Welzijn op het werk




Werk- en rusttijden
Hoeveel uur per week mag men werken en hoeveel rusttijd mag men nemen? Wanneer en door wie mag daarvan worden afgeweken? Wanneer en door wie mag er op zondag worden gewerkt?

In de publieke sector zijn de arbeids- en rusttijden geregeld in de wet van 14 december 2000, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad op 5 januari 2001. De regeling geldt echter niet voor:

- diensten en instellingen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen
- instellingen die een geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen
- contractuele werknemers die in dienst werden genomen voor behoeften in het buitenland.

Op die personeelsleden is de arbeidswet van 16 maart 1971 van toepassing.


Rusttijd

Wanneer de arbeidstijd per dag meer dan 6 uur bedraagt, wordt een half uur rust toegekend. De werknemers hebben per tijdvak van 24 uur tussen de beëindiging en de hervatting van het werk recht op ten minste 11 opeenvolgende uren rust.


Afwijkingen

Van deze rusttijd kan worden afgeweken voor:

- werknemers die een leidende functie uitoefenen of over een autonome beslissingsbevoegdheid beschikken
- werkzaamheden waarbij de werkplaats en de standplaats ver van elkaar zijn gelegen of waarbij de verschillende werkplaatsen ver van elkaar zijn verwijderd
- bewakings-, toezicht- en wachtdiensten die verband houden met de noodzakelijke bescherming van goederen en personen
- opvoedings- en opvangtehuizen
- werkzaamheden om de continuïteit van de dienst of de productie te verzekeren
- dringende werken aan machines of materieel
- arbeid vereist door onvoorziene noodzakelijkheid of door een onvoorzienbare activiteitstoename
- het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval
- werk georganiseerd in continudienst of met opeenvolgende ploegen, zonder dat een werknemer in twee opeenvolgende ploegen aan het werk mag worden gehouden
- werkzaamheden met onderbroken arbeidsperiodes
- diensten die bijdragen tot de burgerlijke, openbare en militaire veiligheid.


Werken op zondag

Het is verboden om werknemers 's zondags te werk te stellen, behalve in de gevallen waarvoor een afwijking is voorzien op de rusttijd van 11 uur, maar eveneens voor:

- de politie- en veiligheidsdiensten
- de magistratuur, de griffie- en parketdiensten
- de uitvoering van controle- en inspectieopdrachten
- de uitvoering van wetenschappelijke observatieopdrachten
- de organisatie van selectie-, wervings- of bevorderingsexamens
- personen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen
- opvoedings- en opvangtehuizen
- strafinrichtingen, gesloten of halfgesloten instellingen
- instellingen van culturele en/of toeristische aard
- ondernemingen van radio en televisie
- scheep- of luchtvaartpersoneel.

De afwijkingen worden toegestaan in zoverre een gelijkwaardige periode van inhaalrust wordt toegekend in de loop van de 14 daaropvolgende dagen.


Arbeidsduur en inhaalrust
De arbeidsduur mag gemiddeld niet meer dan 38 uren bedragen over een referentieperiode van 4 maanden. De totale wekelijkse arbeidsduur mag niet meer dan 50 uren per week bedragen, uitgezonderd in geval van dringende werken aan machines of materiaal, om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval, en in de opvoedings- en opvangtehuizen.

Het inhaalverlof wordt toegekend binnen een periode van 4 maanden.


Vakantieverlof

De werknemers hebben recht op minimum 24 dagen betaald jaarlijks vakantieverlof bij voltijdse prestaties. De minimumperiode van jaarlijks vakantieverlof mag niet worden vervangen door een financiële vergoeding, behalve op het einde van de arbeidsrelatie.