Los van de gigantische besparingen in het federaal openbaar ambt (jaarlijks 1,8 procent op de personeelsenveloppe of 5.500 tot 6.000 personeelsleden minder tegen 2029) werden in Comité A (waar over het pensioendossier werd onderhandeld voor alle personeelsleden die werken bij alle openbare diensten)  ook beslissingen genomen voor de federale ambtenaren. Hieronder vind je daarvan een kort overzicht. Elk federaal personeelslid (en elke burger) kan begrijpen welke verregaande gevolgen deze zogenaamde ‘hervorming’ met zich meebrengt.

Het woord hervorming is eigenlijk misleidend. Een hervorming betekent verbetering of modernisering, maar in dit geval gaat het vooral over een terugdraaiing van eerder verworven rechten voor ambtenaren en personeelsleden. Het is eigenlijk puur een afbraak van de pensioenen.

Wat is deze zomer beslist?

1. Beperking van de pensioenindexering: voor bruto pensioenen hoger dan 5182,64 euro wordt enkel nog een indexering van 2 procent toegepast op het gewaarborgde maandelijkse minimumbedrag van het rustpensioen voor een alleenstaande.

2. Afschaffing van de pensioenbonus Lalieux van de vorige regering op 31 december 2025.

Wat blijft hetzelfde?

1. Wettelijke pensioenleeftijd: 66 jaar en vanaf 2030 67 jaar.

2. Mogelijkheid tot vervroegd pensioen:

• vanaf 60 jaar met 44 dienstjaren
• vanaf 61 of 62 jaar met 43 dienstjaren
• vanaf 63, 64 of 65 jaar met 42 dienstjaren.

Wat verandert er?

1. Mogelijkheid om in vervroegd pensioen te gaan met 60/42: iedereen die 42 jaar gewerkt heeft met minstens 234 “effectieve werkdagen” ( invoering van deze term) kan met vervroegd pensioen. Let op: jaren zoals legerdienst, gewetensbezwaarde, ziekteperiodes, zwangerschapsverlof enz. tellen niet mee in de berekening van de jaren. Met andere woorden: dit is een lege doos!

2. Afschaffing van de preferentiële tantièmes.

3. Verlenging van de referentiewedde voor de berekening van het pensioenbedrag, wat een vermindering van 10 tot 25 procent kan betekenen.

4. Afschaffing van de perequatie.

5. Vermindering van de aanneembare diensten.

6. Verhoging van het minimumaantal gewerkte dagen van 104 naar 156 om een gewerkt jaar te laten meetellen.

7. Invoering van een malus-bonussysteem.

• Een malus wordt toegepast bij vervroegd pensioen wanneer er geen 35 jaar met minstens 156 effectieve werkdagen (7.020 werkdagen in totaal) zijn. De vermindering bedraagt 2 tot 4 of 5 procent per jaar vervroegd pensioen, afhankelijk van het geboortejaar.
• Een bonus is enkel mogelijk wanneer men blijft werken na de wettelijke pensioenleeftijd.

Acties ACOD

De ACOD zal verscheidene militantenvergaderingen organiseren om de details van deze maatregelen uit te leggen aan de leden. Daarboven roepen wij iedereen op om massaal deel te nemen aan de acties die nog op stapel staan, georganiseerd door ACOD, en  de verschillende interprofessionele acties van het ABVV mee te ondersteunen.

Onze manifestatie van 14 oktober was alvast een succes, maar we moeten onze tanden blijven tonen om deze regering te dwingen terug te komen op deze asociale maatregelen, die vooral vrouwen en ambtenaren zwaar treffen.

Tony Six, Kurt Sissau