Onderhandelingen rond beheerscontract bpost in laatste fase

 


Op 18 januari 2018 heeft het parlement een nieuwe Postwet goedgekeurd. Deze nieuwe wet is bedoeld om de toegang tot een kwaliteitsvolle universele dienst op lange termijn te garanderen. Dit blijft een essentieel element om sociale integratie van alle burgers te waarborgen. Ook in het kader van het krantencontract (zie vorige edities van Tribune) is dit een erg waardevol argument.


Dankzij de universele dienstverlening kan elke burger, of hij/zij nu in de stad of op het platteland woont, zijn/haar post ontvangen en toegang hebben tot postkantoren in zijn/haar omgeving. De regering heeft op basis van dit principe bpost voor een nieuwe periode van 5 jaar aangeduid als universele dienstverlener en dit vanaf 1 januari 2019. Dit moet bekrachtigd worden door een beheerscontract.


Ondertussen hebben de regering en bpost, na raadpleging van de sociale partners, al geruime tijd een ontwerp van beheerscontract goedgekeurd. Momenteel is de regering een regering van lopende zaken. Dit zou niet mogen betekenen dat het beheerscontract nog altijd niet formeel door de ministerraad werd goedgekeurd. De laatste kans hiervoor was op vrijdag 15 maart 2019.


Gelet op het belang voor bpost en haar medewerkers werd, voorafgaand aan deze ministerraad, hierover een brief gestuurd aan de eerste minister, ondertekend door de CEO en de sociale partners. Met als gevolg dat de regering, naar eigen zeggen, op haar raad van 15 maart 2019 het beheerscontract heeft goedgekeurd, maar tegelijkertijd wel eiste dat het contract nogmaals aan de commissie Infrastructuur van de Kamer wordt voorgelegd. Hierna agendeerde de ministerraad dit contract voor een vierde keer op de zitting van 22 maart 2019, waar het eindelijk effectief werd ondertekend. Hiermee vergeleken is de processie van Echternach klein bier…


We overlopen de voornaamste punten van het nieuwe beheerscontract over de universele postverplichtingen.


Universele dienst


- bpost lanceert opnieuw de prior- en non-priorlevering. Enkel voor de prior-zendingen wordt de uitreiking minimaal vijf dagen per week, op het gehele grondgebied behouden.
- Postbussen: het uiterste uur van de laatste lichting moet voor minstens één postbus in elke gemeente zijn vastgesteld op 17 uur en op 19 uur in de gemeenten waar dit gerechtvaardigd is.
- bpost ondersteunt de fusies van gemeenten met voldoende lange overgangstermijnen van minimaal 6 maanden voor het doorsturen van postzendingen.
- bpost ondersteunt maximaal de ontwikkeling van de e-commerce in België van zowel grote platformen, als starters en kleine webshops.
- bpost spant zich in om het versturen en ontvangen van aangetekende zendingen te vergemakkelijken, onder meer door haar processen op een klantvriendelijke manier aan te passen aan de digitale evolutie.


Kwaliteit van de dienst


- Voor de prior-zending geldt de leveringstermijn van D+1, voor de non-prior D+3.
- Overlijdensberichten, bezorgd door een erkende begrafenisondernemer, moeten op D+1 worden geleverd.
- bpost verbindt zich ertoe op tijd te leveren:

  • Minstens 95 procent van de zendingen moeten worden geleverd binnen de voorziene termijnen.
  • Minstens 97 procent van de zendingen moeten worden geleverd binnen de voorziene termijnen, plus één dag.


Opmerking: bij het niet behalen van de vastgestelde kwaliteit kan aan bpost een investering worden opgelegd, die op korte termijn tot een kwaliteitsverbetering moet leiden.


Informatie aan de klanten


bpost verstrekt aan de gebruikers nauwkeurige, actuele en volledige informatie met betrekking tot de producten en diensten die deel uitmaken van de universele dienst.


Tarieven


bpost kan jaarlijks zijn tarieven aanpassen. De tariefaanpassingen dienen te gebeuren volgens de principes vastgesteld in de Postwet. bpost is verplicht om voor de kleine gebruikers (enkelstuktarieven) uniforme tarieven over het gehele grondgebied, ongeacht de plaats van ophaling en distributie, toe te passen.


Wijziging van de verplichtingen die voortvloeien uit de universele postdienst


Wanneer de verplichting van de universele postdienst het financieel evenwicht van de universele postdienst bedreigt, heeft bpost de verplichting om aan de minister voorstellen te doen om de verplichtingen die voortvloeien uit de universele postdienst te verlichten in de mate dat dit is bepaald of toegelaten door de Postwet of, in voorkomend geval, voorstellen tot wijziging van de Postwet te doen aan de minister. De regering kan dan kiezen: een nettokost betalen en dezelfde verplichtingen behouden of een verlichting van de verplichtingen invoeren. Dit laatste om te vermijden dat de staatskas moet bijspringen. bpost kan eveneens op elk ogenblik vrijblijvend voorstellen doen aan de minister en de Wetgevende Kamers voor wijzigingen aan het regelgevend kader van de postsector, die zij nuttig en gepast acht om dit kader aan te passen aan de veranderende behoeften van de gebruikers.

 

Besluit


Dit beheerscontract herneemt grosso modo de bepalingen van het vorige beheerscontract, wat de draagwijdte van de universele dienst betreft, met dien verstande dat er opnieuw een onderscheid wordt gemaakt tussen prior en non-prior. De universele dienst wordt wel uitgebreid met de ondersteuning van de fusies van de gemeenten en van de ontwikkeling van de e-commerce en het ontwikkelen van digitale oplossingen voor de aangetekende zendingen. Nieuw zijn wel de bepalingen die ingevolge een financiële last bpost verplicht om voorstellen te doen om de universele dienst te verlichten. Er wordt niet voorzien in een automatisch mechanisme van verlichting, dit moet gestemd worden door de regering en een wetswijziging is noodzakelijk. Hoe dan ook zet dit de komende jaren ongetwijfeld de universele dienstverlening onder grote druk.


Jean-Pierre Nyns

 

Dit artikel verscheen in Tribune 75.05