Interview met Lode Vanoost

 

“Als de mannen van de vuilkar een week staken, dan is het revolutie. Als de NMBS drie maand zonder baas zit, dan blijven de treinen gewoon rijden”

 

Lode Vanoost was arbeider bij Sabena, boswachter in het Zoniënwoud, federaal parlementslid en adviseur voor internationale instellingen in de Balkan, Afrika en Kaukasus. Hij weet dus wel een en ander te vertellen over de openbare diensten. Als journalist bij De Wereld Morgen pakte Lode Vanoost onlangs uit met zijn eerste boek, ‘Tot uw dienst – De zeven zonden van de ambtenaar doorprikt’. In het boek komen 67 werknemers van de openbare diensten aan het woord over hun motivaties en bekommernissen. De sterke getuigenissen bieden een tegengewicht voor de vele ongefundeerde mythes en clichés over het overheidspersoneel.


Je hebt een boek geschreven over en voor mensen die werkzaam zijn in de openbare diensten. “Dit is hun boek”, schrijf je. Maar wat zijn openbare diensten volgens jou?

Lode Vanoost: “Onder openbare diensten versta ik alle taken die in het teken van het algemeen belang staan. Het zijn zaken zoals het openbaar vervoer, het aan of de zorg. Ze zijn er ten behoeve van de bevolking en dragen universele toegankelijkheid en gelijkheid hoog in het vaandel. Als dusdanig vormen de openbare diensten onze collectieve rijkdom die we nooit of te nimmer uit handen mogen geven. Ik hanteer trouwens een brede definitie. Een vuilnisophaler van een privébedrijf dat opdrachten uitvoert voor steden en gemeenten? Of een verpleger die senioren verzorgt in een geprivatiseerd woonzorgcentrum? Voor mij blijven dit allemaal mensen die actief zijn in een openbare dienst. Zonder hen zou de samenleving stoppen met draaien. Dat én niet zozeer het (private of openbare) eigendomskarakter van het bedrijf in kwestie of het arbeidsstatuut van haar werkkrachten maakt iets tot een openbare dienst.”


Vaak is dat ook het argument uit liberale hoek. Een ‘openbare dienst’ hoeft niet in eigendom van de overheid te zijn en het is beter om de markt vrij spel te geven.

Lode Vanoost: “We moeten eerst en vooral goed weten wat we verwachten van een openbare dienst. Pas daarna komt de vraag welke instantie daarvoor het meest geschikt is. Als je bijvoorbeeld een gezondheidszorg wil die toegankelijk en kwaliteitsvol is voor iedereen, dan kan je dit beter niet overlaten aan de markt. Want een commerciële onderneming zal altijd haar winsten en dividenden op de eerste plaats zetten ten koste van de zorgbehoevende burger en het personeel. Openbare diensten blijven daarom het best in handen van de overheid. Het is de enige instantie die zonder winstmotief vitale diensten aan de burger kan garanderen. De 67 getuigen in mijn boek – allemaal werkzaam in de brede openbare sector – hebben dat goed begrepen. Niemand van hen was voorstander van privatisering. ‘De privé zal immers nooit werken voor het algemeen belang’, was één van de meest gehoorde reacties die ik kreeg.”


In een wereld met ongebreidelde consumptiemogelijkheden worden noties zoals ‘de burger’ en het ‘algemeen belang’ vaak als oubollig weggezet. Volgens voorstanders zou privatisering de ‘consument’ dan weer meer keuzevrijheid geven?

Lode Vanoost: “Het is oppassen geblazen wanneer dit argument de kop opsteekt. Privatisering leidt immers niet tot meer vrijheid, behalve dan voor de private aandeelhouders en topmanagers die zichzelf aandelendividenden en bonussen laten uitbetalen. Zij krijgen een enorme macht over de infrastructuur toebedeeld zonder daarover enige democratische verantwoording te moeten afleggen. Laten we even kijken naar het Verenigd Koninkrijk, waar het treinreizigersvervoer geprivatiseerd is. Als je de trein wil nemen, dan kan je niet voorbij de private monopolist die op jouw traject diensten aanbiedt. Als je bovendien een treinticket koopt in het Verenigd Koninkrijk, mag je enkel die specifiek vermelde trein nemen. Bij ons is een treinticket heel de dag geldig en kan je tussen twee punten reizen op een tijdstip en met een trein naar keuze.”


Het is onmogelijk om met twee aparte treinen tegelijkertijd op dezelfde spoorlijn te rijden. Kan je nog voorbeelden geven van zogenaamde ‘natuurlijke monopolies’?

Lode Vanoost: “Soms is een simpel voorbeeld al voldoende om het argument dat privatisering leidt tot meer keuzevrijheid volledig omver te blazen. Als je ergens woont, dan ben je met handen en voeten gebonden aan het waterbedrijf dat in die straat eigenaar is van de drinkwater- en rioleringsnetwerken. Twee firma’s kunnen onmogelijk op hetzelfde moment hetzelfde net uitbaten. De eventuele privatisering van een openbaar bedrijf zoals De Watergroep zou aan die situatie niets kunnen verhelpen. Je blijft zonder keuzevrijheid zitten. Privatisering zou echter wel betekenen dat je overgeleverd wordt aan een winstgericht bedrijf dat niet de maatschappelijke missie heeft om het recht op betaalbaar water voor iedereen te garanderen.”


We worden constant om onze oren geslagen dat privatisering goed zou zijn voor de ‘efficiëntie’. Hoe sta jij daar tegenover?

Lode Vanoost: “In heel het neoliberale discours zijn er argumenten die op het eerste gezicht steek houden. De vrije concurrentie zou de privésector scherp houden en daadkrachtiger maken. Nog los van de werkelijkheid – in heel wat sectoren zijn slechts een handvol grootbedrijven aan zet – moeten we ons de vraag stellen wat onder efficiëntie verstaan wordt. Vanuit een eng bedrijfseconomisch standpunt is efficiëntie een louter financiële operatie gericht op een zo groot mogelijke kostenvermindering door middel van een hogere productiviteit. Maar is een dokter die één patiënt om de 10 minuten behandelt daarom efficiënter dan een dokter die meer tijd neemt om bijvoorbeeld iets grondig uit te leggen? In de Verenigde Staten hebben private verzekeraars duizenden mensen in dienst om uit te pluizen waarop patiënten volgens hun polis aanspraak kunnen maken. Is de ingreep niet gedekt? Dan heb je pech. Privatisering gaat dus vaak samen met grote bureaucratische apparaten. Is dit dan efficiëntie?”


Steeds meer doen in minder tijd. Is het een algemene trend aan het worden?

Lode Vanoost: “Ja, dat noemen ze ‘evidence-based working’. Mensen uit verschillende sectoren van de openbare diensten hebben mij daarover verteld. Bij de post hebben ze mensen op pad gestuurd om postbodes te volgen. Volgens hun berekeningen mag een aangetekende zending gemiddeld 37 seconden in beslag nemen. Absurd natuurlijk. Er wordt geen rekening gehouden met onverwachte zaken waardoor een handeling vaak veel langer duurt. Ook in de zorgsector botsen mensen aan tegen een moordende tijdsdruk. Een rusthuisbewoner uitkleden, wassen, verzorgen en opnieuw aankleden moet volgens één van mijn contacten gebeuren in 7 minuten en 15 seconden. Maar het gaat hier wel om zorgbehoevende mensen die ook eens een babbeltje willen slaan of extra aandacht vereisen! Dat zijn dan allemaal zaken waarop wordt ingeboet, want ze zijn zogezegd ‘niet efficiënt’ en ‘onproductief’. Ook in het openbaar vervoer wordt de chronometer bovengehaald om het ‘optimale’ traject te berekenen. Op sommige plaatsen kunnen buschauffeurs van De Lijn daardoor niet eens deftig een plaspauze houden.”


Jouw boek doorprikt de mythevorming van de luie ambtenaar. Wat drijft jouw 67 getuigen en hun duizenden collega’s om te kiezen voor de openbare sector?

Lode Vanoost: “Een heel goed antwoord op die vraag kreeg ik van een controleur bij de Hulpkas voor Werklozensteun: ‘Ik werk niet voor de overheid, ik werk bij de overheid voor iedereen.’ Met mijn boek heb ik ervoor geopteerd om werkende mensen zelf aan het woord te laten. Het resultaat zijn 67 getuigenissen en verhalen die voor zichzelf spreken. Het zijn mensen die hun werk graag doen en daar bewust voor gekozen hebben. Waarom? Omdat ze zich willen inzetten voor de samenleving. Een sprekende getuigenis kwam van iemand die tien treinen per dag kuist. Ze liet de clichés over het gebrek aan inzet en ambitie van kuispersoneel over zich heengaan. Want ze wist hoe belangrijk haar werk is voor de volksgezondheid. Er zijn nog heel wat andere jobs die maatschappelijk gezien enorm nuttig zijn, maar ondergewaardeerd en onderbetaald worden. Neem nu de mannen van de vuilkar. Als zij een week staken, dan is het revolutie. Als de NMBS daarentegen drie maand zonder baas zou zitten, dan blijven de treinen gewoon rijden.”


Vanuit hun plichtsbesef doen onderwijzers, verzorgers en verpleegkundigen vaak meer dan hun ‘gewone’ uren. Wordt daar geen misbruik van gemaakt door regeringen die alsmaar besparen op werkingsmiddelen en personeel?

Lode Vanoost: “Inderdaad, we zien vandaag een flagrant en grootschalig misbruik van het plichtsbesef van duizenden mensen. Want de regering weet dat de verzorgster niet gaat zeggen: ‘Ah, die drie laatste ga ik niet wassen, want mijn shift zit erop en ik ben moe.’ Altijd meer doen en taken erbij pakken van zieke, overwerkte of niet-vervangen collega’s is schering en inslag geworden in álle sectoren. Dat komt voort uit de zin om goed te willen doen voor de mensen. Een voltijdse aanstelling in het onderwijs is 21 uur, maar leerkrachten werken minstens dubbel zo veel. Hun werk heeft ook een zorgende dimensie. Kinderen met moeilijkheden op school of thuis kun je niet zomaar aan hun lot overlaten. Is het daarom niet schandalig dat figuren als Marc Coucke door de media worden opgevoerd als maatschappelijke voorbeelden? Mensen die alle dagen in het onderwijs of de zorg staan: zij zijn de helden die we moeten eren. Want wat is er belangrijker dan lesgeven aan kinderen en zorg bieden aan ouderen?”


Tegenover de met zonden beladen ambtenaar staat de op handen gedragen ondernemer. Is dat een beeldvorming die een doelbewuste politiek dient?

Lode Vanoost: “De clichés over een dysfunctionele overheid zijn allesbehalve onschuldig. Ze hebben tot doel om de overheid te verzwakken. Openbare diensten vormen de concretisering van de sociale rechten waarvoor mensen – de arbeidersbeweging voorop – gestreden hebben. De welvaartstaat creëert rijkdom en werkt emanciperend. Privatiseringen en besparingen hebben daarentegen verknechting tot doel. Mensen moeten opnieuw hun ‘plaats’ leren kennen en braaf toekijken hoe een kleine toplaag zich alles toe-eigent. Het gevoerde beleid ondermijnt de koopkracht en is daardoor economisch schadelijk. De elite wil liever een groter deel van een kleinere koek dan een eerlijkere verdeling van een grotere koek. De stiefmoederlijke behandeling van de NMBS staat symbool voor de afbraakpolitiek van de welvaartstaat in zowel haar economische als sociale dimensies. Het overheidsbedrijf krijgt de middelen niet om zijn rol naar behoren te vervullen. De macro-economische verliezen daarvan zijn groot. Privatisering zou zeker goed zijn voor de nieuwe eigenaars. Maar wij zouden wel onze sociale dividenden verliezen: goedkopere schoolabonnementen, voordelige weekendtickets, kortingen voor grote gezinnen.”


De regering heeft moedwillig een begrotingstekort gecreëerd. Wat zijn de vooruitzichten voor de komende jaren en wat kunnen vakbonden hiertegen inbrengen?

Lode Vanoost: “Het begrotingstekort is inderdaad bewust gecreëerd. Het gaat hier niet om een ongelukje of incompetentie. De rechterzijde wil de komende jaren het werk afmaken. Het wordt bikkelhard. Ik geloof dat we nog niets gezien hebben. Vakbonden moeten duidelijk stelling nemen. Eis het einde van de besparingen en sociale inleveringen. Vecht voor een financiering van de openbare diensten op basis van de maatschappelijke behoeften. Vraag meer personeel bij de fiscus en justitie, want de achterstanden daar zijn een schande van epische proporties. Pleit voor meer investeringen in de zorgsector en het onderwijs. Leg bij dit alles ook uit dat openbare diensten, investeringen en aanbestedingen heel veel tewerkstelling en koopkracht in de privésector creëren. Het moet gedaan zijn. Werknemers in de openbare diensten verdienen respect.”


► 'Tot uw dienst' is te koop in de boekhandel. Wil je Lode Vanoost uitnodigen voor een uiteenzetting over zijn boek, contacteer hem dan via lode@dewereldmorgen.be. Voor beschikbare data, zie: http://boektotuwdienst.be/boekvoorstellingen/