Vakantiegeld stijgt voro contractueel AMVD-personeel

 

De twee voorbije jaren kregen de contractuele AMVD-personeelsleden telkens een aanvulling op hun vakantiegeld, maar nu hebben ze recht op 92% van een maandsalaris.

In oktober 2006 werd de CAO-VIII voor het onderwijs afgesloten. De meningen over deze CAO blijven verdeeld, ook binnen de ACOD. Men kan er echter niet omheen dat sinds de oprichting van het gemeenschapsonderwijs (GO!) twintig jaar geleden, deze CAO-VIII voor het administratief, meesters-, vak- en dienstpersoneel financieel de grootste stap voorwaarts ooit is geweest. De CAO voorziet een stijging van het vakantiegeld tot 92% van een maandsalaris.

 

Contractuele personeelsleden

De twee vorige jaren hebben de contractuele AMVD-personeelsleden telkens een aanvulling op hun vakantiegeld ontvangen. Het basisvakantiegeld werd nog steeds berekend volgens de oude formule: een vast gedeelte + 1,1% van het jaarsalaris.
Bovenop dat basisvakantiegeld werd een supplement uitbetaald. Het supplement was gelijk aan het aantal gepresteerde uren van het jaar voordien, vermenigvuldigd met een coëfficiënt.

Vanaf dit jaar – en dus ook de volgende jaren – krijgen de contractuele AMVD-personeelsleden een vakantiegeld gelijk aan 92% van een maandsalaris. Op 28 mei is daarover op het centrale niveau binnen GO! een akkoord afgesloten tussen de vakbonden, de centrale leiding van GO! en alle scholengroepen.

 

Berekening

Voor de berekening van het bruto (dit is het geïndexeerde) vakantiegeld wordt uitgegaan van het geïndexeerde maandsalaris van de maand maart 2008. Men hanteert daarbij het bedrag van het maandsalaris aan voltijdse prestaties. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal gepresteerde uren in 2007 en gedeeld door 1976. Iemand met een voltijds contract presteert op jaarbasis 1976 uren (52 weken x 38 uren per week).

Wie in 2007 het hele jaar voltijds heeft gepresteerd, ontvangt een bruto vakantiegeld gelijk aan 92% van het geïndexeerde maandsalaris van maart 2008. Bij iemand met een halftijdse arbeidsovereenkomst, is dat bedrag gelijk aan de helft ervan.
Van dat bruto vakantiegeld wordt 13,07% RSZ afgehouden. Na aftrek van de fiscale voorheffing (niet voor iedereen gelijk), blijf het netto vakantiegeld over.

 

Vastbenoemde personeelsleden

Voor het vastbenoemde AMVD-personeel bevinden we ons nog steeds in een overgangsfase. Voor hen zal het vakantiegeld pas in 2011 gelijk zijn aan 92% van een maandsalaris.

Men blijft uitgaan van de oude berekening van het vakantiegeld: een vast gedeelte (dit jaar 1028,64 euro) + 1,1% van het bruto jaarsalaris. Zo berekent men het bruto vakantiegeld.

Voor de vastbenoemde personeelsleden wordt dat basisvakantiegeld verhoogd met 287 euro. Is dat bedrag nog lager dan 65% van een maandsalaris, komt er nogmaals twee derde van het verschil tussen die twee bedragen bovenop.
Ook voor de vastbenoemde personeelsleden worden 13,07% RSZ en de fiscale voorheffing afgehouden.

 

Wanneer?

Binnen het onderwijs wordt het vakantiegeld normaal uitbetaald omstreeks 20 juni.