deze volgens de planning moeten werken. De overheid negeert systematisch haar eigen uitgewerkte dienstregeling door op momenten dat ploegen van zes volledig aan de slag gaan, één van de personeelsleden 'thuis' te plaatsen. Deze werkbeurt dient dan op een andere datum door het personeelslid ingehaald te worden.
Het dispuut dat al maanden aansleept, situeert zich volledig op het niveau van kwaliteit van werken en dus niet op het financiële. De Vlaamse overheid heeft de mond vol van Beter Bestuurlijk Beleid en legt bij sectorale onderhandelingen zeer sterk de nadruk op kwalitatieve eisen. In dit dossier miskent men dit aspect echter volledig.
Voor ACOD is dit niet aanvaardbaar. De geplande werkbeurten moeten gewoon uitgevoerd worden. Het is ongepast de werkrooster van personeelsleden eenzijdig te wijzigen – met alle gevolgen van dien voor het privéleven van die persoon. Langdurige onderhandelingen met de leiding om dit conflict op te lossen, bleven zonder gevolg. ACOD Overheidsdiensten kon dus niet anders dan overgaan tot staken.
Op 4 mei werd de stakingsactie opgeschort. Op vraag van Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, was intussen een sociaal bemiddelaar ingeschakeld. Het opschorten van de stakingsactie gebeurde op herhaald aandringen van deze sociaal bemiddelaar. De personeelsleden gaven zo een ultiem signaal aan de Vlaamse overheid dat ze een definitieve regeling voor het aanslepende sociaal conflict willen. De stakingsaanzegging werd bijgevolg niet beëindigd, maar wel voorlopig opgeschort. Een intrekking kan pas gebeuren als de sociale bemiddeling tot voldoende resultaat leidt. Over dit resultaat zullen binnen onze organisatie de leden oordelen, niet de vakbondsleiders. De bemiddeling is intussen nog lopende.
Eddy Hendryckx, Hilaire Berckmans