Beleidsnota Binnenlands Bestuur: veel tekst, bitter weinig visie

In de editie van oktober plaatsten we onze eerste kanttekeningen bij het Vlaams regeerakkoord onder de titel ‘De kracht van de verandering?’. Toen al bleek dat deze rechtse regering de openbare sector wil afbouwen. Ze neemt vooral de lokale besturen in het vizier. Intussen gaf minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans ook haar beleidsnota vrij. Die zou voor de nodige duiding moeten zorgen…

Helaas is niets minder waar. De nota herhaalt voor een groot stuk het Vlaams regeerakkoord, zonder verder in detail te treden. De rode draad is en blijft de afbouw van publieke lokale dienstverlening. Na een lange inleiding blijkt ook de beleidsvisie uit te draaien op een loutere herhaling van het regeerakkoord, zij het in andere bewoordingen. Details ontbreken nog steeds en we hebben er het raden naar wat de minister van plan is met de lokale en regionale besturen. We hebben een poging gedaan om de essentie uit de ruim 80 pagina’s tekst te puren om zo toch de doelstellingen van deze regering proberen te ontwaren.

Erkenning van de lokale besturen

De nota vertrekt vanuit het basisprincipe dat de expertise, ervaringen en denksporen in de grotere steden expliciet aangewend kunnen worden in de 308 gemeentebesturen. Blijkbaar moet Antwerpen dienen als voorbeeld van lokaal beleid. We hebben er zo onze vragen bij… Voorts blijkt dat de minister niet echt gelukkig is dat, ondanks de zesde staatshervorming, de federale overheid nog steeds over flink wat bevoegdheden beschikt, bijvoorbeeld voor politie en brandweer.
Ook het feit dat Europa zo’n nauw toezicht houdt op de begrotingen van de lokale en regionale besturen, vindt de minister maar niets. Opmerkelijk, gezien haar eigen partij steeds als eerste staat te zwaaien met de stok van de Europese begrotingsregels en de nood aan een budgettair evenwicht – zij het op federaal, Vlaams, regionaal of lokaal niveau.

Doelstellingen van de Vlaamse regering

Het Vlaams regeerakkoord maakt uitdrukkelijk de keuze om bijkomende bevoegdheden, taken, autonomie en verantwoordelijkheden over te hevelen naar de lokale besturen. De minister zal in dit kader een paritaire commissie oprichten die moet nagaan welke bevoegdheden niet meer nodig zijn. Zo wil ze voorkomen dat de Vlaamse overheid al te sturend zou optreden. Dit moet resulteren in meer lokale autonomie, minder centralisering én meer mogelijkheden voor lokale overheden om zelf hun beleid te bepalen.
We vragen ons wel af wat de gevolgen zijn voor het personeelsstatuut als er centrale regels ontbreken. Blijkbaar wil ze af van het rechtspositiebesluit van 7 december 2007, waarbij een uniforme regeling voor al het personeel werd uitgewerkt. Minister Liesbeth Homans gaat daarover een centrale werkgroep oprichten, voornamelijk bestaande uit de leden van de VVSG (Vereniging van Steden en Gemeenten). De vakbonden worden blijkbaar niet betrokken. Ten laatste op 31 maart 2015 zal hierover een eindrapport beschikbaar zijn. Bijkomend dient nog aangestipt te worden dat de werkzaamheden van deze commissie andermaal een kerntakendebat als leidraad zullen gebruiken.

Regiovorming

De nota doet ook een concreet voorstel van differentiatie: gemeenten van meer dan 100.000 inwoners, van 25.000 tot 100.000 inwoners en van minder dan 25.000 inwoners. In dat kader zal er ook ruimte zijn voor de fusie van gemeenten, waarvoor het Agentschap Binnenlands Bestuur een kaderdecreet moet uitwerken. De fusies moeten gestimuleerd worden via een systeem van boni.
Complementair aan deze fusies wil de minister de dynamiek van regiovorming nog versterken. Zo moeten de provincies afslanken en op termijn verdwijnen. Provincies zullen in steden van meer dan 200.000 inwoners geen gebiedsgerichte initiatieven meer mogen nemen. Ook bovenlokale activiteiten zullen voor de provincies uit den boze zijn. Dit heeft betrekking op hun rol en aanwezigheid in intercommunales.
Maar wie zal dan het vervangend kapitaal verzekeren? Blijkbaar wil de Vlaamse regering de bevoegdheden van de provincies gefaseerd overhevelen naar steden en gemeenten en/of de Vlaamse Gemeenschap. Een eerste fase zal bestaan in het in kaart brengen van de beleidsdomeinen, gevolgd door een tweede fase, waarin ze zal bepalen wie wat overneemt. Om dat allemaal mogelijk te maken, zal men het provinciefonds en de provinciale opcentiemen integreren in het Gemeentefonds. De effectieve overdracht dient afgerond te zijn tegen 1 januari 2017.

Bestuurlijk beleid

De minister zal in het kader van haar beleid het zogenaamde Belfortprincipe consequent en correct toepassen. Dit betekent dat elk initiatief getoetst zal worden aan de gevolgen voor de lokale besturen. Het gaat over de weerslag van de Vlaamse beslissingen op de organisatie, het personeel, de werking en het investeringsbeleid van de lokale besturen.
Onder meer het administratief toezicht zal vereenvoudigd worden, terwijl het goedkeuringstoezicht opgedoekt wordt. De rol van de provinciegouverneurs wordt hierdoor een belangrijk gegeven, zeker wanneer we bezwaren indienen over ongeoorloofde beslissingen wat het personeel betreft.
Minister Homans zal ook een correcte toepassing van de taalwetgeving in de faciliteitengemeenten strikter opvolgen. Daarom zal in de toekomst een ambtenaar van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur alle vergaderingen bijwonen en bij overtreding van de wetgeving onmiddellijk verslag laten maken aan de gouverneur.
De provinciegouverneurs zullen hun coördinerende en bemiddelende rol proactief moeten invullen in een verder uit te bouwen ‘Dienst van de Gouverneurs’.

Integratie van OCMW’s in gemeenten

Ten laatste tegen de start van de volgende lokale bestuursperiode zal de integratie van OCMW’s in de gemeentebesturen (behalve in de centrumsteden) een feit moeten zijn. In het voorjaar van 2015 zal de minister modellen voorstellen, waarbij het OCMW volledig geïntegreerd wordt in de gemeenten. De gemeenteraad zal dan het lokaal sociaal beleid bepalen.
Het personeel krijgt een stelsel van overgangsregelingen, rekening houdende met de rechten die het geniet op het ogenblik van de inwerkingtreding van de integratie. Ondanks een dubbel schrijven van de ACOD aan de minister hierover, kregen we tot op heden nog geen antwoord.

Personeelsbeleid inzetten voor bestuurskracht

De steden en gemeenten zullen meer autonomie krijgen over hun interne personeelsorganisatie. Grote steden zullen meer vrijheidsgraden krijgen om de plaatselijke rechtspositieregeling van hun personeel meer vorm te geven. Dit betekent een uitholling van het rechtspositiebesluit van 7 december 2007. De ACOD vraagt hierover een gesprek met de minister.
Samen met haar collega voor Werk en Economie wil de minister regels uitwerken rond uitzendarbeid en loopbaanonderbreking. De impact daarvan blijft voorlopig koffiedik kijken.
Op het vlak van het sociaal overleg zal niet alleen de bestaande samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse regering, de vakbonden en de werkgevers behouden blijven, maar wil de minister bovendien de federale regering verzoeken de regelgeving op het syndicaal statuut aan te passen. Het is de bedoeling om de werkgevers (VVSG, VVP en ICURO) te erkennen als representatieve partner in het overleg.

Intergemeentelijke samenwerking

In overleg met de gemeenten zal het decreet op de intergemeentelijke samenwerking geëvalueerd en aangepast worden. Daarom zal men het bestaande decreet integreren in een nieuw decreet Lokaal Bestuur.
In overleg met de gemeenten zullen er afspraken gemaakt worden omtrent efficiëntiewinsten en een coherenter beleid inzake het openbaar domein, waarbij een geïntegreerde visie op de nutssectoren (gas, elektriciteit, water, kabel en riolering) ontwikkeld zal worden.
De eerder aangehaalde regiovorming rond steden en gemeenten zal hierbij de basis vormen, vervolledigd door de inbreng van privékapitaal. Dit laatste zal de compensatie zijn voor de verdwijning van de provinciebesturen binnen de intercommunales.

Het decreet Lokaal Bestuur

De bestaande decreten (gemeente, OCMW, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden) worden geïntegreerd in een nieuw decreet Lokaal Bestuur. De minister kondigt aan dat de integratie zal gebeuren met respect voor de bestaande organieke decreten, gekoppeld aan een inperking en vereenvoudiging van de regels. Over de personeelsorganisatie wordt tot op heden niet gesproken.

Financieel verantwoordelijke lokale besturen

De beleidsnota stelt dat de eerdere invoering van de beleids- en beheerscyclus (BBC) belangrijke voordelen biedt, maar dat het nog te vroeg is om een grondige evaluatie te maken, omdat een aantal gemeenten nog hun eerste BBC-jaarrekening moeten opmaken in de eerste helft van 2015.
De nota pleit voor een verhoogde begrotingsdiscipline en verwijst daarvoor naar Europese eisen. De ACOD heeft hier een andere mening over. We liggen immers mee aan de basis van een ingediend verzoekschrift bij het Grondwettelijk Hof tegen het Groei- en Stabilisatiepact van Europa, dat lidstaten verplicht om te saneren op openbare dienstverlening. Het is immers niet de schuld van de bevolking, dat er financiële problemen zijn en dat de openbare dienstverlening wordt afgebouwd. De werkelijke veroorzakers van de crisis (de banken) ontlopen nog steeds hun verantwoordelijkheid. De invoering van de BBC is een middel om te bezuinigen en de openbare dienstverlening af te bouwen.
Wat de BBC betreft, is het duidelijk dat de minister het toepassingsgebied nog wil verruimen naar de verzelfstandigde bedrijven, OCMW-verenigingen en zelfs politie- en brandweerzones. Personeelsafvloeiingen dreigen dus ook daar.
Verder wil de minister alle sectorale subsidies integreren in het Gemeentefonds. Op zich is dat een goede zaak, ware het niet dat voorafgaand aan de integratie, een afroming van de middelen zal gebeuren. Dit zal gevolgen hebben voor het lokaal cultureel, jeugd- en sportbeleid. Ook daar dreigt dus personeel te verdwijnen. Het enige positieve gegeven in het kader van de financiering is dat het stijgingspercentage van het Gemeentefonds vastgelegd blijft op 3,5% en dat de Eliacompensatie behouden blijft.
De integratie van de subsidies voor de gesco’s binnen de basisfinanciering van de gemeenten vinden we dan weer allesbehalve een goede oplossing, aangezien ook hier 5% van de middelen wordt afgeroomd.

Besluit

Een eerste lezing van de beleidsnota leert ons weinig nieuws. Het blijft een herhaling van punten die al in het Vlaams regeerakkoord waren aangestipt. Details blijven in grote mate afwezig. We hopen daar meer zicht op te krijgen wanneer de ACOD eindelijk in het sociaal overleg rond de lokale en regionale besturen betrokken zal worden.
Hoe dan ook bevestigt deze beleidsnota onze eerdere vrees dat de lokale en regionale besturen het zullen moeten doen met minder geld, minder personeel en minder dienstverlening aan de burger. ACOD LRB kan dit niet aanvaarden en zal niet nalaten de nodige actie te ondernemen om de plannen van de Vlaamse regering alsnog bij te sturen.

Mil Luyten