Bijzondere jeugdzorg




Crisis binnen Preventie- en Verwijzersbeleid

De invoering van Beter Bestuurlijk Beleid heeft niet tot de verhoopte verbeteringen binnen de sector bijzondere jeugdzorg geleid. Integendeel, de problemen die al vijftien jaar aanslepen, worden steeds schrijnender.

Door de invoering van de operatie Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) wijzigde de naam van de vroegere afdeling Bijzondere Jeugdbijstand in Preventie- en Verwijzersbeleid. Tegelijk werd deze afdeling een deel van het agentschap Jongerenwelzijn. De opdrachten van de afdeling bleven ongewijzigd.

Zoals kenmerkend voor de hele operatie BBB, stellen we vast dat ‘beter’ de lading zeker niet dekt. Niemand wordt beter van de reorganisatie: noch de personeelsleden, noch de organisatie, noch de klanten. De problemen die al vijftien jaar aanslepen, blijven en worden enkel schrijnender.


Onderschat

De crisissituatie binnen de sector bijzondere jeugdzorg neemt hallucinante vormen aan. De lange wachtlijsten en de te hoge caseload leiden tot schrijnende situaties. De werkelijkheid tart alle verbeelding. Meer dan 1000 jongeren in problematische situaties moeten veel te lang wachten op geschikte hulpverlening. Sommigen vallen gewoon uit de boot.

Op die manier creëert de overheid bijna een voedingsbodem voor criminaliteit en armoede. Naast onnoemelijk menselijk leed is de meerkost voor de samenleving op termijn niet in cijfers uit te drukken. Dubbel jammer, want de kwaliteit van de hulpverlening is de laatste jaren sterk gestegen. De Vlaamse overheid luistert onvoldoende naar hulpverleners die al jàren in het veld staan. Bovendien wordt de ernst van de aangemelde problemen zwaar onderschat.

Een uitbreiding van alle hulpvormen is noodzakelijk, zo blijkt uit realistische cijfers. Dat geldt ook voor de andere sectoren in de jeugdhulpverlening. De toezeggingen en het globaal plan van de minister zijn totaal ontoereikend. ACOD Overheidsdiensten wil op korte termijn een ingrijpend plan zien, niet enkel aanpassingen of aanvullingen in de marge.


Geslaagde actie

Om uiting te geven aan hun verontwaardiging organiseerden de hulpverleners en consulenten op 29 januari 2008 tussen 10 en 12 uur een werkonderbreking, met een bijeenkomst aan het nieuwe Justitiepaleis in Antwerpen om 10.30 uur. Deze geslaagde actie kon op veel persbelangstelling rekenen.

De administratieve en politieke top zitten ermee verveeld: men is er zich goed van bewust dat de onvrede en de klachten van de personeelsleden terecht zijn. Kern van het probleem is dat zowel de administratie als de bevoegde Vlaamse minister worden gegijzeld door de Vlaamse regering. De sleutelvraag is: hoeveel financiële middelen wil de regering ter beschikking stellen? Wat krijgt de prioriteit: jongeren in nood of nutteloze prestigeprojecten zoals Beter (?) Bestuurlijk Beleid?

De administratieve top en de verantwoordelijke minister, Steven Vanackere (CD&V), durven het blijkbaar niet aan de dingen bij hun naam te noemen. In de plaats daarvan schiet men op de boodschappers, de personeelsleden. De administrateur-generaal maakt zich, ten onrechte, dik over het feit dat hij te laat zou zijn ingelicht.

Minister Steven Van Ackere minimaliseert de problematiek in de Welzijnscommissie. Daarbij insinueert hij dat de betrokken personeelsleden overdrijven, dat ze niet correct hun werk doen en dat ze sensatie zoeken.


Serieus nemen

De minister ontkent formeel dat er in Antwerpen 1000 namen op de centrale wachtlijst staan. Hij stelt dat er "elke keer een streepje [wordt] gezet als er navraag wordt gedaan". De ACOD ontkent dit met klem. De centrale wachtlijst wordt zeer professioneel gerund. Systematisch wordt de centrale wachtlijst uitgezuiverd en geactualiseerd onder supervisie van de regiomanager.

De minister meent dat er weer vraag is naar meer residentiële plaatsingen. Daarmee stelt hij de professionaliteit van zijn medewerkers in vraag. Behalve in crisissituaties gaat men pas over tot uithuisplaatsing na een advies van een OOOC of nadat thuisbegeleiding of crisishulp aan huis geen soelaas heeft gebracht. Het is ook moeilijk om een plaatsing te vermijden als er geen vervolghulpverlening of verdere opvolging is na een project crisishulp aan huis. Het is immers dan negen maanden wachten op thuisbegeleiding. De minister houdt ten onrechte het beeld in stand dat de sector en de consulenten niet mee geëvolueerd zijn met de tijd en in feite hun job niet goed doen.

De minister beweert dat de schrijnende verhalen in de media – "als die al waar zouden zijn" – te interpreteren zijn als een verwittiging voor hoe het in de toekomst kan worden. Eigenlijk beweert hij dat de consulenten overdrijven uit "misplaatste sensatiezucht", om media-aandacht te krijgen. Dit is de maatschappelijke realiteit ontkennen. Iedere consulent kan voor de vuist weg vijf onaanvaardbare situaties opsommen. Aangezien er meer dan 400 consulenten zijn, is daar verder geen tekeningetje bij nodig. We vragen de minister zijn personeel echt serieus te nemen.


Beledigen

De hulpverleners van de afdeling Preventie- en Verwijzersbeleid verdienen beter. Al jaren geven zij in bijzonder ondankbare omstandigheden het beste van zichzelf. Hun eigen lichamelijke en psychische gezondheid wordt opgeofferd in het belang van de probleemjongeren. Het is bijzonder kwetsend en beledigend dat de administratieve en politieke werkgevers deze personeelsleden niet naar hun waarde schatten, maar ze beledigen.
Als de minister zijn beweringen niet bijstuurt, is het waarschijnlijk dat er nieuwe sociale acties komen.
Hilaire Berckmans