Kinderopvang: voldoende personeel en omkadering zijn broodnodig

 


De smeulende vuren in de kinderopvang ontvlamden in het voorjaar van 2022 tot een heuse brand die nog steeds niet gedoofd is. Decennialange ontoereikende financiering en onderwaardering kan je natuurlijk niet op een drafje ongedaan maken.


In maart 2022 organiseerden verscheidene middenveldorganisaties, waaronder ook de vakbonden, zich in het consortium kinderopvang. Samen lanceerden ze zeven eisen met de verlaging van de begeleider-kind-ratio als speerpunt. Een kinderbegeleider mag in Vlaanderen voor acht of negen baby’s en peuters tegelijk zorgen. Dat is het hoogste aantal in Europa en veel meer dan in onze buurlanden. De meeste Europese landen hebben een norm tussen drie en zes. Het consortium wil gaan naar vijf baby’s en peuters per kinderbegeleider. Enkel op die manier is het mogelijk een zorgzame en kwaliteitsvolle kinderopvang te realiseren waarin ook de pedagogische ontwikkeling van onze kinderen een constant aandachtspunt is.


Resultaten onderzoekscommissie


In haar eindverslag deed de parlementaire onderzoekscommissie met betrekking tot de crisis van de kinderopvang alvast de aanbeveling om de kind-begeleider-ratio te verlagen op basis een vergelijking met de ons omliggende langen. Er is ondertussen een studie ter zake besteld door de Vlaamse regering. Die zogenaamde benchmark wordt verwacht ergens in de loop van april 2023. Het zal van belang zijn de druk op de ketel te houden om ervoor te zorgen dat er effectief een verlaging komt. Eén kind minder per begeleider kost de Vlaamse regering ongeveer 97 miljoen euro en vergt een aanwerving van 1.000 extra kinderbegeleiders.

Er moeten dan ook extra inspanningen komen om de instroom van nieuwe kinderbegeleiders te stimuleren. In dit verband is de beslissing van de Vlaamse regering om per jaar 115 miljoen euro extra vrij te maken voor betere loon- en arbeidsvoorwaarden een belangrijk gegeven. Er zal echter meer nodig zijn om de aantrekkelijkheid van het beroep te vergroten.


Overlegtraject


Dit besef lijkt ook meer en meer aanwezig te zijn. Op het initiatief van het kabinet van minister Crevits is er in november 2022 een overlegtraject van start gegaan. De Vlaamse regering betrekt de sector bij een verbeteringsplan voor de kinderopvang, met veel aandacht voor de loon- en arbeidsomstandigheden en de opleidingsbehoeften van de kinderbegeleiders. Het overleg vindt maandelijks plaats en loopt tot maart 2024. Aan vakbondszijde neemt ook ACOD LRB hieraan deel. Bovenop concrete beleidsaanbevelingen voor deze legislatuur, is het bovenal de bedoeling te komen tot een memorandum en concrete input voor de volgende legislatuur. Naast de loon- en arbeidsomstandigheden en uiteraard de begeleider-kind-ratio zal de aandacht ook gaan naar de sociale, economische en pedagogische functie van de kinderopvang.


Overleg met de achterban


Een democratische vakbond moet zijn principes in de praktijk brengen. We kiezen ervoor onze achterban maximaal te betrekken bij dit sociaal overlegtraject. Begin februari organiseerden we een eerste regionale technische commissie voor de militanten die actief zijn in de kinderopvang. Onze gesprekken draaiden voornamelijk rond de redenen waarom er vandaag zoveel uitstroom en zo weinig instroom is. De hoge werkdruk en de te hoge begeleider-kind-ratio zitten daar voor veel tussen. De beslissing van de Vlaamse regering uit 2014 om de ratio op te krikken naar negen kinderen per begeleider was een historische fout. Vandaag wordt er enorm veel flexibiliteit van de kinderbegeleiders verwacht. Sommige militanten getuigden dat ze geen vaste dag loopbaanonderbreking krijgen. Werkroosters zijn enorm variabel en kunnen op korte termijn volledig omgegooid worden.


Focus op kwaliteit


Onze militanten stellen dat de opleidingsvereisten om te mogen werken in de kinderopvang niet teruggeschroefd mogen worden. Vandaag merken ze al een gebrek aan respect voor het broodnodige werk dat zij dagelijks verrichten. Er moet daarom ook ingezet worden op een opwaardering van het beroep, waarin een kwaliteitsvolle opleiding een belangrijk element is. Een divers beroepenveld met opleidings- en doorgroeimogelijkheden kan de instroom in de sector bevorderen.

We moeten echter oppassen dat we geen te zwaar middenkader van pedagogische coaches, coördinatoren en leidinggevenden in het leven roepen. Er dienen vooral kinderbegeleiders aangeworven te worden. Vooral op de werkvloer moeten voldoende handen aanwezig zijn om de zorg- en opvoedingstaken zorgtaken te kunnen vervullen.


Belang van samenwerking


Het mag in dit verband ook wel eens beklemtoond worden dat heel wat kinderbegeleiders in moeilijke omstandigheden bijzondere inspanningen leveren in functie van de pedagogische ontwikkeling van onze kinderen. Pedagogische coaches kunnen mogelijk de kwaliteit mee helpen opkrikken. De autonomie, zelfredzaamheid en ervaringsdeskundigheid van onze kinderbegeleiders ter zake mag echter niet onder de mat geschoven worden in de naam van (academische) ‘expertise’. Er moet langs beide zijden respect zijn voor elkaar. Het betekent onder meer dat niemand zich te goed mag voelen om basistaken te vervullen.


Meer waardering van de samenleving


Gezien de crisis in de sector is het begrijpelijk en verstandig dat ouders kritischer en meer alert zijn dan ooit. Als vakbond zetten we echter graag in de verf dat de overgrote meerderheid van de kinderbegeleiders het beste van zichzelf geeft. Zorgen is mensenwerk, voor en door mensen. We moeten daarom logischerwijs ook zorg dragen voor onze kinderbegeleiders. Het welzijn van onze kinderen is niet gebaat bij een heksenjacht die het welzijn van de kinderbegeleiders schade berokkent. Goede arbeidsomstandigheden zijn de sleutelvoorwaarde voor een zorgzame leefomgeving waarin ieder kind tot ontplooiing kan komen. Is dat niet wat we allemaal willen?

 

Willy Van Den Berge, Dries Goedertier