Memorandum ACOD Cultuur: de toekomst van de cultuursector
In de aanloop naar de verkiezingen formuleerde ACOD Cultuur voor de politieke partijen haar visie op de toekomst van ‘cultuur’ in Vlaanderen. Deze maand lees je de voorstellen voor de cultuursector. Volgende maand zijn de media aan de beurt.
We moesten de tering naar de nering leren zetten. Het vet werd van de soep gehaald. De kaasschaaf passeerde. ACOD Cultuur wil niet dat de cultuursector met een botte bijl onthoofd wordt om de mensen die erin werken verweesd achter te laten. Artikel 23 van de Grondwet waarborgt het recht voor culturele en maatschappelijke ontplooiing. Laat ons daar werk van maken en investeren in cultuur, omdat het loont.
De cultuursector weet wat besparen is. Het is een constante in het beleid geweest. De reden moeten we niet ver zoeken: België en Vlaanderen investeren te weinig in cultuur in verhouding tot wat vergelijkbare landen doen.
Dit zuinigheidsbeleid, samen met de occasionele besparingsoperaties, leidde tot een sector waar werkzekerheid zo goed als onbestaande is. Een kunstenaar, een vakman of -vrouw – want er bestaan opleidingen voor – is gedoemd tot een carrière die bestaat uit tijdelijke opdrachten, veelal van korte duur, afgewisseld met periodes van werkloosheid. In de periodes dat er werk is, is het meestal te druk, want ook dan gelden steeds meer de wetten van economische rentabiliteit. Flexibiliteit, de sector kent er alles van. Neen, het is geen prettig leven. Maar iedereen staart zich uiteraard blind op die ene witte raaf die het maakt…
Een Europa dat tot de verbeelding spreekt
Een nieuw monster ligt op de loer. Het heet ‘Creative Europe’. De vlag dekt helaas niet de lading. De Europese Commissie begint haar Groenboek over culturele en creatieve industrieën als volgt: “Als Europa wil blijven concurreren, moet het de juiste voorwaarden in het leven roepen, zodat creativiteit kan bloeien in een nieuwe ondernemerscultuur.” Europees Cultuurcommissaris Androulla Vassiliou pleit daarbij dat het “voor deze nieuwe ‘etat d’esprit’ bij culturele stakeholders en beleidsmakers het niet langer een taboe is cultuur en economie in één lijn op te stellen.”
Concreet betekent dit dat kunstenaars en creatievelingen worden herleid tot producenten van koopwaar. Kunst en cultuur worden handelsartikelen. Kunstenaars worden producenten van koopwaar. Cultuurondernemers zien allicht het gat in de vrije markt, maar in de praktijk zal dit leiden tot een verschraling van het aanbod dat enkel en alleen gericht is op het snelle geldgewin en commercieel succes. Zo wordt een sector gecreëerd waar precaire arbeidscontracten schering en inslag zijn, waar een loopbaan uitbouwen een utopie is én een ratrace van iedereen tegen allen.
Daarom vragen wij aan de Europese beleidsmakers dat zij het tij willen keren, zodat er een Europese culturele lente kan bloeien. Daarom vragen we dat de nodige middelen worden ingezet op de grootste troef die Europa heeft: zijn diversiteit van het cultuurlandschap. Daarin schuilt de kracht van de Europeaan, Belg, Vlaming: het is onze identiteit (en dit staat in schril contrast met het eng nationalistische gedachtegoed dat gewoonlijk aan deze term gekoppeld wordt). Laat ons daarom inzetten op een ander Europa, één dat tot de verbeelding spreekt, verenigd door cultuur, door solidariteit en door sociale rechtvaardigheid.
België creëert goed wetgevend kader voor kunstenaars
- De federale kunstinstellingen
De voorbije vier jaar werd er flink gesnoeid in de budgetten van de federale kunstinstellingen. Dat was nefast voor het personeelsbestand en het uitvoeren van sociale programmatie. Het is dus absoluut noodzakelijk dat de Koninklijke Muntschouwburg, het Nationaal Orkest van België en Bozar een extra financiële impuls krijgen, zodat personeelstekorten kunnen worden aangevuld en de noodzakelijke investeringen kunnen worden uitgevoerd. Alleen die impuls kan ervoor zorgen dat een kwaliteitsvol aanbod kan worden gebracht, inclusief de noodzakelijke sociale programmatie.
- Auteursrechten en naburige rechten
De kwestie van de auteursrechten en de naburige rechten moet dringend opgelost worden. Kunstenaars die af en toe werkloos zijn en dan rechten ontvangen voor ‘de afstand van rechten bij een arbeidsovereenkomst’, komen steevast in de problemen, omdat de RVA dit beschouwt als inkomsten uit zelfstandige arbeid en er dus werkloosheidsuitkeringen ingehouden worden. Nu heeft federaal minister van werk Monica De Coninck een nieuwe reglementering uitgewerkt die bepaalt dat de rechten niet in mindering zullen worden gebracht als er sociale bijdragen op betaald zijn. De werkgevers betalen echter geen sociale bijdragen op deze uitkoopsommen. Nochtans zegt Sociale Zaken dat dit zou moeten gebeuren. Deze kwestie heeft prioriteit.
- Kunstenaarsstatuut
Op de eerste plaats moeten de kunstenaars en de technici goede contracten krijgen. De voorkeur gaat daarbij uit naar arbeidsovereenkomsten waarbij de bestaande cao’s correct uitgevoerd worden. Wij willen dat de overheid hier strenger op toekijkt en de werkgevers die het hier niet zo nauw mee nemen, de nodige sancties oplegt.
Een werkloosheidsuitkering mag nooit als basisinkomen voor de kunstenaar worden gezien. Daarom is de creatie van voldoende jobs binnen de sector van het allergrootste belang. Verder zal er nauwlettend op worden toegezien dat de invoering van het kunstenaarsvisum geen belemmering zal vormen voor het uitoefenen van bepaalde kunstvormen. Ook voor het werken via taakloon zal een betere wettelijke omkadering nodig zijn.
Vlaanderen investeert in cultuur
- Podiumkunsten en muziek
Er is de laatste jaren voldoende bespaard door de minister van Cultuur. De situatie bij ons is nog niet zo erg als in Nederland, waar vele orkesten sneuvelden. Toch is de situatie in de gesubsidieerde kunstensector ook bij ons niet rooskleurig. Vele instellingen werken steeds meer op basis van projecten en dat heeft voor gevolg dat heel wat werknemers, vooral dan kunstenaars en technici, van het ene korte contract naar het andere gaan. Hun sociale situatie is schrijnend. Ze hebben geen uitzicht op een vast inkomen. Daardoor kunnen ze vaak geen hypothecaire lening aangaan. Tussen de opdrachten door verzeilen ze telkens in de werkloosheid. De opbouw van pensioenrechten zijn daardoor minimaal.
Het nieuwe kunstendecreet legt de focus nog meer op projectsubsidie. De precaire situatie van de grote meerderheid die in de sector werkt, wordt daardoor nog meer in de hand gewerkt. We verwachten dan ook dat Vlaanderen werk maakt om oplossingen te formuleren voor de specifieke omstandigheden waarin de kunstenaars en technici moeten werken en dat het mogelijk wordt een carrière in de sector uit te bouwen.
Er is een mentaliteit ontstaan waarbij men de kunstenaars beschouwt als zeer flexibele arbeidskrachten. De kleine onkostenvergoeding wordt te pas en vooral te onpas gebruikt, ook in de gesubsidieerde sector. Dit is onaanvaardbaar, wij eisen voor de werknemers meer werkzekerheid, zo veel mogelijk contracten van onbepaalde duur. We willen ook een verbod op het gebruik van de kleine onkostenvergoeding in de gesubsidieerde sector.
De grote Vlaamse Kunstinstellingen moeten voldoende middelen hebben om met een uitgebreid vast personeelskader te kunnen werken. De uitbreiding van dat personeelskader moet in de eerste plaats gebeuren in de creatieve en technische functies en niet bij het management. Verder wensen wij voldoende middelen om een investeringspolitiek te kunnen voeren op het vlak van infrastructuur.
- Sociaal-cultureel werk
We zien een systematische versmalling van het sociaal-cultureel veld. Het middenveld wordt steeds meer in een keurslijf gedrongen. De basiseducatie is volledig opgenomen in de sector onderwijs. De minderhedensector moet werken binnen een strikt kader van een ‘extern verzelfstandigd agentschap’.
Samenlevingsopbouw is heel wat middelen verloren. We eisen meer middelen voor het sociaal cultureel werk. Deze sector is essentieel voor de emancipatie van meer achtergestelde bevolkingsgroepen.
In de musea is het dringend tijd dat er meer aandacht komt voor de positie van de beeldende kunstenaars, zij hebben ook recht op een loon, zoals gepland in de cao van het pc 329.01.
Laurette Muylaert
In de volgende editie hebben we het over de toekomst van de media.