Nieuws van de politie
Verlofkalender 2011
Hoe is de regeling in 2011 van de vervangende verlofdagen voor de wettelijke feestdagen die samenvallen met een zaterdag of een zondag? En hoe worden de twee reglementaire feestdagen toegekend?
Reglementaire feestdagen
Bij toepassing van artikel I.I.1, 19°, RPPol, worden door de commissaris-generaal of de overheden die hij aanwijst voor de federale politie, of door de korpschef of de dienst die hij aanwijst voor de lokale politie, twee reglementaire feestdagen toegekend.
Bij de federale politie worden de twee door de commissaris-generaal toegekende reglementaire feestdagen, bij de aanvang van 2011, aan de verloffiche toegevoegd. Zij kunnen worden genomen onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantieverloven.
Bij de lokale politie heeft de korpschef de keuzemogelijkheid om, na overleg in het betrokken basisoverlegcomité, die twee dagen ofwel bij de aanvang van het jaar toe te voegen aan de verloffiche, ofwel op bepaalde data vast te stellen, of een dag aan de verloffiche toe te voegen en de andere op een bepaalde datum vast te stellen.
Vervangende verlofdagen wettelijke feestdagen
In 2011 vallen drie wettelijke feestdagen (1 januari, 1 mei en 25 december) op een zaterdag of een zondag. De personeelsleden hebben dus recht op drie vervangende verlofdagen. Deze drie dagen worden voor alle personeelsleden van de politiediensten, op grond van artikel VIII.III.13, tweede lid, RPPol, vastgelegd op 3 juni, 22 juli en 31 oktober 2011, zodat drie brugdagen worden gecreëerd.
Hiervan kan echter worden afgeweken door de korpschefs van de lokale politie indien zij reeds één van de door hen vast te stellen reglementaire feestdagen op 3 juni, 22 juli of 31 oktober hebben vastgelegd.
Wat de rechtspositie betreft van de personeelsleden die op die vervangende verlofdagen moeten werken, zijn de richtlijnen van de omzendbrief GPI 34 van 11 maart 2003 van toepassing.
Wanneer recht op maaltijdvergoeding?
Onder welke voorwaarden heeft een personeelslid van de politie recht op een maaltijdvergoeding tijdens een dienstverplaatsing? Wat is het verschil tussen de kleine en de grote maaltijdvergoeding?
Een dienstverplaatsing is elke verplaatsing buiten de gewone of tijdelijke plaats van het werk, die in het raam van de uitoefening van het ambt wordt gemaakt om de voorbereiding, de ondersteuning of de uitvoering van een opdracht of activiteit te waarborgen of te laten waarborgen, toevertrouwd of voorgeschreven door, krachtens of in uitvoering van de wetten en reglementen, aan de federale politie, de lokale politie of hun personeelsleden. Bijvoorbeeld: een ordedienst.
Artikel XI.IV.19 RPPol bepaalt dat de maaltijdkosten ten gevolge van dienstverplaatsingen verricht in België worden vergoed, behalve wanneer zij door een derde worden bekostigd. De dienstreis moet ten minste vijf uur duren, rekening houdend met het tijdsverloop tussen het ogenblik waarop het personeelslid de plaats van aanvang van de dienstreis verlaat en het moment waarop de dienstreis ten einde loopt.
De personeelsleden verkrijgen de kleine maaltijdvergoeding (tabel 2 bijlage 9 RPPol) voor maaltijdkosten voor de maaltijden genomen of geacht genomen te zijn in een mess of huishouding van de politie, de krijgsmachten, ministeries of federale parastatalen, gemeenschappen of gewesten, een gemeente of van ieder ander organisme of onderneming waarmee een overeenkomst werd gesloten. De personeelsleden worden geacht naar zo’n mess of huishouding te gaan als dat redelijkerwijze mogelijk is.
Wanneer de personeelsleden in de onmogelijkheid zijn om hun maaltijd te nemen in een dergelijke instelling, krijgen ze de grote maaltijdvergoeding. Personeelsleden hebben dus recht op de grote maaltijdvergoeding indien:
- hun dienstreis ten minste vijf uur duurt.
- hun dienstprestatie één van de maaltijdperiodes bedoeld in artikel XI.IV.22 RPPol omvat.
- zij in de onmogelijkheid zijn om hun maaltijd thuis of in hun gewone plaats van het werk te nuttigen.
- de maaltijdkosten niet door een derde worden bekostigd ('gratis maaltijd').
- zij in de onmogelijkheid zijn om hun maaltijd te nemen in een mess of huishouding van de politie, de krijgsmachten, ministeries of federale parastatalen, gemeenschappen of gewesten, een gemeente of van ieder ander organisme of onderneming waarmee een overeenkomst werd gesloten.
Copernicuspremie: stand van zaken
De Belgische Staat werd veroordeeld om de Copernicuspremie te betalen voor de periode 2002 tot 2007 aan sommige collega’s van de politie. Wij begrijpen dat dit momenteel voor de nodige commotie zorgt, maar hebben al stappen ondernomen in dit dossier.
Op 13 en 21 oktober werden de vakbonden ontvangen door de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie naar aanleiding van het vonnis geveld door de rechtbank van eerste aanleg te Brussel over de Copernicuspremie voor het operationele personeel van de geïntegreerde politie. Net zoals de andere vakbonden eiste ACOD dat de Copernicuspremie met terugwerkende kracht wordt betaald aan alle politieambtenaren. Momenteel zijn er geen aanwijzingen dat de Belgische Staat het vonnis vrijwillig zal uitvoeren. De twee ministers gaven te kennen dat de huidige regering niet zal overgaan tot de betaling van de sommen waartoe de Belgische Staat veroordeeld is.
In gemeenschappelijk vakbondsfront werd het initiatief genomen om de partijvoorzitters aan te schrijven. Zo wordt getracht de verbintenis van alle politieke partijen te verkrijgen om de juridische beslissing op al het betrokken personeel toe te passen en de regering te verzoeken vakbondsonderhandelingen te starten om dit probleem naar best vermogen en in het belang van alle partijen te beheren. De politiemensen verwachten een duidelijk signaal van de politieke wereld. Het gemeenschappelijk vakbondsfront wil een syndicale en juridische strijd vermijden.
De ACOD vroeg tevens schriftelijk aan alle politiezones de nodige initiatieven te nemen opdat de Copernicuspremie aan het operationeel personeel uitbetaald wordt voor de periode 2002 tot en met 2008.
ACOD streeft nog steeds naar een onderhandelde oplossing. De wil tot onderhandelen ontbreekt echter bij de bevoegde minister. Als er geen beweging komt in dit dossier, worden uiteraard de nodige procedures opgestart. Momenteel verzamelen we hiervoor de volmachten bij de operationele leden. Wie nog geen volmacht instuurde, vindt een formulier op www.acod-lrb.be onder de rubriek 'politie'. Stel dit niet uit en bezorg ons zo snel mogelijk uw volmacht.
Kort nieuws
Vrijwillige vierdagenweek en halftijdse vervroegde uittreding
Er is nog geen beslissing van de ministerraad tot verlenging van de stelsels van de vrijwillige vierdagenweek en de halftijdse vervroegde uittreding na 2010. Voor de nieuwe aanvragen tot het verkrijgen van de verloven kunnen daarom enkel aanvragen worden goedgekeurd waarbij de vrijwillige vierdagenweek of de halftijdse vervroegde uittreding ten laatste aanvangt op 1 december 2010.
Vaccinatiecampagne griep
Naar jaarlijkse gewoonte kunnen alle personeelsleden van de geïntegreerde politie bij de Medische Dienst terecht voor een gratis spuitje tegen de seizoengriep. Alle personeelsleden (operationeel, Calog, lokaal, federaal, oud-militair) kunnen contact opnemen met de provinciale medische centra om zich te laten inenten. Dit jaar voorziet men de start midden november. Voor meer inlichtingen kan men terecht op www.smdpol.be.