Brandweer: de vaudeville blijft duren
ACOD LRB is niet te spreken over de houding van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon. Hij weert de representatieve vakbonden uit de besluitvorming over de brandweer en doet onvoldoende om de problemen rond de toepassing van de statuten aan te pakken. Van een duidelijke beleidslijn is nauwelijks sprake.
Oost-Indisch doof voor vakbondsvragen
De wet van 15 mei 2007 betreffende de hervorming van de civiele veiligheid, bepaalt in artikel 16 dat er bij de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken een Begeleidingscommissie wordt opgericht. Deze commissie, opgericht via het K.B. van 2 februari 2009, geeft advies over:
- De berekening van de meerkosten voor de zones ten gevolge van de hervorming.
- De opdrachten die worden overgedragen aan de zones en hun financiële weerslag hiervan op de zones.
- De globale evaluatie van alle aspecten van de hervorming van de civiele veiligheid.
De samenstelling van deze commissie bestaat hoofdzakelijk uit vertegenwoordigers van de ministers van Binnenlandse Zaken, Volksgezondheid en Begroting, aangevuld met vertegenwoordigers van steden en gemeenten.
Tijdens de onderhandelingen met voormalig minister van Binnenlandse Zaken Joelle Milquet drong ACOD LRB steeds aan om ook aanwezig te zijn in deze commissie. De reden daarvoor is eenvoudig: artikel 336 van het Koninklijk Besluit van 19 april 2014 betreffende het administratief statuut van het operationeel personeel van de brandweer stelt dat de begeleidingscommissie binnen de twee jaar na publicatie van het besluit een evaluatie dient te maken. Als vakbond zijn we uiteraard zeer geïnteresseerd in deze discussie. Zowel voormalig minister Milquet als de huidige minister Jambon bleef echter doof over onze vraag.
Afkeer van representatieve vakbonden
Groot was dan ook onze verbazing toen we plots een schrijven ontvingen van minister Jambon, waaruit bleek dat de Vereniging van Vrijwilligers bij de Brandweer (VVB) en de Vereniging van Waalse zonecommandanten als expert aan de commissie worden toegevoegd. Blijkbaar zijn bij wet bepaalde representatieve organisaties, zoals de ACOD, niet gewenst voor de minister, dit in tegenstelling tot zichzelf aanstellende corporaties.
Eens temeer geeft Jambon blijk van zijn afkeer voor representatieve vakbonden, en hoe hij inspraak van vakbonden ziet en vooral niet ziet. ACOD LRB betreurt dit ten zeerste. Zoals naar gewoonte wordt er ook niet geantwoord op brieven van vakbonden over deze nieuwste demarche.
Ongenoegen en problemen nemen toe
Intussen neemt het ongenoegen bij het personeel toe. Heel wat zones respecteren de bestaande besluiten rond de statuten van het personeel niet, ondanks aandringen van de vakbonden. Sterker nog, ze leggen de bestaande K.B.’s naast zich neer.
Wanneer we de minister vragen om van zijn bevoegdheid gebruik te maken om zones te verplichten het statuut toe te passen en de wetgeving te respecteren, antwoordt hij dat hij via de inspectiediensten de zones zal begeleiden.
Ondertussen blijft het personeel op zijn honger zitten en stapelen de problemen zich op. Zo is de werking van de eindeloopbaancommissie één grote ramp, waren de vakbonden genoodzaakt een protocol van niet-akkoord te geven voor het besluit over de opleiding en werden ook onze eisen niet weerhouden bij het reparatiebesluit voor het statuut.
ACOD LRB vermoedt dat minister Jambon enkel maar luistert wanneer we met veel kabaal betogen in Brussel…
Mil Luyten