Gevangenissen: het jaar van de waarheid voor minister Q

 


Eind vorig jaar was het duidelijk dat in het nieuwe jaar er meteen een aantal dossiers behandeld zouden worden met zowel het kabinet Justitie als met de centrale administratie van DG EPi. Een stand van zaken.


Vooreerst het dossier van het KB Opleidingen, waarin ook de manier van aanwerven verweven zit. Daar gaat de ACOD voluit voor een professionele opleiding van minstens zes maanden, georganiseerd door een opleidingscentrum die naam waardig, waar voldoende personeelsleden meer dan genoeg middelen en tijd krijgen om adequaat opgeleid personeel naar de (geplaagde) penitentiaire inrichtingen te sturen.


Investeren


De tijd is gekomen dat de minister van Justitie toont uit welk hout hij gesneden is, dat hij bereid is meer te doen dan het personeel in een nieuw uniform te steken. Het sprookje van de nieuwe kleren van de keizer zal geen verf pakken als het van ons afhangt.

Willen we het mooie beroep van personeelslid in een penitentiaire inrichting (bewaking, techniek, administratief, verpleegkundige, PSD…) professionaliseren, dan zal men met echte investeringen over de brug moeten komen om al die verschillende personeelscategorieën bovenop het bestaande kader van een opleiding mét terreinweken te laten genieten, ondersteund door mentoren die tijd krijgen om bij te sturen, te ondersteunen. En niet enkel bij het begin van de carrière, maar ook tijdens de loopbaan.


Mutatieregeling


Daarnaast is er de mutatieregeling. Informeel zijn wij met de centrale administratie op zoek naar manieren om personeelsleden die in dienst komen meteen op de ‘juiste plek’ te laten starten en ervoor te zorgen dat als er alsnog redenen zijn om op termijn dichter bij huis te kunnen werken, dat ook mogelijk is binnen een redelijke termijn. We verschillen – weinig verbazingwekkend – op enkele punten van mening met de overheid en maken ons zorgen over een stijging van de werkdruk bij de centrale en lokale P&O-diensten, indien men daadwerkelijk via interviews (men wil de wettelijke basis rigoureus volgen) tewerk wil gaan om personeelsleden te muteren die niet in een bewakende of technische graad (uitz. Niv. B) werken.

Aan het verhaal van de geblokkeerde mutaties hangt eveneens vast dat de ACOD ijvert voor een financiële compensatie tegenover het niet uitvoeren van mutaties die een jaar eerder (of meer) toegezegd werden. Zo ook willen we dat personeelsleden gecompenseerd worden indien zij gedurende een langere periode moeten werken met een structureel personeelstekort en/of met een aanhoudende overbevolking.


Statutaire examens


Het spreekt voor zich dat zowel het kabinet Justitie als de centrale administratie voor deze delicate onderwerpen niet altijd de gemakkelijkste gesprekspartner is. Nu we erin geslaagd zijn hen na jaren van onwil aan tafel te krijgen, zullen we ons evenwel niet met een kluitje in het riet laten sturen.

We blijven uiteraard inzetten op de invulling van de personeelskaders met statutaire benoemingen. Daartoe zullen er in het voorjaar statutaire examens georganiseerd worden die de personeelsleden die nu contractueel in dienst zijn, toelaten om benoemd te worden. Hiertoe wil men via een nieuw systeem (computerproef in de eigen inrichting en interview dezelfde dag indien geslaagd in proef) tewerk gaan, opdat dit vlotter, sneller en beter kan georganiseerd worden. Ook de ‘fast lane’ staat in de startblokken, na een uitgestelde (hopelijk niet valse) start. Het komt de zwaar beproefde penitentiaire inrichting van Antwerpen toe om als eerste via dit systeem statutair personeel aan te werven op een manier die geen zes tot acht maanden tijd vraagt.

Er is werk aan de winkel tijdens het sociaal overleg met de overheid om ertoe te komen dat wie werkt in de penitentiaire inrichtingen dit in de toekomst beter en zelfs veel beter kan doen dan nu het geval is.

 

Robby De Kaey