De organisatie van de sociale verkiezingen bij De Lijn loopt niet van een leien dakje

 

Eind februari zaten vakbonden en directie van De Lijn aan tafel, in aanwezigheid van Toezichters op Sociale Wetten van de FOD WASO om het verdere verloop van de sociale verkiezingen 2020 bij het vervoersbedrijf te bespreken. Aanleiding daarvoor was het vonnis van de arbeidsrechtbank over de 6 ondernemingsraden en 6 CPBW’s bij De Lijn dat onverwijld moet worden uitgevoerd.


Het ‘bericht X’ met de officiële mededeling van de datum van de sociale verkiezingen en de daarbij horende kieslijsten werd ondanks het vonnis immres niet aangeplakt. Dit uitstelmanoeuvre van de directie van De Lijn dwong ACOD TBM tot een ingebrekestelling, zoals de procedure voorziet. Een nieuw en dringend overleg was noodzakelijk om ons niet opnieuw tot de arbeidsrechtbank te moeten richten om de sociale verkiezingen alsnog tijdig te laten plaatsvinden.


Toezichters op Sociale Wetten stellen een ultimatum

Er kwam een team van experten, juristen en ambtenaren van de federale overheidsdiensten, toezicht op sociale wetten aan te pas om zich over de strikte letter van de wet te buigen. Rekening houdend met alle voorschriften en met respect van de huishoudelijke reglementen van de ondernemingsraad en de CPBW werd bepaald door de Toezichters op de Sociale Wetten dat De Lijn zich ten allerlaatste in orde moest stellen tegen 28 februari 2020 met het ‘bericht X’ en dus de aankondiging van de ultieme verkiezingsdatum van 28 mei 2020 moest doen.


Beslissing ondanks tegenstelling tussen vakbonden en directie

Op 27 februari werden bij De Lijn alle ondernemingsraden en de CPBW’s bij elkaar geroepen om zich hierover uit te spreken. Vermits de ultieme datum toch net buiten de wettelijke periode valt, stemden de afgevaardigden van de drie vakbonden in zowel de ondernemingsraad als het CPBW niet in met deze datum. Een proces-verbaal van niet akkoord werd door De Lijn opgemaakt en overgedragen aan de FOD WASO. Aangezien de vakbonden en de directie niet tot een vergelijk konden komen over een verkiezingsdatum, hakte die zelfd de knoop door.

De Lijn hield zich uiteindelijk met veel tegenzin aan de opdracht waartoe de Toezichters op de Sociale Wetten hadden bevolen. Op 28 februari 2020 werd door De Lijn voldaan aan haar wettelijke verplichting om onder meer de kieslijsten uit te hangen.


Beroep tegen kiezerslijsten

ACOD TBM stelde echter vast dat een aantal personeelscategorieën worden ondergebracht op de kiezerslijst van de Centrale Diensten in Mechelen die daar naar onze mening niet thuis horen. Het handelt hier voornamelijk over de functies die gegroepeerd worden onder de noemer: rijschool, Lijncontrole, personeel Lijnwinkels, teamcoaches, dienst dispatch, ICT en een aantal centraal aangestuurde maar lokaal uitgevoerde diensten.

ACOD TBM maakte daarom een bezwaarschrift op tegen de op dag ‘X’ gepubliceerde voorlopige kiezerslijsten voor de ondernemingsraden en de CPBW’s van de 6 technische bedrijfseenheden bij De Lijn.

Wij vorderden dat de betrokken werknemers moeten worden opgenomen op de kieslijsten van de 6 TBE’s waartoe zij in werkelijkheid behoren met het oog op een correcte samenstelling van de diverse kieslijsten.


Weerspiegeling van de werkvloer

De procedure voorziet dat binnen de 7 dagen de overlegorganen van De Lijn met hoogdringendheid terug worden bijeengeroepen, om hierover tot een vergelijk te komen. De Lijn had hiervoor tijd tot 13 maart 2020. Lukt het niet om de directie te overtuigen de kieslijsten zodanig aan te passen dat zij een weerspiegeling vormen van de werkelijke toestand op de werkvloer, kan het geschil weer leiden naar een uitspraak door de Arbeidsrechtbank.


Opgelet: net voor het ter perse gaan bereikte ons het nieuws dat de sociale verkiezingen dit jaar niet zullen plaatsvinden in de maand mei. Door de coronacrisis worden ze uitgesteld tot een latere, nog te bepalen datum.

 

Rita Coeck