Overheidsparticipaties: bpost in de uitverkoop?

 


De Belgische federale regering heeft aangekondigd dat ze de overheidsparticipaties in een aantal overheidsbedrijven wil verminderen. In klare taal: de overheid wil (een deel van) haar aandelen verkopen in ondernemingen waarin ze vandaag nog een beslissende stem heeft – zoals bpost of Proximus.


Volgens de regering moet dat bijdragen tot ‘modernisering’ en ‘budgettaire verantwoordelijkheid’. Maar achter die economische logica schuilt een fundamentele maatschappelijke keuze: willen we dat onze essentiële diensten - post, telecom, zelfs spoor en energie - worden bestuurd in functie van publieke noden of in functie van privéwinst?


Van publieke dienstverlening naar aandeelhouderslogica


Overheidsbedrijven zijn geen gewone bedrijven. Ze hebben een maatschappelijke opdracht: ze moeten iedereen toegang bieden tot basisdiensten, ongeacht waar men woont of hoeveel men verdient. Denk aan de postbode die brieven bezorgt tot in de kleinste dorpen, de loketten die open zijn in elke gemeente: dit alles zal verdwijnen na de privatisering omdat deze dienstverlening niet meer rendabel zal zijn.

Zodra private aandeelhouders de touwtjes in handen krijgen, verandert de logica. Dan gaat het niet langer over universele dienstverlening, maar over rendabiliteit. Wat ‘te duur’ of ‘onrendabel’ is, wordt afgestoten of uitbesteed. De sociale dimensie verdwijnt en de druk op de werknemers neemt toe.

Wie vandaag bij bpost werkt, weet wat dat betekent: steeds meer flexibiliteit, steeds minder zekerheid. Minder personeel, maar meer werk. En een management dat rekent in euro’s in plaats van in maatschappelijke waarde.


Financiële operatie met hoge maatschappelijke kost


De regering verdedigt haar plannen als een manier om de begroting op orde te brengen. De verkoop van aandelen zou immers geld opleveren dat kan worden gebruikt om de staatsschuld te verlagen of investeringen te financieren.

Maar dat is een korte termijn-redenering. Door aandelen te verkopen, verliest de overheid niet alleen zeggenschap, maar ook toekomstige inkomsten uit dividenden. Dat zijn middelen die jaar na jaar terugvloeien naar de gemeenschap. In plaats van een eventuele stabiele stroom publieke middelen, kiest de regering voor een eenmalige opbrengst, terwijl de controle over strategische sectoren verdwijnt.

Bovendien leert de ervaring in binnen- en buitenland dat privatisering zelden of nooit leidt tot betere dienstverlening. Integendeel: tarieven stijgen, personeelsaantallen dalen, en de kwaliteit holt achteruit. Denk maar aan de liberalisering van onze Britse collega's Royal Mail, waar winstbejag leidde tot chaos, stijgende prijzen en menselijke drama's.


Democratisch debat is noodzakelijk


De beslissing om overheidsparticipaties af te bouwen mag niet in de coulissen genomen worden. Dit gaat over meer dan cijfers op een begrotingsbalans. Dit gaat over de manier waarop we als samenleving onze basisdiensten organiseren.

ACOD Post eist daarom een open en transparant debat over de toekomst van de publieke sector, meer in het bijzonder de toekomst van bpost. Werknemers, klanten en burgers moeten inspraak krijgen. We vragen garanties voor werkzekerheid, fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en blijvende publieke controle.

Een sterke publieke sector is geen last, maar een investering in solidariteit, gelijkheid en sociale cohesie. Als de overheid zich terugtrekt, wie blijft er dan nog over om de belangen van de gemeenschap te verdedigen?


Onze boodschap: publieke bedrijven horen in publieke handen


ACOD Post blijft zich verzetten tegen elke poging om bpost te privatiseren of uit te verkopen. Wij weten dat het anders kan. Overheidsbedrijven kunnen efficiënt en sociaal verantwoord zijn, op voorwaarde dat de overheid haar rol opneemt als actieve eigenaar en hoeder van het algemeen belang.

Want wat op het spel staat, is niet alleen de toekomst van enkele bedrijven, het gaat over het soort samenleving dat we willen.

Een samenleving waarin winst primeert? Of een waarin solidariteit en publieke dienstverlening centraal staan?

 

Geert Cools