Kunstendecreet: klaar voor parlementaire goedkeuring
Na uitgebreid onderling overleg zullen de Vlaamse meerderheidspartijen CD&V, sp.a en N-VA met de steun van Groen een voorstel van decreet over de ondersteuning van de professionele kunsten ter goedkeuring indienen in het Vlaams parlement. De bedoeling is om na een grondig parlementair debat een ruime meerderheid te vinden.
Historiek
Dit voorstel van decreet kwam er op basis van de conceptnota 'Vernieuwing van het Kunstendecreet en beleidskader kunsten' van Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege. In haar nota pleitte ze voor een vernieuwing van het Kunstendecreet en het beleidskader kunsten, en gaf ze ook de krachtlijnen aan:
- een strategische visie voor de kunsten
- een Vlaamse kunstcanon met duurzame instellingen
- een functiegerichte benadering van het kunstenlandschap
- specifieke landelijke initiatieven
- en één kunstensteunpunt.
Andere aandachtspunten ter herziening waren het beoordelingskader, een impulsbeleid voor nieuwe initiatieven en een complementair beleid met andere overheden.
Het voorstel houdt bovendien in grote mate rekening met de conceptnota van Bart Caron (Groen) en de hoorzittingen die de Commissie Cultuur, Jeugd, Sport en Media organiseerde naar aanleiding van beide conceptnota’s. De betrokken volksvertegenwoordigers binnen de Commissie Cultuur ontwikkelden dit voorstel om nog binnen de huidige legislatuur enkele noodzakelijke ingrepen binnen de regelgeving voor de kunsten door te voeren. Hierdoor kunnen de voorliggende aanpassingen aan het decreet worden toegepast bij de volgende vijfjarige subsidieperiode. Doordat het nieuwe decreet nog binnen de huidige legislatuur kan worden goedgekeurd, wordt de continuïteit van de opeenvolgende subsidieperiodes bewaard.
De belangrijkste vernieuwingen
Aandacht voor beleidsvisie
In het vernieuwde decreet wordt voorzien in een visienota die moet zorgen voor een goed onderbouwde en toekomstgerichte beleidsvisie op het kunstenlandschap. Die vormt een richtinggevend kader voor de besluitvorming binnen de kunsten. In deze visienota zal de Vlaamse regering aan het begin van haar legislatuur haar visie op het beleidskader kunsten bepalen en een aantal beleidsopties voor de komende beleidsperiode nemen.
Complementair beleid
Er worden verschillende middelen ingeschreven voor een betere afstemming en overleg tussen de diverse niveaus. Dit resulteert in meer duidelijkheid en minder dossierlast voor de diverse spelers binnen het kunstenlandschap. Het stemt ook de inspanningen van de diverse overheden zinvol op elkaar af.
Functiegerichte benadering als kader voor subsidies voor meerjarige werkingen, projecten en beurzen
Het decreet voorziet in de ondersteuning van organisaties en kunstenaars op basis van vijf functies: ontwikkeling, productie, presentatie, participatie en reflectie. De functiegerichte benadering vormt het kader voor de meerjarige werkingssubsidie, voor projecten van kunstenaars en organisaties, en voor beurzen.
Uitbreiding van duurzame structuren
Een gezond landschap heeft nood aan enkele vaste structuren. Deze structuren zullen de Kunstinstellingen en ondersteunende organisaties genoemd worden. Deze groep bestaat enerzijds uit een mogelijke uitbreiding van de instellingen van de Vlaamse Gemeenschap, en anderzijds uit organisaties waarvan de Vlaamse overheid verwacht dat ze een specifieke taak opnemen in het landschap (het Kunstensteunpunt, VAi en het Kunstenloket).
Nieuwe ondersteuningsmogelijkheden voor ondernemerschap, promotie en kunstaankoop
Het nieuwe decreet voorziet instrumenten gericht op het stimuleren van ondernemerschap, de internationale promotie van kunst(enaars) en de aankoop van kunst. Deze instrumenten zijn complementair aan de subsidie-instrumenten volgens de functiegerichte benadering. Daarbij is het de bedoeling om snel te kunnen inspelen op ad hoc-opportuniteiten en wordt er in een aantal gevallen rekening gehouden met mogelijke terugverdieneffecten. Daarnaast zal er voor wat betreft internationale promotie meer sturing mogelijk zijn op basis van politieke en diplomatieke prioriteiten.
Stimuleren van maatschappelijke en culturele diversiteit
Dit decreet wil als belangrijk instrument in het kunstbeleid ook de maatschappelijke en culturele diversiteit stimuleren. Tot de Vlaamse Gemeenschap behoren mensen met verschillende culturele en maatschappelijke achtergronden. Diversiteit vormt een meerwaarde voor de kunsten en kan vernieuwing brengen. De beperkte participatie van kansengroepen (zoals etnisch-culturele minderheden, personen die in armoede leven, personen met een functiebeperking,...) is nog steeds een feit, evenals hun beperkte deelname in de werking van kunstenorganisaties. Het is aan de organisaties om concrete en structurele acties te ondernemen met het oog op diversiteit op het vlak van personeel, publiek en aanbod.
Afhankelijk van de functie die een organisatie opneemt, dienen er inspanningen geleverd te worden om maatschappelijke en culturele diversiteit te verhogen op vlak van bestuur en personeel (voor alle functies van toepassing), aanbod (van toepassing voor productie, presentatie en reflectie) en publiek (voor presentatie, participatie en reflectie).
Verdere afhandeling
Het voorstel van decreet ligt nu bij de Raad van State en ook het advies van de SARC werd gevraagd, zodat de rechtszekerheid optimaal gewaarborgd kan worden. Na ontvangst van de adviezen wordt het voorstel van decreet vanaf 17 oktober besproken in de Commissie Cultuur, Jeugd, Sport en Media van het Vlaams parlement. Goedkeuring is verwacht tegen eind november 2013 in de plenaire vergadering van het Vlaams parlement.
Reacties
Laurette Muylaert: “ACOD Cultuur was actief betrokken bij het tot stand komen van dit kunstendecreet en is benieuwd naar de praktische toepassing ervan. Het zal een nieuw elan aan de kunstensector geven.
Opmerkelijk zijn de vernieuwde beoordelingscommissies, waarvan de werkwijze en samenstelling in het verleden veel kritiek kreeg. Voortaan zullen ze samengesteld zijn uit een pool van 100 à 150 beoordelaars. Die komen niet enkel uit de culturele sector, bijvoorbeeld ook professoren en economisten zullen hun mening kunnen geven. De minister behoudt wel de finale beslissing. Richtsnoer van de beoordeling zal de globale visietekst over het kunstenbeleid zijn, aangevuld met enkele andere criteria. Bij een beroep tegen een negatief advies zal een tweede, anders samengestelde commissie oordelen. De grote culturele instellingen krijgen minstens om de vijf jaar een evaluatie.
Ik ben ook blij om de samenwerking en dialoog met de lokale besturen, zodat Vlaanderen meer kan inspelen op de wensen en noden van de gemeenten – ook financieel. Hopelijk kunnen daardoor problemen met gebouwen, zoals de opera van Gent en Antwerpen, vlotter afgehandeld worden.
ACOD Cultuur is ook tevreden dat de sociaal-artistieke projecten in het decreet blijven en dus niet verhuizen naar sociaal-cultureel werk. Verder worden het Vlaams Theater Instituut, het Beeldende en Audiovisueel steunpunt en het Muziekcentrum Vlaanderen samengevoegd in één kunstensteunpunt en maakt ook het kunstenloket deel uit van het decreet. Ook het Vlaams Audiovisueel Fonds en het Fonds voor de Letteren behouden hun statuut.
Indien alles volgens plan verloopt zal het decreet vanaf januari 2017 volledig operationeel zijn en dan volgen ook de eerste vijfjarige subsidies. Tot dan gelden subsidies van maximaal twee jaar.”
Yamila Idrissi (Vlaams parlementslid sp.a Brussel): “Sp.a is heel tevreden met de globale tekst van het kunstendecreet en als lid van de Commissie Cultuur ben ik trots het te kunnen voorstellen. Ook al omdat dit nieuwe decreet het product is van een intense bevraging in het veld. Ik ben vooral blij dat het principe diversiteit zwart op wit in het nieuwe decreet staat. Dat is broodnodig aangezien we diversiteit in de toekomst niet langer enkel lippendienst mogen en kunnen bewijzen. Men zal er wel degelijk ook werk van moeten maken. Verder ben ik ook verheugd dat de sociaal-artistieke projecten worden erkend als een volwaardige artistieke discipline. Hun sociaal-emancipatorische kracht is namelijk niet te onderschatten. Met dit nieuwe decreet hopen we het schot tussen de sociaal-artistieke praktijk en de rest van de sector weg te halen. Hopelijk zullen bepaalde methoden uit de sociaal-artistieke praktijk ook hun weg vinden naar de praktijk van andere organisaties.”
http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2012-2013/g2157-1.pdf