Interview met Brigitte Vermeersch: “Leraar zijn is keihard werken”


Klasse, deredactie.be, Facebook, … Je kon er de voorbije maanden niet langs kijken. VRT-journaliste Brigitte Vermeersch heeft een maand voor de klas gestaan in Antwerpen, in het Stedelijk Lyceum Offerande (Marco Poloschool). Tussen de krokusvakantie en de paasvakantie stond ze in OKAN, de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers. Haar klasje telde dertien leerlingen tussen de 12 en 17 jaar. Tijd voor een gesprek.

Hoe ben je ertoe gekomen een maand voor de klas te gaan staan? Was het je eigen idee of heeft men het je voorgesteld?

Brigitte Vermeersch: “Het was mijn eigen idee. Ik wilde een maand lang leraar zijn en in plaats van VRT-reportages te maken over onderwijs, zelf voor de klas staan. Ik had twee OKAN-leerkrachten van het Stedelijk Lyceum Offerande ontmoet op een studiedag van de Universiteit Antwerpen en ik vond hun verhaal heel inspirerend. Ik wou ervaren wat het is om leerlingen uit verschillende landen en culturen in je klas te hebben die geen Nederlands spreken. Ik wou weten wie die leerlingen, hun ouders, de leraren, de leerlingenbegeleiders zijn. Toen de VRT instemde met dit voorstel, was ik heel enthousiast.”

De verscheidenheid in je klas is zeer groot. De leerlingen verschillen enorm in leeftijd – van 12 tot 17 jaar – en herkomst (ze komen uit Europa, het Nabije en Midden-Oosten, Afrika, …). Wellicht zijn er ook nog andere verschillen, bijvoorbeeld op het vlak van gosdienst en intelligentie. Maakt dat de interactie niet extra moeilijk?

Brigitte Vermeersch: “Ja, dat was niet makkelijk. Maar leerlingen gaven soms zelf de oplossing. Zo bood een leerling zelf aan om te tolken via zijn zus om een conflict tussen twee leerlilngen bespreekbaar te maken. Voor de rest is het echt nodig om meer te weten over binnenklasdifferentiatie. De verschillen tussen de leerlingen in de lessen waren zeer groot, ook los van de leeftijd. Dit opende op zijn beurt dan weer perspectieven: leerlingen die al wat verder stonden, schakelde ik in om andere leerlingen te helpen.”

Het verschil tussen de VRT-redactie en een OKAN-school is bijzonder groot, ook voor een onderwijsjournaliste. Hoe begin je aan zo’n opdracht? Waar heb je je materiaal vandaan gehaald? Hoe wist je welke aanpak je moest hanteren?

Brigitte Vermeersch: “Ik ben op mijn vrije dagen een paar keer gaan observeren. Daarnaast heb ik een goede inleiding gekregen bij de instapmodule en ook alle bijhorende informatie. Collega’s hadden ook al veel materiaal klaargemaakt op Smartschool. Ik heb ook veel gehad aan Klasse en Klascement. Het delen van materiaal was essentieel om het hoofd boven water te kunnen houden. Zelfs met deze ondersteuning was het als nieuwkomer niet evident om alles gedaan te krijgen.”

Op het einde van je eerste week noem je je job ‘vermoeiend’. In welk opzicht? Hoe komt dat?

Brigitte Vermeersch: “Het was allemaal nieuw: de school, mijn klas, de lessen, de afspraken, de gewoontes, … Dat vraagt veel energie. Leraar zijn is keihard werken. Aan jonge uitgelaten veulens lesgeven, daar word je echt wel moe van. De lesvoorbereidingen had ik ook onderschat. ‘s Nachts lig je er wakker van omdat je plots een goed idee hebt voor je les. Het overleg met de leerlingenbegeleider over een leerling die het even niet ziet zitten, de klassenraden, de oudercontacten, … Al die activiteiten komen er nog eens bovenop.”

Je was van bepaalde taken – onder meer toezichten – vrijgesteld. Had je dat er nog kunnen bijnemen?

Brigitte Vermeersch: “Misschien wel als ik een eigen klas zou hebben gehad. Maar nu moest ik na elke les al mijn lesmateriaal verzamelen en meesleuren (kost tijd!). Tevens gebruikte ik vaak de speeltijd om leerlingen die afwezig waren geweest, bij te werken.”

Welke competenties moet een OKAN-leraar hebben om het verschil te maken voor de leerlingen?

Brigitte Vermeersch: “Veel geduld, veel empathie, heel flexibel inspelen op onverwachte situaties en vooral de lat hoog leggen voor iedereen. Alle competenties verwachten in één persoon is volgens mij niet realistisch. Samenwerken en samen lesgeven is cruciaal. Je vult elkaar aan. Waar ik de leerlingen benaderde met gedichten en rijmpjes, zorgde mijn collega voor bijvoorbeeld een zelf gemaakte bingo. Het zijn deze verschillen, die het voor leerlingen boeiend houden.
Verder zou ik een lans willen breken om leerkrachten te laten kennismaken met het OKAN-onderwijs. Enerzijds is dit verrijkend voor hen, ze kunnen zelf zien van hoever deze leerlingen komen, letterlijk en figuurlijk. Anderzijds kunnen ze ook aftoetsen of het voor hen geen nieuwe uitdaging zou kunnen zijn.”

Heb je je beeld van het lerarenberoep bijgesteld?

Brigitte Vermeersch: “Nee, ik vond leraar zijn altijd al een fantastische job. Nu is het wel een pak zwaarder dan 30 jaar geleden, toen ik aan witte meisjes in de Kempen Latijn en geschiedenis gaf en dus ook een aantal parallelklassen had.”

Lees het volledige artikel op www.acodonderwijs.be