Respect en solidariteit vormen de basis van een sterk statuut bij de Belgische Spoorwegen

 


Bij het begin van een nieuw jaar beklemtonen we graag goede voornemens. Door de gezondheidscrisis hebben we opnieuw ondervonden dat het naleven van essentiële regels levensbelangrijk is. Bij het spoor hebben we ook essentiële regels, samengebundeld in het statuut, waaraan we zeer gehecht zijn. Als grootste vakbond hebben we vaak de pen van het statuut mee in de hand gehouden, of de Tipp-Ex van een overijverige tegenstander afgepakt.

Het belang van een goed statuut


Het statuut garandeert het spoorwegpersoneel een goede en zekere tewerkstelling. De gezondheidscrisis toont aan dat werkzekerheid en een constante verloning geen overbodige luxe zijn. Meer nog, wat velen – vaak aan de overkant – niet steeds beseffen, is dat het statuut dé voorwaarde is voor de continuïteit van het bedrijf.

Het is trouwens de reden waarom in de ambtenarij dit systeem werd ingevoerd, honderden jaren terug. Het gaf de instellingen immers de zekerheid dat de openbare diensten onder alle omstandigheden konden blijven functioneren in alle onafhankelijkheid, ongeacht welke regering het voor het zeggen had. De ambtenaar en het statuut zijn in se de behoeders van openbare diensten in een democratie. Ook als die democratie onder vuur staat.

Het statuut is dus zowel voor de werknemers als voor de bedrijfsleiding van groot belang om de dienstverlening maximaal te houden. Er zijn er die een ‘gegarandeerde dienstverlening’ al genoeg vinden, wij kiezen resoluut voor een ‘maximale dienstverlening’.


Afspraken moeten nageleefd worden


Sommige leidinggevenden, vandaag en (eer)gisteren, zijn de kernboodschap van het statuut vergeten of kennen ze gewoon niet. Het statuut is de bevoegdheid van de Nationale Paritaire Commissie en alles wat ermee verbonden is, wordt goedgekeurd met een twee derde meerderheid. De sterkte van de erkende vakbonden is dus ontegensprekelijk verbonden met het behoud van het statuut en de zekerheid voor alle personeelsleden.

De kracht van een erkende vakbond is dat elke werknemer telt, tot welke grote of kleine beroepscategorie deze ook behoort. Dat is solidariteit, de ‘allen voor een, een voor allen’-aanpak. Het mag dan wel gemakkelijk zijn om ‘alles voor ons en niets voor de andere’ te promoten op populistische fora, de Nationale Paritaire Commissie is een verantwoordelijk forum.

Het statuut bepaalt dat afspraken gerespecteerd moeten worden en we hebben er als vakbond alle belang bij dat dit principe toegepast wordt, ook wanneer ons dit minder goed uitkomt. Syndicale organisaties kunnen wel eens van mening verschillen en als er in de Nationale Paritaire Commissie een twee derde meerderheid wordt gevonden met een andere vakbond dan de onze, dan dienen we dit te respecteren. Niet alleen omwille van democratische en syndicale waarden en normen, maar ook om de beslissingsvoorwaarde met betrekking tot het statuut van twee derde meerderheid te bewaken en te handhaven. De ‘usual suspects’ in het parlement willen deze voorwaarde immers herleiden tot een gewone meerderheid…


Solidair onder collega’s en voor reizigers


Tijdens de coronacrisis is meer dan ooit duidelijk geworden dat openbare diensten belangrijk zijn om de samenleving draaiend te houden. De Belgische spoorwegen hebben daartoe zeker hun steentje bijgedragen. We hebben ervoor gezorgd dat de mensen van de zorg en vele andere essentiële beroepen op hun bestemming geraakten. Als vakbond hebben we er altijd op gewezen – en we blijven dat doen -  dat er een maximale dienstverlening moet zijn voor de reizigers.

Om te zorgen voor een maximaal aanbod aan de reiziger moeten wij inspanningen leveren. Onze mensen van de rijdende diensten, van de seinhuizen, van de werkplaatsen, zij die de sporen en treinen onderhouden en vele anderen, zijn dag en nacht in de weer om ervoor te zorgen dat de eerste treinen ’s morgens klaarstaan zodat we onze reizigers op tijd, in veilige en comfortabele omstandigheden op hun bestemming kunnen brengen. Dat zijn uiteraard opofferingen die we als spoorwegman en -vrouw erbij nemen omdat we graag ten dienste van de klant staan. Ook voor de interne dienstverlening – onder collega’s – is dit van belang. Als alles vlot verloopt, hebben onze collega’s in de frontlinie – dicht bij de klant – het ook gemakkelijker in hun job.


Hopen op normaal


Het nieuwe jaar brengt ons een resem uitdagingen. De vaccinaties mogen dan wel gestart zijn, we weten niet hoe dit onvoorspelbaar virus zal reageren. Hopelijk kunnen we weldra weer normaal leven zonder te vergeten hoe belangrijk solidariteit is. Iedereen kijkt ernaar uit om terug samen te komen, op reis te gaan, een terrasje te doen, kortom van elkaar te genieten.

Ook voor de vakbond is het belangrijk dat we terug onze normale activiteiten kunnen hernemen, met persoonlijke contacten in plaats van pratende computerschermen. Vakbondswerk is meer dan ooit teamwerk. Met respect voor afspraken en voor mekaar, met doorzetting en solidariteit, komen we er. Het komt goed. Daarvan ben ik overtuigd!

 

Ludo Sempels