EDF Luminus opnieuw in reorganisatie

In mei 2011 heeft Gazelco een bedrijfscao met EDF Luminus ondertekend met maatregelen die oplossingen moesten bieden voor het personeel dat betrokken was bij het toenmalige reorganisatieplan ‘To become one company’. De toepassing hiervan zorgde regelmatig voor interne discussies. In maart 2013 werd via een Bijzondere Ondernemingsraad een nieuw reorganisatieplan aangekondigd, dat als doel zou hebben de kosten met ongeveer 20 procent te doen dalen tegen 2015. Ongeveer gelijktijdig werden vijf overeenkomsten volledig of gedeeltelijk opgezegd door de werkgever. Zo werd onder andere het reorganisatieplan van 2011 ‘To become one company’ opgezegd. Voor Gazelco is een dergelijke werkwijze een vertrouwensbreuk en een hypotheek op het volgende overleg.

De directie van EDF Luminus heeft uitgelegd hoe ze tot een dergelijke besparing wenst te komen: via een vervroegde uitstapregeling, heroriëntering van het betrokken personeel, stopzetting van contracten bepaalde duur en interimarbeid, niet-vervanging van zij die de firma verlaten, vermindering van het aantal externe consulenten, centralisatie van meerdere afdelingen (boekhouding, personeelsdiensten, aankoopdienst,...), mogelijke insourcing van een aantal activiteiten, procesvereenvoudigingen en automatiseringen, afbouw van de productiecapaciteit, enz.

Dit betekent dus dat alle afdelingen en diensten (opnieuw) hiervan het effect zullen ondervinden. Voor wat de vermindering van productiecapaciteit aangaat, beperkt de directie zich momenteel tot de aankondiging hiervan. De wetgeving voorziet immers dat minstens 15 maanden op voorhand een sluiting of vermindering van capaciteit moet worden aangekondigd. Voornamelijk de centrales van Seraing en Angleur zijn momenteel geviseerd. Een voorzichtige schatting leert ons dat in een dergelijk scenario in totaliteit waarschijnlijk minstens 100 jobs kunnen verloren gaan.

Gazelco zal in deze context streven naar afspraken van bepaalde duur die niet opzegbaar zijn. Gemaakte overeenkomsten moeten voor wat ons betreft immers uitgevoerd en nageleefd worden. Onbetrouwbare gesprekspartners ondermijnen enkel het sociaal overleg. En sociaal overleg is in dergelijke omstandigheden absoluut nodig, om te kunnen komen tot afgesproken maatregelen die een oplossing bieden voor alle betrokkenen. De vraag blijft of het personeel, zowel zij die een kans krijgen om te vertrekken als zij die in een gewijzigde omgeving blijven werken, dergelijke opeenvolgende reorganisaties blijven slikken. De sociale vrede wordt immers keer op keer op de proef gesteld, zeker wanneer er zogenaamde 'sociale' partners hun beloften niet nakomen.

Jan Van Wijngaerden