Het besluit van de Vlaamse regering van 13 januari 2006 regelt de rechtspositie van het personeel van de departementen en het merendeel van de agentschappen van de Vlaamse overheid. Al verschillende keren werd het personeelsstatuut aangepast. Oorspronkelijk was het de bedoeling om dit statuut eenvoudig en transparant te houden, maar vandaag is het al uitgegroeid tot een turf van 194 bladzijden! Op 2 april verleende de Vlaamse regering haar principiële goedkeuring aan een nieuwe reeks wijzigingen.

Horizontale mobiliteit

Het Vlaams Personeelsstatuut maakte het reeds mogelijk om de voorbehouden betrekkingen voor personen met een arbeidshandicap in te vullen via aanwerving met vrijstelling van de vergelijkende selectie. Die invulling kan nu ook gebeuren via horizontale mobiliteit, al dan niet gecombineerd met aanwerving.

Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie

Het IWT is sedert 1 januari 2010 omgevormd tot een publiekrechtelijk extern verzelfstandigd agentschap (EVA) en ressorteert vanaf die datum volwaardig onder het Vlaams Personeelsstatuut van 13 januari 2006.

Kinderbijslag

De reglementering voor de kinderbijslagen is een federale bevoegdheid. Als gevolg van de federale wijzigingen in het Koninklijk Besluit van 31 januari 2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 februari, wenst de Vlaamse regering enkele eigen accenten te behouden in de betalingsmodaliteiten:
- de voorafbetaling van de kinderbijslag aan de 164 gezinnen die reeds in juli 1984 van de voorafbetaling genoten.
- de betaling van de kinderbijslag gebeurt aan de bijslagtrekkende, dit is de persoon die de kinderen opvoedt.
- de betaling van de kinderbijslag zonder schoolattest zal gebeuren tot 18-jarige leeftijd, in plaats van tot 21 jaar momenteel.
- sommige personeelsleden tewerkgesteld in het buitenland genieten van een drievoudige kinderbijslag. Dit geldt federaal onder meer voor de buitendiensten van het ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel. De regeling is eveneens van toepassing voor de vertegenwoordigers van de Vlaamse regering in het buitenland. Er is echter (nog) geen rechtsgrond voor de personeelsleden in het buitenland van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen, het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking en Toerisme Vlaanderen. De Vlaamse overheid heeft toegezegd om deze ongelijke behandeling van personeelsleden in het buitenland te onderzoeken.

Ouderschapsverlof na geboorte of adoptie

In de voorgestelde wijzigingen is voorzien dat ouderschapsverlof onder vorm van loopbaanonderbreking mogelijk wordt tot het kind de leeftijd van 12 jaar bereikt. Dit was nu tot 6 jaar. Deze nieuwe regeling wordt pas toepasselijk na goedkeuring door de federale ministerraad, en de federale ministers van Werk en van Pensioenen in het bijzonder.

De gewaarborgde bezoldiging

In het Belgisch Staatsblad van 2 juni 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 15 mei 2009 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 29 juni 1973 over de toekenning van een gewaarborgde bezoldiging aan sommige personeelsleden van de federale overheidsdiensten. Hierin worden de bedragen van de gewaarborgde bezoldiging verhoogd met terugwerkende kracht tot 1 december 2008.
Dit betekent voor de statutairen: 13.234,20 euro als bedrag à 100 procent tot 30 november 2008 Vlaams Personeelsstatuut art. VII 5 en 13.499 euro als bedrag à 100 procent vanaf 1 december 2008 door Koninklijk Besluit 15 mei 2009.
Voor de contractuelen is dit respectievelijk 12.478,10 euro en 12.727,66 euro.

Toelagen afwezigheid wegens arbeidsongeval

Ingevolge het Cassatiearrest van 22 maart 1993, rolnummer 9424, werd het begrip 'bezoldiging' beter gedefinieerd bij een afwezigheid als gevolg van een arbeidsongeval.
Bij blijvende arbeidsongeschiktheid wordt een rente uitbetaald, die berekend wordt op de jaarlijkse bezoldiging. Deze omvat niet alleen het salaris, maar ook alle toelagen die werden verkregen het jaar voorafgaand aan het ongeval.
Bij tijdelijke ongeschiktheid van ten hoogste 35 dagen behoudt het personeelslid naast het salaris ook de forfaitaire toelagen en de variabele toelagen voor extra-prestaties en andere uurtoelagen op basis van het gemiddelde van de ontvangen bedragen tijdens de 12 maanden voorafgaandelijk aan het ongeval.
Bij tijdelijke ongeschiktheid langer dan 35 dagen worden de volgende toelagen verder betaald:
- bij organieke regeling de haard- en standplaatstoelage, de bevorderingspremie, de vervangende toelage huisvesting.
- bij overgangsregeling de diplomabijslag Imalso; de vervangende toelage huisvesting voor de afdelingen Gemeenschapsinstellingen, Elektriciteit, Mechanica en Vloot; de examentoelage; de upgradingpremie speciaal assistent; de upgradingpremie; de bevorderingspremie van niveau E naar niveau D.
Om terugvorderingen te vermijden wordt de betaling van de variabele toelagen als achterstal betaald zodra geweten is of de afwezigheid ten hoogste 35 dagen duurt.

Interfederale mobiliteit

Interfederale mobiliteit is een vrije keuze en dus totaal anders dan ambtshalve overheveling naar een Gemeenschap of Gewest. Er zijn geen verworven rechten, maar er wordt wel op toegezien dat er geen loonverlies is. Omdat het Federaal Administratief- en Geldelijk Statuut niet identiek is aan het Vlaams Personeelsstatuut, wil de Vlaamse overheid niet alleen het salaris vergelijken, maar alle in geld waardeerbare voordelen. We vermoeden al wat we ons daarbij moeten voorstellen, maar toch hebben we gevraagd om de omschrijving hiervan te verduidelijken.

In een volgende editie geven wij toelichting bij het resultaat van de onderhandelingen en besteden wij ook aandacht aan de aanwerving op basis van elders verworven competenties.

Richard De Winter