Perspectief 2022: het jaar van de waarheid voor de Belgische spoorwegen?

 


Elke organisatie wordt geconfronteerd met de beperkingen die een pandemie oplegt. Ook vakbonden ontsnappen hier niet aan. Fysieke bijeenkomsten zijn moeilijk te organiseren gezien we rekening moeten houden met de geldende richtlijnen en niet steeds kunnen beschikken over gepaste accommodatie. We willen bovendien geen extra risico’s nemen. In dit nummer lees je niettemin een verslag van een nationale werkgroep van Treinbesturing die alsnog kon doorgaan.


Ondertussen worden we opnieuw onderworpen aan videovergaderingen. De emotieloze camera is ons voorlopig nog niet beu gezien, wij de camera wel. Informatieve vergaderingen via de cameralens zijn doenbaar, onderhandelingen voeren via dezelfde weg daarentegen zijn minder evident. Lichaamstaal is niet voor niets een belangrijk onderdeel in elke vorm van communicatie. Toch zijn er lichtpunten. Telewerk is - waar mogelijk - een vaste waarde geworden. Ook bij de spoorwegen. Zoals bij alles zijn er voor- en nadelen, maar het is duidelijk dat telewerk een blijver zal zijn in de toekomstige werkomgeving.

In het nieuwe jaar komen alvast belangrijke dossiers op de onderhandelingstafel. Als eerste stevige schotel krijgen we de door de sociale inspectie opgelegde wijzigingen aan ARPS 541 om te beantwoorden aan de wettelijke bepalingen. Een ander hoofdgerecht is het dossier van de structurele personeelstekorten in de operationele diensten: treinpersoneel, stationspersoneel, veiligheidspersoneel, seinhuispersoneel, infrastructuurpersoneel… De aanwervingen mogen dan wel opgestart zijn, daarmee zijn de problemen niet onmiddellijk opgelost. De nieuwe krachten moeten immers opgeleid worden, ervaringsoverdracht moet in de praktijk gebracht worden. De heersende pandemie is ook hier een belangrijke factor en bepaalt mee de timing en omstandigheden waarin dit alles moet gebeuren. ACOD Spoor volgt de aanwervingen en opleidingen op de voet op.

Ook de onderhandelingen over de openbare dienstencontracten worden dit jaar gefinaliseerd. De federale regering heeft – na syndicale en politieke druk - beslist de openbare dienst op het spoor voor de komende tien jaar toe te kennen aan de NMBS. Europa legt wel bepaalde voorwaarden op met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening. De vraag is dan ook wat er van de NMBS als infrastructuurgebruiker verwacht wordt en welke middelen hiervoor worden vrijgemaakt. Dit geldt ook voor Infrabel als infrastructuurbeheerder. Het onderhoud en behoud van de infrastructuur vraagt immers ook centen en mensen.

Na afsluiting van deze overeenkomsten moeten de ondernemingsplannen worden opgesteld en goedgekeurd. Een belangrijke wissel tijdens de gehele treinreis van onderhandelingen waarin wij als vakbond zullen waken over de belangen van het spoorwegpersoneel. Ondernemingsplannen gaan steeds gepaard met wijzigingen en nieuwe doelstellingen. Het personeelsvolume moet hierop berekend zijn. Niet alleen in functie van het aantal mensen, maar ook voor de beheersbaarheid inzake welzijn en werkdruk.

De volgende maanden zullen zonder twijfel syndicaal intens zijn, op alle fronten: sociaal overleg, pandemie, politieke besluitvorming… Het is aan ons allemaal om de trein veilig en comfortabel op het juiste spoor te krijgen - en te houden - en erop toe te zien dat hij de juiste wissel neemt naar een voorspoedige toekomst voor het gehele spoorwegpersoneel.


Ludo Sempels