Defensie: laatste beleidsnota voor de verkiezingen

 


De laatste beleidsnota voor de verkiezingen is geland. Minister van Defensie Ludivine Dedonder haar voor en ze werd uitvoerig besproken in de commissie Landsverdediging. Dit ging niet onopgemerkt voorbij.


Na twee decennia van besparingen zit ons leger, zoals we al vaak hebben aangekaart, op talrijke vlakken aan de grond of bijna eronder. De situatie was en is kritiek op het vlak van infrastructuur, materiaal en uitrusting. Maar het meest schrijnend is de toestand van het personeel. De grote leegte na de pensioneringsgolf krijgen we maar niet gevuld. Ondanks de talrijke initiatieven om jong aankomend talent aan te werven.

Zo kwam er tijdens deze regeerperiode een reële loonsverhoging en een aanzienlijke verhoging van het investeringsbudget tot 2030 (voorzien tot 1,54 procent van het BBP in 2030). Ook is er een groeipad afgesproken om de defensiebudgetten op te trekken tot 2 procent van het BBP tegen 2035. Daar zit de adder onder het gras: er zijn afspraken gemaakt, maar de realiteit is vaak minder rooskleurig.

Het viel op hoe bijna elke politieke partij het personeel bejubelde en bedankte voor de inzet tijdens deze regeerperiode. Ook opmerkelijk was dat de partijen in dezelfde zin melding maakten van het uiterst schaarse uitgetrokken budget voor ons departement. Bijna elke partij zag een andere uitkomst van het percentage van het Defensiebudget ten opzichte van het BBP. Er was echter één constante: iedereen kwam onder de vooropgestelde, reeds zeer magere groeimarge van 1,21 procent uit.

Het is treffend dat ook deze regering aanzienlijk onder de vooropgestelde norm van het BBP blijft op het gebied van Defensiebudget. Vanuit het syndicaal perspectief kunnen we ons afvragen of deze keuze de veiligheid van onze samenleving in gevaar brengt. Ook onze internationale verplichtingen kunnen we vaak niet geheel realiseren. In een steeds complexere wereld met instabiliteit op het Europees continent is het van cruciaal belang te investeren in moderne defensiecapaciteit om de nationale veiligheid te waarborgen door onder meer gespecialiseerd en toegewijd personeel in dienst te hebben. Een adequaat defensiebudget is essentieel om te kunnen reageren op dreigingen en vrede te handhaven. Een evenwichtige benadering, waarbij zowel personeel als defensie-investeringen worden geactiveerd, zouden het welzijn van de bevolking en de nationale veiligheid op een gepaste manier kunnen waarborgen.

Om met een positieve noot te eindigen erkennen we wel de toewijding en inzet van de huidige minister van Landsverdediging die in deze vier turbulente jaren toch een substantiële verhoging verkreeg, waarbij personeel centraal stond. We zijn ervan overtuigd dat zonder haar volharding er geen verhoging van de wedden was gerealiseerd. We kijken dan ook verwachtingsvol uit naar de voortzetting van het POP- en STAR-plan. Hopelijk worden die onderbouwd met de noodzakelijke budgetten in de komende jaren.

 

Natasja Gaytant