Toekomstplan basisonderwijs: Vlaamse Regering heeft problemen met procentberekening
In mei vroeg de minister de sociale partners (onderwijsverstrekkers en vakbonden) om de grote noden in het basisonderwijs om te zetten in een duurzaam toekomstplan en daarvoor een afgebakend tijdspad op te stellen. Het plan, dat in september werd voorgelegd, bevat drie sporen.
Spoor 1: herstel koopkracht scholen
Het herstel van de koopkracht bestaat uit twee pijlers. Het kleuteronderwijs moet dezelfde middelen krijgen als het lager onderwijs én de werkingsmiddelen moeten consequent geïndexeerd worden.
Spoor 2: het primair proces
In het primair proces zitten maatregelen die rechtstreeks voelbaar zullen zijn op de klasvloer. We voorzien een fulltime kinderverzorgster per 18 leerlingen in de peuterklas en de eerste kleuterklas. Deze berekeningswijze betekent niet dat deze kinderverzorgster niet breder inzetbaar is.
Per 83 leerlingen wordt een zorgleerkracht aangesteld. Die staat de leerkrachten bij in de klas. Opgelet: de zorgleerkracht komt niet in de plaats van de zorgcoördinator, dit ambt blijft gewoon bestaan.
Daarnaast worden iedere week twee lesuren uit het lestijdenpakket vrijgemaakt voor overleg en professionalisering. Om dat eenvoudig te realiseren, halen we de uren lichamelijke opvoeding uit het lestijdenpakket.
Lestijden zijn niet meer overdraagbaar en moeten dus volledig ingezet worden op klasniveau. Voor alle andere taken, waarvoor lestijden momenteel vaak ‘misbruikt’ worden, voorzien we een ruime puntenenveloppe in spoor 3.
Spoor 3: het secundair proces
In het secundair proces levert iedere leerling punten op. Hiermee stellen we mensen aan voor administratieve, pedagogische en beleidsondersteuning. Deze puntenenveloppe moet voldoende groot zijn. Anders moeten er keuzes gemaakt worden en zijn we andermaal de armoede aan het herverdelen.
Elke school heeft nood aan én recht op ondersteuning op administratief, pedagogisch en beleidsvlak. De aanwending van de punten moet er dan ook onder meer voor zorgen dat er een directeur per school of vestigingsplaats is, dat iedere school minstens een administratief medewerker heeft, dat er voldoende ICT-medewerkers zijn,…
De secundaire processen moeten altijd ten dienste staan van het primair proces. Punten die ingezet worden op bovenschools niveau, moeten dus zorgen voor werkdrukvermindering voor directie en personeel in de scholen zelf.
Koken kost geld
Dit plan kost 1,8 miljard euro, een bedrag dat gespreid kan worden over 10 jaar. Met andere woorden: ieder jaar moet 180 miljoen euro extra op tafel gelegd worden. Voor ons moet er op de drie sporen tegelijk worden ingezet. We weigeren aan prioritering te doen, want de noden in elk spoor zijn zeer hoog.
De Vlaamse Regering voorziet in de begroting van 2019 voor dit plan 40 miljoen euro. In het PIRLS-onderzoek is vastgesteld dat de leerlingen problemen hebben met begrijpend lezen. Wij stellen vast dat de Vlaamse Regering problemen heeft met procentberekening. Voor alle duidelijkheid: wij vragen hierover geen onderzoek.
De Vlaamse Regering heeft de mond vol van kwaliteitsontwikkeling binnen de scholen. Indien ze dit doel au sérieux neemt, dan zal er boter bij de vis moeten komen!
nancy.libert@acod.be