Overheidspersoneel tevreden over ACOD
In 1999 liet ACOD Overheidsdiensten door de VUB een onderzoek uitvoeren bij het personeel van de parastatalen in Vlaanderen. De bedoeling was te weten te komen hoe de vakbondswerking van ACOD Overheidsdiensten werd geëvalueerd en welke verwachtingen de personeelsleden koesterden voor de toekomstige dienstverlening. In 2006 werd het onderzoek 'De publieke opinie en het optreden van de overheidsvakbonden' nog eens overgedaan, maar nu waren ook personeelsleden van andere overheidsdiensten daarbij betrokken.
14.000 vragenlijsten werden verspreid onder het personeel van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de instellingen van de Vlaams overheid, de onderwijsinstellingen, de federale overheidsinstellingen en de federale overheidsdiensten. Ongeveer een kwart van de vragenlijsten kwam terug. Hoewel de ACOD-leden oververtegenwoordigd zijn in het onderzoek - en het dus bij uitstek geschikt is om conclusies te trekken over ACOD Overheidsdiensten - verschaft het onderzoek ook indicatieve gegevens over leden van andere vakbonden, voormalige leden en niet-leden.
Het overheidspersoneel verwacht van een vakbond vooral dat die de openbare diensten efficiënt verdedigt en klantgericht maakt. Het informeren en verdedigen van het personeel moet zich volgens de vakbondsleden in de eerste plaats richten op de eigen vakbondsleden en minder op het overige personeel. Toch ziet twee derde graag een dienstverlening voor iedereen. Niet-leden vinden dan weer dat ook zij door de vakbonden moeten geïnformeerd en verdedigd worden. Dat is zeker het geval voor jongere, hooggeschoolde ambtenaren. Hun scores verschillen over het algemeen sterk van de oudere, laaggeschoolde personeelsleden. Zo verwachten de jongeren ook veel minder dat een vakbond de openbare diensten in het algemeen ondersteunt of de strijd tegen de privatisering aangaat - in tegenstelling tot de oudere, laaggeschoolden.
Tot de opdrachten van de vakbond horen vooral het verschaffen van informatie, een goede syndicale afvaardiging, juridische bescherming, verdediging van collectieve belangen en conflictbemiddeling. Individuele steun is minder belangrijk.
Over de huidige werking van ACOD Overheidsdiensten zijn de eigen leden heel tevreden. Vooral de dienstverlening, het verschaffen van informatie en de conflictbemiddeling scoren goed. Aan de bescherming van de werking van de openbare diensten en de dienstverlening aan niet-leden kan nog wat gewerkt worden. De tevredenheid is overigens ook toegenomen ten opzichte van 1999. Vooral oudere laaggeschoolden zijn tevreden. Jongere hooggeschoolden verwachten minder zaken van de vakbond, maar zijn ook minder snel tevreden. Over het algemeen hebben de personeelsleden liever een vakbond die degelijke oplossingen aanbrengt na een bezinningsperiode, dan een vakbond die heel snel maar veel minder doordacht reageert.
Iedereen is het er roerend over eens dat de rol van de syndicale afgevaardigde cruciaal is voor de goede werking van een vakbond. Het is belangrijk steeds hetzelfde aanspreekpunt te hebben. De meeste leden zijn overigens zeer tevreden over hun eigen afgevaardigde.
Wat het onderzoek van ACOD Overheidsdiensten vooral aantoont, is dat er een tweedeling is bij het overheidspersoneel. Enerzijds zijn er oudere, laaggeschoolde ambtenaren die vaker gesyndiceerd zijn, veel verwachten van een vakbond, over het algemeen zeer tevreden zijn en het belang van de openbare diensten benadrukken. Anderzijds zijn er jongere, hooggeschoolde ambtenaren die een stuk kritischer staan ten opzichte van vakbonden en openbare diensten (hoewel ze er zelf werken) en minder snel tevreden zijn. Het is dan ook noodzakelijk dat in de komende jaren ACOD Overheidsdiensten haar werking richt op beide groepen en oog heeft voor de noden, wensen en vragen van beide.